‘Hoe wij ons innovatievermogen hoog houden? Onze mensen kunnen heel goed samenwerken. Daar halen we die innovatieve kracht vandaan’, aldus een opgetogen Jennifer van der Leegte van de VDL Groep nadat ze uit handen van juryvoorzitter Henk Volberda de Nederland Innovatie Prijs 2019 in ontvangst mocht nemen. Die noemde met name de innovaties op het gebied van elektrische rijden – met bussen en trucks – als een van de sterktes waaraan de Eindhovense onderneming de prijs te danken heeft. Maar ook de arbeidsplaatsen die het ruim 16000 mensen sterke bedrijf genereert. ‘Wij houden die werkgelegenheid in Nederland’, reageerde Van der Leegte, hoofddirectielid en dochter van oprichter Wim, ‘door bewust hier te produceren. Want alleen dan kun je hier de kennis die je nodig hebt om te innoveren vasthouden.’
De winnaar van de Nederlandse Innovatie Prijs 2019 werd vanavond bekend gemaakt tijdens de uitzending van het AVROTROS-programma De Wereld van morgen, dit jaar gepresenteerd door Harm Edens. In het betreffende televisieprogramma, opgenomen in het Scheveningse Kurhaus, werden tal van nieuwe ontwikkelingen belicht, maar kregen ook de twee andere finalisten de vloer, uit erkenning voor hun innovatievermogen: D2D Water Solutions en Hanskamp AgroTech. Deze erkenning hoort bij één van de meest grootschalige jaarlijkse survey-onderzoeken naar innovatie in Nederland: de Nederlandse Innovatie Monitor. Dit onderzoek staat onder leiding van Prof.dr. Henk Volberda. Hij is verbonden als hoogleraar strategisch management en innovatie aan de Amsterdam Business School, Universiteit van Amsterdam. De Nederlandse Innovatie Monitor wordt jaarlijks uitgevoerd door het Amsterdam Centre for Business Innovation van diezelfde universiteit.
Winnaar VDL Groep: focus op lange termijn
Aanvankelijk was VDL Groep, opgericht in 1953, gespecialiseerd in metaalbewerking. In de loop van de tijd zijn de activiteiten van het industriële familiebedrijf met het hoofdkantoor in Eindhoven verder uitgebreid tot gebieden als kunststofbewerking, mobiliteit (bussen, trucks en auto’s) en hightech equipment, bijvoorbeeld modules voor de halfgeleiderindustrie. Inmiddels bestaat de bedrijvengroep van de familie Van der Leegte uit 104 bedrijven die actief zijn in de hoogwaardige maakindustrie. Een aanzienlijk deel van deze bedrijven zijn door de groep overgenomen. Na de overnames zijn deze bedrijven weer gezond gemaakt waardoor de werkgelegenheid voor Nederland behouden is gebleven, én veelal is uitgebreid. Om concurrerend te blijven op de wereldmarkt zijn processen bij de VDL-bedrijven vergaand geautomatiseerd en gerobotiseerd. Voorbeelden daarvan zijn te vinden bij onder andere VDL Weweler in Apeldoorn en VDL Nedcar in Born waar robotisering en groei van werkgelegenheid hand in hand zijn gegaan. VDL Groep beschikt over een van de hoogste install bases van robots in Nederland (meer dan 1.500 robots).
Bij menig bedrijf binnen de VDL Groep verschuift het accent van maken naar meedenken en ontwikkelen. Hierbij wordt in het bijzonder gekeken naar het bedenken van nieuwe oplossingen voor klanten in technologisch veeleisende markten en industrieën, zoals voor ASML en BMW. Dit stelt VDL Groep in staat nieuwe innovaties toe te passen voor een brede diversiteit aan producten en markten. Zo werden diverse nieuwe toepassingen gevonden voor een technologie die voor de deeltjesversneller van CERN ontwikkeld was, waaronder een nieuwe manier om kanker te bestralen. Verder bouwt het Eindhovense bedrijf bijvoorbeeld de ondersteuningsstructuren voor de hoofdspiegel van ’s werelds grootste telescoop in Chili.
Vanuit de filosofie als familiebedrijf is er aanzienlijke aandacht voor zowel continuïteit op de langere termijn alsmede het behouden en bevorderen van de Nederlandse werkgelegenheid. Hierbij wordt aanzienlijk geïnvesteerd in de thema’s elektrificatie, connectiviteit, autonoom rijden en mobility as a service (ECAS). Een voorbeeld daarvan is de ontwikkeling van een automatisch geleid voertuig (AGV) waarmee onbemand zwaar vervoer mogelijk wordt gemaakt in een bemande omgeving. Ter indicatie van de focus op de langere termijn staat de organisatie in de top-10 van Nederlandse bedrijven wat betreft investeringen in R&D (121 miljoen euro in 2018).
VDL werkt ook meer samen met start ups, scale ups en andere externe partijen. Zo was de elektrisch aangedreven bus het resultaat van een interne startup. VDL speelt een leidende rol in Europa op het gebied van de elektrificatie van zwaarder vervoer. De introductie van de elektrische bus heeft overigens ook geleid tot andere nieuwe activiteiten voor het bedrijf, bijvoorbeeld omtrent de dienstregeling van die bussen (vanwege het bijladen van de batterijen van de bussen tijdens de dienstregeling). Tevens wordt er samengewerkt rond een 3D-foodprinter. Samen met diverse kennisinstellingen (zoals TNO) en mkb-bedrijven in de Brainportregio worden onderdelen ontwikkeld. Zo wordt met studententeams van de TU/e onderzoek gedaan naar de opslag van waterstof in mierenzuur. Het motto van VDL (‘kracht door samenwerking’) geeft dus eveneens de instelling van het bedrijf weer om innovatieprojecten uit te voeren met tal van externe bedrijven.
D2D Water Solutions: regenwater drinkbaar maken
D2D Water Solutions is een startup gevestigd te Hardenberg (Overijssel) met een dependance in Ulft. Het bedrijf heeft een systeem – de Drop2Drink unit – ontwikkeld waarmee regenwater gezuiverd kan worden tot drinkwater.
Het vernieuwende van deze oplossing zit hem in de combinatie van een aantal eigenschappen. Zo is het systeem bestemd voor consumenten waardoor decentrale waterzuivering plaats kan vinden. Daarnaast is een onderscheidend aspect dat het bedrijf een garantie geeft op veilig, gezuiverd drinkwater. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een vernuftige toepassing van zuiveringstechnieken en intelligente besturing. Een bijkomend voordeel daarvan is dat de oplossing relatief simpel en toegankelijk (‘plug en play’) is voor de consument.
Het moge duidelijk zijn dat de oplossing van de startup uit Ulft gericht is op het adresseren van het maatschappelijke vraagstuk van watertekort. Naar verluidt wordt dit in een toekomst een nog meer prangend vraagstuk. De oplossing maakt het mogelijk om mensen meer zelfvoorzienend te maken wat betreft drinkwater. Dit heeft bijvoorbeeld voordelen voor gebieden waar er geen tot nauwelijks infrastructuur is voor drinkwater, zoals in de vorm van drinkwaterleidingen. Een bijkomend voordeel is dat de capaciteitsbeslag voor bestaande waterinfrastructuur tevens afneemt door de oplossing. Door het opvangen van regenwater in een grote bak komt immers minder hemelwater direct in het riool terecht. Doordat de oplossing ook afwater kan zuiveren kan er tot op zekere hoogte zelfs een circulaire wateromloop ontstaan op lokaal niveau.
Dit jaar zijn de eerste exemplaren van de oplossing geplaatst. Het bedrijf zit nu in de transitie van de pilot- naar de opschaalfase.
Hanskamp AgroTech: met koeientoilet vloeibaar goud vergaren
Hanskamp AgroTech B.V. levert technische oplossingen voor de melkveehouderij en in het bijzonder op het gebied van voeren. Praktijkgerichte oplossingen die gunstig zijn voor zowel de melkveehouder als voor het welzijn van de koeien nemen daarbij een prominente plaats in. Een nieuwe oplossing van het bedrijf uit Doetinchem is het koeientoilet (CowToilet). Deze installatie voorkomt dat ammoniak ontstaat doordat mest en urine van koeien gescheiden blijven van elkaar. Hiervoor heeft de ontwikkeling- en verkooponderneming een systeem ontwikkeld wat op gezette momenten een koe uitnodigt om te gaan urineren. Het aanraken van de zenuw aan de achterkant van de koe in combinatie met het aanleren van een link tussen het eten van krachtvoer en plassen vormen daarbij de voorname ingrediënten. De urine wordt vervolgens opgevangen in het koeientoilet – een soort kleine urinoir voor koeien – en afgevoerd. Dit proces vindt geheel automatisch plaats en het systeem is zelflerend. Tevens wordt er rekening gehouden met de specifieke maten van de betreffende koe. Circa 70% van de totale urine van de koe kan met de oplossing worden opgevangen.
Het systeem van het koeientoilet is technologisch gezien vernuftig in de eenvoud. Toch heeft het bedrijf hiermee twee patenten bemachtigd. De potentiële maatschappelijke impact van het uit elkaar houden van urine en mest is aanzienlijk. Koeien zijn een voorname bron van ammoniakuitstoot (gelieerd aan stikstofuitstoot). De maatschappelijke winst zit niet alleen in het voorkomen dat de betreffende uitstoot ontstaat in de stal. Zo maakt het koeientoilet het eveneens mogelijk dat emissies vanuit de mestopslag en bij het uitrijden sterk gereduceerd worden. Verder wordt het wellicht overbodig dat boeren drijfmest (combinatie van mest en urine) dienen te injecteren in het weiland en kan kunstmestgebruik teruggebracht worden tot een minimum of zelfs geheel uitgesloten worden. Het separaat opvangen van urine maakt het mogelijk om daarmee het land te bemesten waardoor het gras naar verluidt beter groeit. De urine van koeien die apart wordt opgevangen met het koeientoilet vormt op termijn eveneens een mogelijke basis voor nieuwe toepassingen, bijvoorbeeld om ‘gele stroom’ op te wekken.
Het koeientoilet wordt naar verwachting in 2020 geïntroduceerd in de markt. Momenteel zit de oplossing in een gevorderd stadium van ontwikkeling waarbij het certificeringsproces nog doorlopen dient te worden. Zeven personen van het bedrijf zijn volledig gericht op de ontwikkeling van het koeientoilet. Daarnaast wordt ook samengewerkt met verschillende externe partijen, zoals met de Wageningen University & Research.
Over het onderliggende onderzoek: de Nederlandse Innovatie Monitor 2019.
Deelname aan de Nederlandse Innovatie Monitor 2019 is een vereiste om kans te maken op de Nederlandse Innovatie Prijs 2019. De Nederlandse Innovatie Monitor wordt uitgevoerd door het Amsterdam Centre for Business Innovation van de Amsterdam Business School, Universiteit van Amsterdam. Het onderzoek staat onder leiding van Prof. dr. Henk Volberda. Hij is als hoogleraar Strategisch Management en Innovatie verbonden aan de vakgroep International Strategy and Marketing van de Amsterdam Business School, Universiteit van Amsterdam. Daarnaast is hij wetenschappelijk directeur van het Amsterdam Centre for Business Innovation.
Meer dan 5.000 organisaties in Nederland zijn benaderd om deel te nemen aan dit onderzoek. Gegeven de aard van de vragenlijst zijn hoofdzakelijk senior managers benaderd van de geselecteerde bedrijven. Dit is niet ongebruikelijk in academische managementstudies. Uiteindelijk hebben circa 800 deelnemers medewerking verleend aan dit onderzoek. De respondenten zijn afkomstig van een breed scala van sectoren. Zo is 21% van de deelnemende organisaties actief in de zakelijke dienstverlening, 8% in de bouwnijverheid en vastgoed, en 6% in de vervoer en logistiek. Voor de totstandkoming van de vragenlijst is voor zover als mogelijk gebruik gemaakt van bestaande schalen uit de literatuur.
Op basis van de scores van organisaties in de Nederlandse Innovatie Monitor heeft een eerste selectie plaatsgevonden. Deze groep van bedrijven is vervolgens gereduceerd aan de hand van deskresearch. Bij de overgebleven bedrijven heeft vervolgens een site-visit en interview plaatsgevonden. De interviews met de betreffende bedrijven dienden als een verdere selectiemethode om de voorselectie terug te brengen tot een definitieve selectie. Uiteindelijk vormden de bevindingen uit de interviews, site-visits, deskresearch en scores uit de Nederlandse Innovatie Monitor editie 2019 de basis om de drie genomineerde bedrijven voor te dragen.