Nadat het Haagse Robin Radar Systems verliesgevende jaren kende, is de scale-up inmiddels gelauwerd als een great place to work en een van ’s lands snelste groeiers. Dit door geld en energie te steken in goed werkgeverschap, marketing en een innovatieve radartechnologie die vogels en drones detecteert en identificeert. Voor die technologie hebben zich de laatste jaren steeds meer markten geopend, van luchthavens en kerncentrales tot en met paleizen en de Formule 1.
‘De next level funding beloopt tientallen miljoenen’
Bij de ruime entree vallen ze direct op: vliegtuigdelen, een drone en een pop in het uniform van een militaire vlieger. Op de eveneens ruim ingerichte eerste verdieping springen meteen de drie veelkleurige ‘hangstoelen’ in het oog, omzoomd door een gefotografeerd bos. Iets verderop in de grote open ruimte is een deel voorzien van vliegtuigstoelen en een podium met een spreekgestoelte. Bestemd voor presentaties aan klanten, maar ook voor meetings met het personeel. Aan de wanden een serie posters die allemaal betrekking hebben op projecten en acties die van Robin Radar de prettige werkplek maken die het volgens Great Place To Work al jaren achtereen is. ‘Ik heb veel jonge mensen in dienst die veel meer geïnteresseerd zijn in een fijne werkplek dan in een zo hoog mogelijk salaris’, licht ceo en oprichter Siete Hamminga toe.
Even later vertelt hij weliswaar te zijn opgeleid als een techneut, maar zich veel meer een marketeer te voelen. ‘Een van mijn sterktes is het vertalen van techniek in aansprekende marktproposities.’ Het HR-beleid van Robin Radar is ook marketing en vice versa, wil hij maar zeggen.
Bakkie met de baas
Een van de acties waarin marketing en goed werkgeverschap samenkomen duidt hij met ‘een bakkie met de baas’. Twee maanden na binnenkomst hebben nieuwe medewerkers een gesprek met Hamminga. ‘Ik wil dan van ze horen hoe de onboarding – het inwerken – is verlopen en wat ze met hun nog frisse blik van de buitenstaander is opgevallen. Dan hoor ik vaak dat ze hun ontvangst als een warm bad hebben ervaren. Maar ook dat, wanneer ze vaststellen dat iets nog niet goed geregeld is, collega’s die hier al langer werken het steeds vergoelijken met: “We zijn ook nog maar een start-up.” Terwijl we dat natuurlijk niet meer zijn. Misschien ben ik soms wat te zelfkritisch, erger ik me er te snel aan als dozen langer dan vijftien minuten ergens staan waar ze niet horen. Ik weet dat we hier veel zaken beter voor elkaar hebben dan menig grote corporate. Maar ik weet ook dat een nette, innovatieve uitstraling het beeld versterkt van de r&d-intensieve onderneming die we zijn. Potentiële klanten willen zich daardoor eerder aan ons verbinden. Het zijn ménsen die zakendoen met mensen.’
Golden Earring
Een andere opvallende activiteit die zowel medewerkers als klanten aansprak, ontstond toen dit voorjaar bekend werd dat George Kooymans, gitarist van Golden Earring, aan ALS lijdt. ‘Een Haagse band, met als grootste hit Radar Love. Dus heeft het personeel – veelal thuis aan het werk – een online veiling georganiseerd. De een bood een cursus stand-up comedy aan, van de ander kon je een uurtje wandelen met zijn geit of een zeilles krijgen. De opbrengst – meer dan 16.000 euro – is naar de ALS-stichting gegaan. Ook al nemen klanten er zelf niet aan deel, ze zíen dat ook. Het versterkt het werkplezier, en helpt bij recruiting. We leveren dan wel fysieke radarsystemen, maar we zijn vooral een softwarebedrijf en dus altijd op zoek naar die schaarse software developers en IT-specialisten. De meeste sollicitanten – vorig jaar zevenhonderd – komen uit het netwerk van onze eigen mensen.’
Krachtige scale-up
Recruitment is belangrijk voor Robin Radar. Zelfs in coronatijd, sinds medio maart vorig jaar, heeft het Haagse bedrijf 30 mensen aangenomen. Er zijn nu 70 mensen in dienst, bij een omzet die vorig jaar door de grens van 10 miljoen euro brak. Met recht mag dus gesteld worden dat de onderneming van Hamminga geen start-up meer is. In 2016 verviervoudigde de omzet, sinds dat jaar is het bedrijf een krachtige scale-up. In de jaren erna belandde het op plek 33 van de Deloitte Fast 50 en werd het onderscheiden met de FD Gazellen Award. Voor een groeiversnelling die het zonder de opkomst van de drone niet had kunnen realiseren, duidt Hamminga.
Mooie technologie, goede oplossing
Hamminga richtte Robin Radar Systems op in 2010, in een tijd waarin hij zich als consultant toelegde op het versneld naar de markt brengen van innovaties. ‘TNO vroeg mij toen eens te kijken naar een radarproject, genaamd ‘Robin’. Ik zag er een mooie technologie in, als een goede oplossing voor een duidelijk probleem.’ Hamminga betaalde TNO voor de intellectuele eigendomsrechten (IP), en startte een bedrijf dat een technologie biedt voor het voorkomen van de vele aanvaringen van vliegtuigen met vogels. ‘Wereldwijd gebeurt dat jaarlijks zo’n 25.000 keer. Soms met grote gevolgen, zoals de crash van het Hercules-vliegtuig in Eindhoven in 1996, en de benauwde landing van een Airbus in de Hudson River in 2009. Vaker met alleen schade aan vleugel of motor, maar dan altijd gepaard gaande met hoge kosten.’
Eerst verliesgevende jaren
Het leverde Robin Radar contracten op met luchthavens. Ook militaire organisaties en de eerste windmolenparken toonden belangstelling. Financieel gesteund met investeringen door pensioenfonds ABP en uit het Mainport Innovation Fund was de start veelbelovend. Een stevige impuls kwam van de Nuclear Security Summit in 2014 in Den Haag, waar maar liefst 58 staatshoofden tegen onder andere drone-aanvallen beveiligd moesten worden. ‘De militaire radars van toen konden geen onderscheid maken tussen vogels en drones. De overheid schreef daarom een challenge uit voor een oplossing, 38 bedrijven namen eraan deel en wij wonnen.’
Toch was die victorie nog niet voldoende om de verliezen te compenseren. Het kostte tijd om de markt te ontwikkelen. ‘2013, 2014 en 2015 waren jaren waarin we door de valley of death in innovation gingen. De r&d-kosten stegen elk jaar, maar veel tenders waarop we inschreven liepen steeds weer vertraging op en leidden niet tot voldoende omzet.’
Nieuwe markten
Sindsdien is de vraag naar anti-dronesystemen snel gegroeid, wat vanaf 2016 ook blijkt uit de omzet van Robin. Vragen komen niet alleen vanuit de civiele en militaire luchtvaart, maar dus ook van organisaties van politieke topmeetings. Daarnaast tonen gevangenissen belangstelling, moeten ook kerncentrales tegen drones beveiligd worden en willen koningen en presidenten hun paleizen met het systeem van Robin Radar zekerstellen. Of koning Willem-Alexander al klant is kan Hamminga niet bevestigen, wel dat voor de Formule 1-race begin augustus op Zandvoort gebruik is gemaakt van zijn technologie. Ook heeft hij inmiddels twee projecten lopen in de VS, waar luchthavens volgens gegevens van de Amerikaanse luchtvaartautoriteit FAA geplaagd worden door gemiddeld honderd drones per maand. ‘Nog dit jaar zetten we onze eerste stappen in Amerika. Dat willen we doen samen met grote lokale spelers in de militaire en burgerluchtvaart, zoals Boeing, Raytheon, Moog en Lockheed Martin.’
Het komt aan op de technologie
Is de concurrentie op vogeldetectiemarkt nog niet groot, op de drone-detectiemarkt is die dat wél. Dat Robin Radar zich ook daar weet te onderscheiden, heeft vanzelfsprekend niet primair te maken met marketing of een doordacht personeelsbeleid. Het komt vooral op de technologie aan. ‘Radars’, begint Hamminga zijn uitleg, ‘zijn vanouds goed in het over grote afstand waarnemen van grote objecten. Ze zenden een krachtig elektromagnetisch signaal uit, en leiden uit de weerkaatsing op het object af waar dat zich bevindt. Kleine objecten als vogels verdwijnen echter in de ruis. Onze software en algoritmes filteren uit die ruis de signalen die wijzen op de aanwezigheid van vogels. In eerste instantie konden we alleen vogel-intensiteit identificeren, nu ook individuele objecten, hun omvang en vluchtpad. En dat in 3D. Ook weten we of het vogels of drones zijn.’ Voor dat laatste verschil gebruikt de scale-up micro-doppler-technologie, die kan vaststellen of het object tegengestelde bewegingen vertoont. ‘Zoals een rotor die zowel van je af als naar je toe beweegt’, zegt Hamminga. ‘En recente ontwikkelingen op het gebied van deep learning gaan weer nieuwe mogelijkheden bieden.’
Eigen radars
Bij de start in 2010 concentreerde Robin Radar zich vooral op de filter-software en kocht het de radar zelf in. Meer specifiek ging het om scheepsradars. ‘Maar die hebben als makke dat ze alleen in 2D kijken’, zegt Hamminga. ‘En dat voor de helft naar beneden, vanwege de deining van een schip. Niet handig als je juist naar boven wil kijken. Dus zijn wij onze eigen 3D-radars gaan ontwikkelen.’ Robin Radar doet dat deels samen met TNO. ‘De start van de ontwikkeling van onze detectietechnologie lag dus ooit bij TNO, de actuele technologie bevat er echter nauwelijks nog iets van. Toch werken wij nog altijd veel met TNO samen aan het antennedesign. We hebben het instituut inmiddels voor veel meer geld ingehuurd dan ik in 2010 betaald heb voor de IP-overdracht.’
Weer versnellen
Dankzij de innovatieve technologie – waarvoor dankbaar gebruik is gemaakt van het op de markt komen van steeds snellere chips die steeds meer ruisdata kunnen ontrafelen – en het ontstaan van nieuwe markten heeft de coronacrisis slechts geleid tot een geringe groeivertraging. De geplaagde luchtvaartsector is nog steeds een markt van importantie, toch bleek er genoeg geld voor het overnemen van Scarecrow, een Britse onderneming gespecialiseerd in het verjagen van vogels. Post-corona wil Siete Hamminga de groei weer versnellen. ‘De eerste twee projecten in de VS lopen dus. We zien die als een kansrijke markt en willen ons daar ook vestigen. Voorts hanteren we een buy and build-strategie: we willen complementaire vogel- en drone-detectiebedrijven overnemen. De next level funding die we nodig hebben beloopt tientallen miljoenen.’
Dit jaar gaat Hamminga op zoek naar de geschikte private equity. ‘Investeerders met niet alleen geld, maar ook met kennis van en ervaring met het internationaliseren. Want we gaan van Robin Radar een wereldbedrijf maken. Vóór 2030 willen we de 150 miljoen euro omzet aantikken.’
‘Nog dit jaar zetten we onze eerste stappen in Amerika’
Meer en meer uitbesteden
Robin Radar Systems ontwikkelt, assembleert en test de radarsystemen die het op de markt brengt. Alle (klantspecifieke) onderdelen koopt het bedrijf in. In het kader van de strategie van snelle groei wil het bedrijf het assembleerwerk ook meer en meer gaan uitbesteden. Inmiddels wordt de samenbouw van de 2D-radar ELVIRA gedaan door Hittech MPP, even verderop gevestigd op het bedrijventerrein in Ypenburg bij Den Haag. Mede door het toenemend protectionisme voorziet de onderneming op de lange termijn een local for local-strategie, waarbij de radars voor de Amerikaanse markt in Amerika worden gemaakt, in Europe voor Europa en in Azië voor Azië.