TalkING Industry: ‘Veel bedrijven gaan gewoon door, terwijl hun businessmodel straks niet meer werkt’

0

Is duurzaamheid echt al onderdeel van de bedrijfsstrategie? Dat was één van de vragen die de deelnemers aan TalkING Industry, georganiseerd door ING Business Banking Industry, regio Zuid-West, en Link Magazine, eind januari voorgelegd kregen. Bij elke TalkING-bijeenkomst hoort een bedrijfsbezoek en dit keer was OpackGroup, locatie Giessen, de gastvrouw. Deze groep van verpakkingsproducenten kan de vraag naar duurzaamheid volmondig met ‘ja’ beantwoorden. Sustainability director Rob Verhagen vertelde hoe OpackGroup actief voor de troepen uit loopt in plasticland. ‘Maar hoe gaan we in de industrie met z’n allen valideren en verifiëren wat we doen? Dat is de belangrijkste volgende stap.’

Bart Beune (FMI): ‘In West-Europa is geen uur meer te krijgen, dus beweegt het werk zich naar Oost-Europa of verder. Daar wordt anders met duurzaamheid omgegaan en dan gaat toch de prijs weer tellen.’ Links op de foto Robe Verhagen OpackGroup

– Duurzaamheid werd de laatste twee jaar ondergesneeuwd door andere prioriteiten.

– Voor je het weet, rekent je klant je toch weer af op prijs en niet op alle mooie dingen die je voor de wereld doet.

– ‘Bedrijven kunnen prachtige doelstellingen en voornemens op papier zetten, maar hoe ga je dat meten?’

– ‘We ontwerpen en letten op extra punten qua duurzaamheid. Dat is niet zo ingewikkeld.’

‘Eerlijk zeggen’, begint Peter Smit, partner van Kloepfel Consulting Benelux in Houten en deze middag moderator, de discussie. ‘Is het een ja of een nee op de eerste stelling “We hebben duurzaamheid onderdeel gemaakt van de bedrijfsstrategie”?’ Stuk voor stuk beamen de deelnemers de stelling. ‘Mooi’. Allemaal mee eens dus, al hoor ik bij de één een net iets overtuigender ja dan bij de ander.’ ‘Oké, het staat nog in de kinderschoenen, maar we zijn bezig’, verduidelijkt Bart Beune, ceo van FMI Holding, leverancier van hoogwaardige mechanische componenten en modules, met het hoofdkantoor in Bergen op Zoom.

 Belangrijker criterium

Het is simpel: de klant vraagt en eist die aandacht voor duurzaamheid meer en meer, aldus Corné van Opdorp, managing director van de BOZ Group, leverancier van precisieplaatwerk, eveneens uit Bergen op Zoom. ‘Stel dat een klant van ons aan een aanbesteding meedoet. Dan is de totale CO2-uitstoot een steeds belangrijker criterium, en wil die klant weten hoe wij als toeleverancier daarop acteren. Enerzijds willen we verantwoord ondernemen uit eigen overtuiging, anderzijds zijn er commerciële overwegingen, het is eenvoudigweg een selling point.’ Van Opdorp vindt wel dat sommige klanten duurzaamheid nog onvoldoende ter sprake brengen bij de selectie van toeleveranciers. ‘Dat gaat trager dan ik had verwacht. Afgelopen tijd kwam dat wellicht doordat ze hun spullen lastig kunnen krijgen en zeggen van: “Kom maar op met wat je kúnt leveren.”‘

Peter van Veggel (360 Plastics) met links van hem medeoprichter en neef Nick van Veggel: ‘De wetgeving gaat ons helpen.’ Foto’s: Erik van der Burgt

Virgin goedkoper

Duurzaamheid werd de laatste twee jaar ondergesneeuwd door andere prioriteiten, zoals de coronaperikelen, de grondstoffenschaarste en de gevolgen van de oorlog in Oekraïne, oordelen ook andere deelnemers. ‘Bij ons zit duurzaam ondernemen in het DNA’, zegt Peter van Veggel, managing partner en medeoprichter van 360 Group in Tilburg, die duurzame plasticoplossingen realiseert met haar drie bedrijfsonderdelen Plastics, Compounding en Circular. ‘We leveren bovenal aan klanten die intrinsiek gemotiveerd zijn om met duurzame materialen te werken en duurzamer te opereren. Maar ook wij zagen de afgelopen tijd dat het lijntje erg dun is. Virgin materialen zijn nog steeds goedkoper, en klanten kiezen uiteindelijk toch voor hun eigen portemonnee. Bedrijven als Unilever en Procter & Gamble roepen in de media dat ze de stap naar duurzaamheid hebben gezet, dus die kunnen en willen ook niet terug. Maar in de grote middenlaag willen bedrijven misschien wel, maar maken ze net zo makkelijk weer andere afwegingen als het te veel geld gaat kosten.’ Het is tijdelijk, weet hij zeker. ‘Ze komen terug, ze zullen wel moeten. De wetgeving gaat ons daarbij helpen.’

Corné van Opdorp (BOZ Group): ‘Enerzijds willen we verantwoord ondernemen uit eigen overtuiging, anderzijds zijn er commerciële overwegingen, het is eenvoudigweg een selling point.’

 

Pieter De Wilde, cco van Unitron uit IJzendijke, ontwikkelaar en producent van high-end lifescience-producten, levert aan grote, internationale klanten met bijna altijd een expliciete ESG-policy: ESG staat voor Environmental, Social and Governance. ‘Wij dienen als toeleverancier mee te doen en consistent te antwoorden op wat ze van ons verlangen. Jaarlijks worden we uitgebreid bevraagd op ESG-onderwerpen en moeten we vooruitgang laten zien, waarbij met een puntensysteem gewerkt wordt. Zo komt elk jaar ook weer de vraag of we aan kinderarbeid doen… Maar prima dat ze het zo aanpakken. Als duurzaamheid niet in je strategie zit, prijs je jezelf sowieso uit de markt als toeleverancier. We moeten iets doen en dat willen we ook. We produceren en ontwikkelen, en kunnen in onze ontwerpen ook makkelijk invloed uitoefenen op de gebruikte componenten en materialen.’

‘Virgin materialen zijn nog steeds goedkoper en klanten kiezen uiteindelijk toch voor hun eigen portemonnee’

Puntensysteem

Opknappen

FMI mag dan nog aan het begin staan, Beune komt gaandeweg de discussie met steeds meer voorbeelden dat er eigenlijk al best veel gebeurt bij de bedrijvengroep qua duurzaamheid. ‘Onze locaties in het land zijn natuurlijk bezig met zaken als zonnepanelen en elektrische leaseauto’s. Eén van onze bedrijven verdient zijn brood met energiezuiniger produceren en kan de collega-bedrijven adviseren. We draaien ook mee in het programma van een klant met de titel ‘Ready for reuse’. Daarbij krijgen we modules uit het veld terug die wij controleren en weer opknappen. Grote klanten zijn erg actief als het om duurzaamheid gaat, en wat ze van ons verlangen, vragen wij op onze beurt weer van onze toeleveranciers zodat we de keten sluitend krijgen en kunnen controleren. Die leveranciers zitten bij ons veelal dichtbij. Stel dat je veel spullen van de andere kant van de wereld haalt, dan lijkt me dat veel lastiger.’

Meten en rapporteren

Wie is in staat om de CO2-footprint van zijn toeleveranciers te meten, wil Smit weten. Verhagen van OpackGroup noemt het juist valideren en verifiëren in de totale keten een cruciale volgende stap: ‘Bedrijven kunnen prachtige doelstellingen en voornemens op papier zetten, maar hoe ga je dat meten?’ De CSRD-richtlijn komt eraan, de Corporate Sustainability Reporting Directive van de EU, die steeds meer bedrijven verplicht te rapporteren over de impact van hun activiteiten op mens en milieu. ‘Maar de invoering loopt alweer vertraging op’, gaat Verhagen verder. ‘De meeste bedrijven in de maakindustrie moeten waarschijnlijk vanaf 2025 gaan meten, en vanaf 2026 rapporteren. Ondernemingen weten dat ze tegen die tijd een aantal zaken geregeld moeten hebben, maar bereiden ze zich daar wel echt op voor?’

Waldo Maaskant (provincie Noord-Brabant): ‘Veel bedrijven hebben nog geen idee wat de nieuwe richtlijnen inhouden en dat is begrijpelijk, want ze krijgen wéér regels erbij.’

Zo moet een bedrijf in de nabije toekomst een integraal jaarverslag opstellen, dat een accountant vervolgens moet goedkeuren. Maar veel accountants hebben nog zwaar onvoldoende kennis van wat er allemaal in moet staan. Wie zegt dat het klopt wat bedrijven erin zetten over hun milieu-impact: iedereen kan wel van alles roepen of verbloemen. Verhagen: ‘Stel, je bent als producent niet aangesloten bij zo’n wereldwijd duurzaamheidsratingsplatform als EcoVadis (met universele scorecards en benchmarks voor bedrijven, red.). Mag je accountant dan je gemelde CO2-cijfers aftekenen zonder enige externe validatie? Die validatie en verificatie worden een heel grote uitdaging.’

De afdeling Financiën binnen een onderneming krijgt ineens ook de verantwoordelijk voor die non-financiële rapportage. Onzekerheid en onbekendheid troef. Erwin Boons, relatiemanager business banking bouw en industrie bij ING regio Zuid-West, zat laatst met een grote groep accountants en cfo’s bij elkaar. ‘Het is voor alle partijen enorm zoeken hoe het allemaal moet met die CSRD-richtlijnen’, merkte hij. En het is 2025 voordat je het weet. Maak het niet te ingewikkeld, is zijn advies: ‘Begin met het in kaart brengen van je bestaande bedrijfsprocessen. Stoot je niks uit naar lucht, bodem en water, heb je dat goed geborgd en hoe dan precies? Laat je auditen volgens ISO 14001. De auditor komt en oordeelt, en de accountant kan aftekenen omdat alles volgens ISO 14001 is gedaan.’

Wéér regels erbij

Het vergt een enorme inspanning voordat bedrijven het voor elkaar hebben, verwacht Waldo Maaskant, programmastrateeg circulaire economie, biobased economy en groene chemie bij de provincie Noord-Brabant. ‘Veel bedrijven hebben nog geen idee wat de nieuwe richtlijnen inhouden en dat is begrijpelijk, want ze krijgen wéér regels erbij.’ Vanuit het Circular Value Center (het aanspreekpunt voor ondernemers in de maakindustrie in Brabant, Zeeland en Limburg die willen versnellen met circulair ondernemen, red.) zijn er informatiebijeenkomsten. ‘Oh, daar moeten onze cfo’s heen’, klinkt het van alle kanten in de zaal.

Arie Vergunst (Brabant Groep): ‘Groot applaus voor onze focus op duurzaamheid, maar laten we het alsjeblieft een beetje efficiënt organiseren.’

Als we niet oppassen is de ene helft van Nederland straks bezig om de andere helft langs de meetlat te leggen, stelt Arie Vergunst, algemeen directeur van Brabant Groep, specialist op het gebied van het stralen en conserveren van staal, met het hoofdkantoor in Oosterhout. ‘Westerse bedrijven ervaren zo gigantisch veel regeldruk. Het kost ons veel en veel meer geld en tijd om alles op orde te hebben dan in Oost-Europa of Azië. Straks zijn we de helft van onze tijd bezig met rapportages. Groot applaus voor onze focus op duurzaamheid, maar laten we het alsjeblieft een beetje efficiënt organiseren.’ Jeroen Lieth, directeur bouw en industrie bij ING regio Zuid-West, kan dat helemaal meevoelen: ‘Wij bieden leningen gekoppeld aan ESG-doelstellingen. De daarbij vereiste nulmeting bij EcoVadis is met name voor kleinere bedrijven uitdagend, vanwege het aanleveren van alle benodigde informatie. Op het moment dat ze deze procedure succesvol hebben voltooid, ervaren wij wel dat ondernemingen hier profijt van hebben, zowel aan de margekant als qua uitstraling naar buiten, gezien het karakter van de lening.’

Hard nadenken

Bedrijven kunnen zelf veel initiatief nemen, maar hoe laten ze de veranderende wereld hun bedrijfsvoering en portfolio beïnvloeden, komt de vraag op tafel. Verhagen: ‘Stel, je levert koelvloeistof voor verbrandingsmotoren en weet dat die motoren op een gegeven moment niet meer mogen, Ben je dan niet heel hard aan het nadenken over hoe het verder moet? Ik zie grote verschuivingen in de markt, maar veel bedrijven lijken gewoon door te gaan alsof er niks aan de hand is. Terwijl over vijf à tien jaar hun businessmodel niet meer werkt.’ Organisaties hangen hier en daar misschien wat leuke led-lampjes op, maar wat voor compleet ander portfolio ze moeten gaan voeren gezien de demografische veranderingen, de milieuwetgeving en noem maar op, daar maken ze zich niet druk om. Verhagen krijgt soms partijen bij zich, die een duurzame verpakking willen. ‘Ik zou met het product zelf beginnen’, zegt hij dan wel eens voorzichtig. ‘Ja, nee, dat is te moeilijk’, is dan de reactie.

Urgentie

Punt is dat alles ook gewoon door blijft draaien, aldus De Wilde. De urgentie van duurzaam ondernemen wordt daardoor nog onvoldoende gevoeld, lijkt het. De gasprijzen gingen vorig jaar de lucht in, hier en daar werd weliswaar een fabriek stilgelegd, maar veel zichtbare veranderingen waren er niet. ‘Hoe kan het dat zo’n financiële prikkel van die gasprijs ineens wél het gasverbruik 10 tot 15 procent omlaag kreeg, terwijl de output van de industrie vorig jaar zelfs hoger lag?’, vraagt De Wilde zich af. Vergunst: ‘Kunnen we zeggen dat het gewoon luiheid is, dat we met zijn allen nog steeds te weinig aan duurzaamheid hebben gedaan?’

Uiteindelijk is het een puur strategisch verhaal, benadrukt Maaskant. Zit er echt toekomst in mijn producten en diensten, of moet ik een andere koers gaan varen? Daar wordt nog te weinig naar gekeken, ziet ook hij. Ondernemen toeleveranciers zelf actie of wachten ze passief tot hun oem’ers aangeven wat ze moeten doen? ‘Echt, je hebt invloed, want de oem’er heeft ook niet alle wijsheid in pacht.’ Dus doe iets.

Duurzaamheid als marketingtool

Moderator Peter Smit komt met een volgende stelling: Voor kleinere oem’ers en toeleveranciers is de ESG vooral een administratieve last. Hebben mkb’ers onder de streep überhaupt wel wat aan een actieve houding op het gebied van milieu, maatschappij en governance? Of is het alléén maar gedoe dat niks oplevert?

‘Is het gewoon luiheid, dat we met zijn allen nog steeds te weinig aan duurzaamheid hebben gedaan?’

‘Het is geen ja en geen nee’, volgens Verhagen. ‘Administratief heb je zeker gedoe, maar je wilt als bedrijf groeien in bepaalde markten, en daar hoort een bepaald aanbod en bepaald gedrag bij. We waren de eerste in Nederland met een BRC Global Standard for Food Safety, de eerste met biologisch afbreekbare producten. Alles wat je als eerste doet, is lastig, maar als je daarmee marktaandeel opbouwt, loont het zonder twijfel. Sommige bedrijven stoppen met liefde en plezier ongelooflijk veel geld in marketing. Voor ons is duurzaamheid een marketingtool, iets om ons mee te onderscheiden.’

De Wilde ziet veel quick wins als je je gezond verstand gebruikt. ‘We ontwerpen en letten op extra punten qua duurzaamheid. Dat is niet zo ingewikkeld. Ons kwaliteitssysteem volgens ISO 13485 voor medisch-technologische bedrijven hebben we ook niet omdat het zo fijn en leuk is. We hebben het omdat we het nodig hebben om opdrachten te verkrijgen en kwaliteit te garanderen. Het hoort erbij.’ Het is alleen maar slim om nu al stevig op duurzaamheid in te zetten, vindt hij. ‘Als je tijdig begint, heb je de tijd om fouten te maken en bij te leren. Als je pas start als iets verplicht wordt, is het net als vroeger, dat je pas de avond van tevoren een examen ging leren.’

Dus zorg zelf dat je je zaken goed op orde hebt en investeer actief in duurzaamheid. Verhagen: ‘Daarmee wordt de barrier to entry voor nieuwe spelers hoger. Als mijn bedrijf voldoet aan vele eisen, moeten concurrenten ook daarin mee.’

Maar doe het ook weer niet té vroeg, want dan kun je jezelf uit de markt prijzen, klinkt het. Beune: ‘Kijk naar de toeleverwereld. In West-Europa is geen uur meer te krijgen, dus beweegt het werk zich naar Oost-Europa of verder. Daar wordt anders met duurzaamheid omgegaan en dan gaat toch de prijs weer tellen.’ Voor je het weet, rekent je klant je toch weer af op prijs en niet op alle mooie dingen die je voor de wereld doet.

Ommezwaai naar circulair

Smit wil weten of de bedrijven aan tafel vinden dat ze daadwerkelijk stappen hebben gezet richting circulaire productie en grondstoffen. Die ommezwaai naar circulariteit in de keten is nog wel even wat lastiger dan verbeteringen aanbrengen in eigen huis. Van Veggel: ‘We maken met onze 360 Group grondstoffen voor producten, en gebruiken oude materialen als input voor onze processen. Onze klanten produceren vervolgens bijvoorbeeld bloempotten met minimaal 70 procent gerecycled materiaal. De volgende stap is dat we die bloempotten uiteindelijk weer terug krijgen van de klant en opnieuw kunnen benutten. Aan het sluiten van die cirkel werken we nog.’

Unitron heeft een speciaal RMA-portal (Return Material Authorisation) waarop klanten heel gemakkelijk een apparaat kunnen aanmelden dat ze terug willen sturen voor bijvoorbeeld onderhoud of een opknapbeurt. Maar de regels zijn streng in de medische wereld. Iets komt van ziekenhuis A en gaat terug naar ziekenhuis A. Unitron heeft nog maar een heel beperkt refurbished aanbod.

Tijdens de grondstoffencrisis kon er veel qua hergebruik van oude onderdelen en modules, klinkt het aan tafel. Nu willen bedrijven toch liever alles weer nieuw hebben. Maar goed, als circulariteit echt interessante businessmodellen gaat opleveren, kan het ineens snel gaan. Verhagen: ‘De wereld is enorm in beweging. Er is nog veel weerstand als je het over duurzaamheid hebt. “De wetgeving is niet duidelijk”, zegt de één. “We weten we niet waar we heen moeten”, zegt de ander. Maar eigenlijk is dat vooral uitstelgedrag. Begin gewoon.’

Werken aan IMPACT

Gastheer en Sustainability director Rob Verhagen.

Oerlemans Packaging Group heet sinds kort OpackGroup en omvat acht bedrijven met tien productielocaties en twee technology centers. De verpakkingsproducenten binnen de groep hebben allemaal hun eigen specialismen, waaronder levensmiddelenverpakkingen, palletzakken en heavy duty zakken voor bijvoorbeeld kunstmest, diervoerders of hout. In totaal werken er bij de groep 750 medewerkers, de jaaromzet is 240 miljoen euro.

Tijdens de TalkING-bijeenkomst leidt Rob Verhagen het gezelschap met trots rond bij Oerlemans Plastics in Giessen, producent van kunststof flexibele verpakkingen en folies. Daar is recentelijk een enorme uitbreiding met 9.000 vierkante meter productieruimte gerealiseerd. In een aparte hal staat een gigantische extruder continu ballonnen van 25 meter hoog te spuiten van kunststof korrels: de korrels zijn beneden in de installatie vloeibaar, worden bovenin vast en leveren uiteindelijk rollen plastic folie op in allerlei gewenste samenstellingen. OpackGroup heeft tientallen extruders staan die van korrels folie maken, maar dit is het neusje van de zalm.

Link magazine editie februari/maart 2023 | jaargang 25 thema: Volle buffers en toch tekorten. Lees Link digitaal of vraag een exemplaar op: mireille.vanginkel@linkmagazine.nl

Verhagen werkt als sustainability director voor de gehele groep en vertelt over het uitgesproken duurzaamheidsbeleid. ‘Werken aan IMPACT, heet dat bij ons. Die letters staan voor Innovatie, Medewerkers en Partners, Ambassadeurschap, Climate impact en Transparantie. We verduurzamen in eigen huis en in de keten, en dragen dat overal uit. Daarbij hebben we het natuurlijk over de R’s: reuse, reduce, redesign, recycle en renew. Het één is niet per definitie beter dan het ander. We kijken steeds wat de meest optimale combinatie is in een bepaalde situatie.’

Share.

Reageer

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Verified by ExactMetrics