Energiecrisis en klimaatverandering: de vraag die op ieders lippen brandt is hoe de mensheid kan voorzien in de vraag naar duurzame en betaalbare energie. Dat blijkt uit de Bosch Tech Compass 2023, een representatief onderzoek uitgevoerd in negen landen wereldwijd. In Nederland werden 600 respondenten gevraagd naar hun kennis en houding tegenover technologie.
Klimaatactie en economie: vier op de vijf Nederlandse respondenten beschouwt duurzaamheid als een economische succesfactor.
Twee derde van de Nederlandse respondenten gelooft dat technologische vooruitgang de wereld een betere plek kan maken.
Respondenten in Nederland zijn sterke voorstanders van het promoten van zonne- (62 procent) en windenergie (47 procent).
Ook in de toekomst blijft de fiets het favoriete vervoermiddel van de Nederlander.
Duurzame technologieën en economisch succes Wereldwijd zijn de respondenten* het grotendeels eens over het economisch potentieel van duurzame oplossingen en producten: maar liefst 82 procent is van mening dat hoe meer een bedrijf zich inzet voor duurzame technologieën, hoe economisch succesvoller het in de toekomst zal zijn. Deze mening komt het meest voor in Brazilië en India (elk 87 procent) en het minst in de Verenigde Staten (73 procent). In Nederland vindt 85 procent van de respondenten dat duurzame technologieën een noodzakelijke vereiste zijn voor elk bedrijf, en 82 procent van hen vindt ook dat hoe meer een bedrijf investeert in duurzame technologieën, hoe economisch succesvoller het zal zijn in de toekomst.
Als het gaat om de inzet van het bedrijfsleven voor klimaatactie suggereert het onderzoek dat er nog ruimte voor verbetering is: meer dan de helft van de ondervraagden (58 procent) wereldwijd vindt dat slechts een minderheid van de bedrijven zich momenteel echt inzet voor duurzaamheid. In Nederland is 65 procent van de respondenten die mening toegedaan.
“Klimaatverandering tegengaan is de grootste opgave van onze tijd. Men verwacht dan ook terecht van bedrijven dat zij technische oplossingen bieden voor deze vraagstukken. Bosch gaat deze uitdaging aan en zet zich resoluut in voor veelbelovende technologieën zoals waterstofelektrolyse”, zegt Dr. Stefan Hartung, voorzitter van de raad van bestuur van Bosch.
Klimaatverandering tegengaan met verschillende technologieën In veel delen van de wereld wordt overgeschakeld op hernieuwbare energie, maar mensen over de hele wereld zijn nog steeds terughoudend om volledig afstand te doen van kernenergie en fossiele brandstoffen zoals gas en olie voor energieopwekking. In totaal is 62 procent van de respondenten voorstander van het promoten van zonneenergie, terwijl 44 procent wil dat er inspanningen worden geleverd om windenergie op te wekken. Deze meningen verschillen echter per land. In China (36 procent) en Frankrijk (31 procent) is de steun voor het promoten van kernenergietechnologie nog relatief sterk, terwijl de respondenten in de Verenigde Staten (olie: 21 procent, gas: 24 procent) en in India (olie: 22 procent, gas: 23 procent) aanzienlijk meer toegewijd blijven aan fossiele brandstoffen.
De respondenten in Nederland zijn sterke voorstanders van het promoten van zonne- (62 procent) en windenergie (47 procent). Daarnaast vindt 44 procent van de respondenten ook dat waterstof meer gepromoot mag worden. Gevraagd naar welke technologie het grootste potentieel heeft om duurzaamheid in de toekomst te stimuleren, kiest 71 procent van de Nederlandse respondenten voor waterstof/brandstofcel, gevolgd door biotechnologie (47 procent) en climate engineering (44 procent). Daarnaast antwoordt 45 procent van de Nederlandse respondenten dat waterstof tegen 2030 een “reguliere” brandstof zal zijn; 25 procent verwacht dat dit tussen 2031 en 2040 het geval zal zijn.
Vertrouwen in technologie groeit De Bosch Tech Compass laat zien dat in een door onzekerheden geteisterde wereld het vertrouwen in technologie blijft groeien. Wereldwijd gelooft 75 procent van de ondervraagden dat technologische vooruitgang de wereld een betere plek kan maken. In Nederland is het geloof iets minder groot (64 procent). Een overgrote meerderheid van de Nederlandse respondenten (87 procent) vindt wel dat technologische vooruitgang meer gefocust moet zijn op maatschappelijke problemen, zoals gezondheid, voedselvoorziening en klimaatverandering en minder op individuele noden zoals ecommerce of ruimtetoerisme.
83 procent van de respondenten wereldwijd gelooft dat technologie de sleutel is tot het tegengaan van klimaatverandering. Voor Nederland is dat 82 procent. Iets meer dan de helft van de Nederlandse respondenten (53 procent) vindt dat op dit moment voldoende inspanningen worden geleverd voor de uitbouw van duurzame technologieën.
“Digitalisering kan een bijzondere rol spelen bij duurzaamheid”, zegt Hartung. “We investeren in de ontwikkeling en uitbreiding van veelbelovende nieuwe technologieën, met een focus op duurzaamheid, mobiliteit en Industrie 4.0.”
Mobiliteit in de metaverse
Naast duurzaamheid geeft de Bosch Tech Compass ook interessante inzichten in andere vraagstukken zoals de metaverse. In deze virtuele wereld, waar mensen als avatars met elkaar omgaan in een driedimensionale ruimte gemodelleerd naar het echte leven, zal ook mobiliteit een rol spelen. 43 procent van de respondenten kan zich voorstellen een auto te kopen in de metaverse. De interesse en bereidheid daartoe zijn vooral groot in China (75 procent) en India (69 procent). Voor Nederland is dat slechts 31 procent. In de werkelijke wereld blijft de Nederlander vasthouden aan de fiets als favoriete vervoermiddel in de toekomst (54 procent), gevolgd door de auto (48 procent).
Ander opvallend resultaat is dat 68 procent van de Nederlandse respondenten een vreemde taal in zijn hersenen zou laten inplanten, mocht dat technisch mogelijk zijn om zo die taal vloeiend te kunnen spreken.
Over het onderzoek Voor de Bosch Tech Compass werden namens Robert Bosch GmbH personen van 18 jaar en ouder online ondervraagd in negen landen (Brazilië, China, Duitsland, Frankrijk, India, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten, Nederland en België). Het onderzoek werd uitgevoerd door de marktonderzoekers Gesellschaft für Innovative Marktforschung (GIM) in september 2022. In Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk werden 1.000 personen ondervraagd, in Brazilië, China, India en de VS waren dat elk 2.000 personen. In België waren dat er 400 en in Nederland 600. De willekeurige steekproeven zijn representatief voor de respectievelijke landen wat betreft regio, geslacht en leeftijd.
*De algemene cijfers zijn een gemiddelde van 7 landen (Brazilië, China, Duitsland, Frankrijk, India, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten). In deze cijfers zijn de resultaten van Nederland en België niet meegeteld.