Plaatwerkbedrijf Suplacon wil groeien door zijn productiviteit te vergroten, onder meer van het lasersnijproces. Daarvoor is meer nodig dan alleen nieuwe machines installeren met lasers die een hoger rendement hebben en daardoor sneller snijden. Slimme software draagt eveneens bij aan een efficiënter proces. En samen met partners stroomlijnde Suplacon ook de logistiek rond de lasers. ‘Er wordt alleen geld verdiend als het gereedschap – de laserstraal of een kantmes – het materiaal raakt. Alles eromheen moet je zo efficiënt mogelijk inrichten.’
– ‘Startpunt was onze ambitie om naar een omzet van 20 miljoen euro te groeien, zonder dat er extra handjes nodig zouden zijn.’
– ‘Het ironische is dat een snellere laser als een raket over de plaat gaat, maar de logistiek vaak niet zo snel is.’
– ‘We willen de verantwoordelijkheid zo laag mogelijk op de vloer houden.’
– ‘Tegelijkertijd moeten we in onze tak van sport echt naar procesborging.’
Samenwerken voor slim snijden bij Suplacon
Suplacon (100 medewerkers) in Emmeloord is een moderne toeleverancier voor plaatwerk, van basisonderdelen en behuizingen tot kasten en lasconstructies. Het bedrijf heeft een eigen portal, Plaatwerk365, voor het online calculeren en bestellen van plaatwerkproducten. Met deze portal, inmiddels goed voor 30 procent van de omzet, laat Suplacon zien in de plaatwerkwereld voorop te lopen met digitalisering.
Een ander ‘bewijs’ daarvan is een recent smart industry-project waarin Suplacon samen met partners een hooggeautomatiseerde installatie voor lasersnijwerk realiseerde. Trumpf Nederland fungeerde als projectcoördinator en leverde nieuwe lasersnijmachines. Slimme uitbreidingen op de werkvoorbereidingssoftware kwamen van WiCAM Benelux, leverancier van high-end CAD/CAM- en nestingsoftware voor cnc-plaatbewerking. Het Duitse Remmert verzorgde de logistieke automatisering en Produmize, ontwikkelaar van smart industry-oplossingen voor het mkb, ondersteunde bij het ontsluiten van de data uit de installatie.
Tussenstappen meenemen
Doel van het project was de automatisering en digitalisering rond het snijproces naar een hoger niveau te tillen, vertelt operationeel directeur Antijn Koers van Suplacon. ‘Startpunt was onze ambitie om naar een omzet van 20 miljoen euro te groeien, zonder dat er extra handjes nodig zouden zijn. Daarvoor moesten we meer planuren voor het lasersnijwerk halen. Met de huidige installatie hadden we echt de limiet bereikt. We hebben eerst gekeken naar een oplossing van Trumpf, TruLaser Center 7030, voor het snijden en het uitpakken van de gesneden delen.’ De keuze viel echter op een logistieke oplossing van Remmert, in combinatie met nieuwe lasersnijmachines van Trumpf, voorzien van hoogrendementlasers (fiber in plaats van CO2), en de software van WiCAM. ‘Daarmee konden wij voor het snijproces de beste organisatie en structuur met hardware en software vastleggen, waarbij we ook een efficiencyslag in de logistiek maakten. Want als je machines een stuk sneller worden, moet je dat aan de achterkant wel kunnen bijbenen.’
De machine is tegenwoordig niet meer de bottleneck, maar de organisatie eromheen, beaamt Jelle Koning, ceo van Produmize uit Doesburg. ‘Je moet de aanvoer van materialen en afvoer van gesneden producten ook kunnen verwerken.’ Of zoals Trumpf-salesmanager Michel van Valburg het kernachtig omschrijft: ‘Er wordt alleen geld verdiend als het gereedschap – de laserstraal of een kantmes – het materiaal raakt. Alles eromheen moet je zo efficiënt mogelijk inrichten. Dat was een belangrijk doel van dit project.’
Aan- en afvoer ontkoppeld
De installatie van Remmert ontkoppelt bij de snijmachines de aan- en afvoer. Een Laserflex handlingsysteem brengt plaat van magazijn naar laser, retourneert reststukken en legt gesneden plaat weg. Bij Suplacon gebeurt dat naar twee Loopflex-systemen, transportbanden waar operators handmatig de gesneden producten uitsorteren. Koers: ‘Door de Loopflex hoef je de gesneden plaat niet meer van A naar B te brengen, dat scheelt weer een transportbeweging. Je kunt er de producten ergonomisch goed van de band halen. In de toekomst willen we vision inzetten voor het automatisch uitsorteren. Het goed oppakken en wegleggen blijft een uitdaging, zeker voor eenmalige series.’ Dat heeft onder meer te maken met verschillende klantwensen voor kwaliteit en afwerking, verklaart Janco Dragt, industrial engineer bij Suplacon. ‘Denk aan tussenmaterialen voor het stapelen van producten, of visuele inspectie op vlekken en bramen. High-end klanten hebben andere wensen dan 365-klanten en die kunnen het werk bij de Loopflex verstoren. Daarvoor gebruiken we een apart afwerkplein.’
Unieke omgang met reststukken
Remmert was zes jaar geleden al bij Suplacon in beeld gekomen met zijn oplossingen voor de materiaalflow, verklaart Koers. ‘We wilden de beam-in, de reine snijtijd van onze lasersnijders, verhogen. Die lag rond de 50 procent en om nog hoger te komen, moesten we de materiaalaanvoer en -afvoer verder automatiseren. Met hun ideeën over de handling van materialen en de configureerbaarheid van installaties en hun duidelijke agenda voor digitalisering hadden ze voor ons de beste propositie.’ De keuze voor Remmert was voor Trumpf, dat zelf ook logistieke oplossingen biedt, geen punt, aldus Trumpf-servicemanager Jeroen Oldenhof. Bart Verhoeven, technisch manager bij WiCAM Benelux in Den Bosch, vult aan: ‘Bij Remmert is er een makkelijke keuze om het gesneden product weer in een magazijn te leggen of meteen uit te sorteren. Het unieke van deze installatie is dat het geen extra cassette in het magazijn kost om reststukken terug te leggen; die komen gewoon bovenop de aanwezige platen te liggen. Dat betekent dat je heel erg efficiënt omgaat met de ruimte in het magazijn. Gevolg voor ons was wel dat we onze software moesten aanpassen, omdat de bij Suplacon al aanwezige magazijnen, van Trumpf en Stopa, reststukken anders verwerken. De manier waarop zij in de nieuwe installatie met reststukken omgaan is echt uniek.’
Beam-in omhoog
De nieuwste automatisering heeft al vrucht afgeworpen. De beam-in is significant gestegen, meldt Koers. ‘Die ligt nu rond 66 procent en we willen naar zeventig.’ En dat terwijl de 50 procent waar Suplacon op zat al aan de hoge kant was, weet Van Valburg. ‘Het ironische is dat een snellere laser als een raket over de plaat gaat, maar de logistiek vaak niet zo snel is. Dan staat de machine na het snijden naar verhouding langer te wachten en gaat de beam-in omlaag.’ Koning: ‘Bij Suplacon kijken ze niet alleen naar het snijproces, maar met een integrale benadering naar alle machines in het proces. Daardoor kunnen ze hier die 70 procent halen, terwijl veel bedrijven blijven hangen in alleen maar de machine optimaliseren en daardoor tijd verliezen met het wachten op de verdere verwerking.’
Last-minute nesten
Van al het werk dat zo efficiënt over de nieuwe installatie gaat, betreft 30 procent orders voor nieuwe producten, vertelt Koers. ‘Die komen van bestaande klanten maar vooral via onze portal. Die gebruiken we als acquisitiekanaal en dat werkt goed. Ook hebben we persoonlijk contact met 365-klanten, om te zien of we meer voor hen kunnen betekenen. We reserveren ruimte in de planning voor Plaatwerk365-orders. WiCAM heeft een oplossing ontwikkeld om nestingen die nog niet volledig zijn gevuld last-minute te kunnen aanvullen met onder meer 365-orders.’ Dat helpt ook om reststukken te voorkomen, waardoor de handling en dus het gehele proces weer iets efficiënter worden.
‘De beam-in, de reine snijtijd van onze lasersnijders, is significant gestegen naar rond 66 procent en we willen naar zeventig.’
Leren op de werkvloer
Vanwege het hoge aandeel nieuwe orders blijft vakmanschap belangrijk, in werkvoorbereiding en op de vloer. Suplacon investeert daarom veel in TWI, verklaart Koers. ‘Training within industry. Vroeger kon je een vakman, zoals een lasser of kanter, nog van de straat plukken, maar in de huidige ‘roversmarkt’ lukt dat niet meer. Wij leiden daarom zelf mensen op die vanuit een heel andere achtergrond komen, maar wel iets met techniek willen doen. We kijken naar hun skills en vooral naar hun attitude. Met TWI leren we ze stapsgewijs bewerkingsprocessen uit te voeren, op basis van OMA: organiseren, mechaniseren en automatiseren. Kanten bijvoorbeeld is opgedeeld in 25 standaardstappen, van kantmes inhangen tot gekant product wegleggen. We leren hen één stap tegelijk en laten die handeling zeven keer herhalen, maximaal drie standaardstappen per dag; dan beklijft het volgens de theorie. Zo leiden we mensen op om productiever te zijn, beter om te gaan met de gereedschappen en de kwaliteit te borgen. We willen de verantwoordelijkheid zo laag mogelijk op de vloer houden.’ Het gaat weer terug naar intern opleiden en verder doorscholen, zegt Oldenhof, die bij meer Trumpf-klanten zo’n inzet op training ziet. ‘Zover zijn wij nog niet’, reageert Dragt bescheiden. ‘We zien wel dat het met de vele zijinstromers een uitdaging is om de kwaliteit voor de kritische vraag van kritische klanten te borgen, zodat producten op de juiste manier het pand hier verlaten.’
ASML dominant
In reactie op de klantvraag die steeds kritischer wordt, heeft Suplacon Team Blauw in het leven geroepen, meldt Koers. ‘Dat gaat over leverbetrouwbaarheid, kwaliteit, verpakkingswijze en afwerking. Op sommige producten mag bijvoorbeeld geen krasje meer zitten en ook geen vetvlekje dat alleen onder een uv-lamp zichtbaar is. ASML is daarin heel dominant. In Team Blauw ontwikkelt Janco samen met drie collega’s de borging van deze producten. Wij zijn een mensgericht bedrijf. Tegelijkertijd moeten we in onze tak van sport echt naar procesborging.’ Dragt: ‘Daarom besteden we met Team Blauw veel aandacht aan werkinstructies. De ene materiaalsoort heeft bijvoorbeeld een andere bescherming nodig dan de andere. Ook vakbekwaamheid en krassen zijn thema’s. Met de nieuwe upgrades van werkinstructies creëren we meer duidelijkheid, zowel intern als in de hele toeleverketen.
Gamification
Voor de gesprekspartners geldt betrokkenheid van de medewerkers als een belangrijke succesfactor voor de ontwikkeling van Suplacon. Verhoeven: ‘Al bij de oude lasermachines kwam er op het scherm een pop-up als ze te lang stilstonden. De mensen zijn hier gewend om het uiterste uit de machines te persen. Dat is een soort bedrijfs-DNA geworden.’ Ook in het smart industry-project is uitgebreid met de mensen op de vloer gesproken over welke informatie zij op hun schermen willen zien, vult Koning aan. Samen met Dragt heeft hij gewerkt aan een datacollectieplatform voor het ontsluiten van de data uit de installatie en dashboards gebouwd voor de presentatie aan operators. ‘Alles wat wordt gelogd, is ook te zien op het dashboard; er zijn geen geheimen. De mensen hier vinden het leuk om daarover mee te denken.’ Meer data uit de machines halen en die onderling vergelijken lokt een soort gamification uit, zegt Dragt, als vertegenwoordiger van de jonge generatie. ‘De ene ploeg gaat opboksen tegen de andere, want een operator wil zoveel mogelijk productie draaien. Hoe mooi is het dat je daarbij kan helpen. Dat voegt waarde toe aan het werkgeluk van de operator én draagt bij aan productiviteitsverhoging.’
Veranderingsgezind
In een automatiseringsproject wordt natuurlijk geïnvesteerd in machines, software en logistiek, zegt Van Valburg. ‘Maar als de mensen het niet begrijpen of niet accepteren, dan remt dat je hele oplossing af.’ Bij Suplacon is dat niet geval, want daar is veranderingsgezindheid een andere succesfactor. Ook bij dit project, herinnert Verhoeven zich: ‘De installatie stond en jullie wilden meteen het proces verbeteren. Bij de derde plaat die er doorheen ging kregen we al opmerkingen: “Dit kan sneller en dat en dat moeten jullie nog verbeteren.”’
Die veranderingsgezindheid zit in de genen van het bedrijf, beaamt Koers. ‘Dat heeft te maken met onze cultuur en ook de gemiddelde leeftijd hier, 35, wat voor een metaalbedrijf uitzonderlijk jong is. We investeren veel in het onderwijs. In 2020 hadden we hier zestien studenten voor een opdracht van een half jaar en vorig jaar zelfs 24, onder wie Janco. We formuleren opdrachten voor de hele doorsnee van het onderwijs, mbo, hbo en wo.’ Koning is verbaasd over de verantwoordelijkheid die studenten in hun projecten bij Suplacon krijgen. Koers: ‘Dat heeft te maken met onze actieve begeleiding en de goede contacten met onderwijsinstellingen en docenten, waardoor zij vaak goede studenten aandragen.’
Laten zien dat het werkt
Tot slot wordt samenwerking als succesfactor benoemd. Van Valburg: ‘Als Trumpf kunnen wij alleen maar succesvol zijn als onze klanten dat zijn. De wereld wordt complexer en oplossingen worden steeds meer alomvattend. Dus staan wij ervoor open om samen met partners een project neer te zetten.’ Zijn collega Oldenhof vult aan: ‘Wij kunnen het totale proces leveren, met machine, magazijn en software van eigen makelij. Daar hebben we in Nederland al veel ervaring mee opgedaan in complexe projecten. Maar als we er bijvoorbeeld een andere leverancier bij inzetten, verandert dat niet zoveel aan de communicatie en de koppelingen tussen machines.’ Dat is ook verkooptechnisch interessant, geeft hij ruiterlijk toe. ‘Als we hier met Remmert samenwerken en een andere klant die al Remmert heeft staan wil een machine van ons kopen, dan kunnen we hier laten zien dat het prima samenwerkt. Het mooiste is een complete oplossing leveren, maar als je het modulair opbouwt, heb je ook de mogelijkheid om zelf slechts een deel te leveren.’
Centraal aanspreekpunt
Klopt helemaal, reageert Koning, ‘maar toch zie je nog gesloten bedrijven die zeggen: “Je koopt alleen van ons.”’ Van Valburg: ‘Van traditionele machinebouwer gaat Trumpf richting leverancier van productie-oplossingen; dan moet je openstaan voor samenwerking met goede partijen.’ Die verantwoordelijkheid moet een partij als Trumpf ook nemen, vindt Koers. ‘Je koopt geen machine meer maar een oplossing, inclusief logistiek en software, dus een Trumpf-machine en alles wat daarbij past, eventueel ook van andere leveranciers.’ Van Valburg: ‘Om van die losse delen één geheel te maken, is een centraal aanspreekpunt nodig. Die rol hebben wij hier op ons genomen. Maar het is de samenwerking met Suplacon en de andere partners die dit project echt bijzonder maakt.’