De Veghelse ondernemingen Minkels (fabrikant van datacenteroplossingen) en dochterbedrijf Cortexon (producent van klantspecifieke industriële behuizingen) varen beide al ruim tien jaar onder de vlag van de Franse Legrand Group. In de toekomst zal openheid tussen producent en toeleverancier – die in toenemende mate dichterbij huis wordt gevonden – steeds belangrijker worden.
Complexiteit ontwikkeling reden om productie te centraliseren
De geschiedenis van Minkels – dat dit jaar 75 jaar bestaat – begint in 1948, toen Jan Minkels aan de slag ging als toeleverancier van klantspecifieke metaaloplossingen voor diverse bedrijven in onder meer de voedingsmiddelenindustrie in de regio. Minkels ontwikkelde zich door tot productorganisatie voor telecombehuizingen en later tot specialist in serverracks voor de datacentermarkt. Parallel ontstond een activiteit op het gebied van industriële behuizingen, Minkels Specials Products, in 2006 omgedoopt tot Cortexon. In 2012 zijn beide bedrijven overgenomen door de Franse Legrand Group, met behoud van eigen afdelingen voor ontwikkeling, verkoop en aftersales, met gedeelde productieoperatie en staffuncties.
Srvicevriendelijkheid
Dankzij die overname kon Minkels zich vooral richten op internationale groei in de datacentermarkt. Cortexon hield de focus op de hightech industrie in de Benelux, maar zet zijn kennis en competenties ook regelmatig in voor ontwikkelingen binnen Legrand. Zo kreeg het de opdracht om een aantal producten van het recentelijk door Legrand overgenomen Ecotap, specialist in laadsystemen voor elektrische voertuigen, te redesignen. ‘Net vandaag hebben we een voorstel neergelegd voor optimalisatie van de koeling en servicevriendelijkheid van de installatie. Dat voorstel leidde tot veel enthousiasme. Nu gaan we prototypen maken en aantonen dat het inderdaad een stuk beter is’, aldus Marcel van de Sande, businessunitmanager bij Cortexon.
‘De laagste prijs is niet meer zo belangrijk als je geen producten hebt’
Hij wijst op een ander voordeel van de overname: ‘Hitachi, een grote klant van ons, wil wereldwijd dezelfde producten hebben. Als onderdeel van de Legrand Group hebben we de mogelijkheid om in de fabriek van Legrand in de VS exact dezelfde kasten te laten maken als hier in Nederland. Vanuit die fabriek beleveren wij dan Hitachi in de VS, waarbij we samen met het designteam van Hitachi het ontwerp bepalen.’
Herbezinning
Gevraagd naar actuele impactvolle ontwikkelingen noemt Jeroen Hol, voormalig ceo Minkels-Cortexon en sinds 2015 actief in diverse directiefuncties bij moederbedrijf Legrand Group, de veranderde toeleverketens. ‘Er is sprake van een herbezinning op het huidige model van productie ver van huis in China of lagelonenlanden. Want is dat wel duurzaam en vol te houden vanwege de huidige geopolitieke spanningen? De laagste prijs is niet meer zo belangrijk als je geen producten hebt’, zegt hij.
Daarnaast zijn ook de kosten- en marktsituatie in bijvoorbeeld China gewijzigd. ‘Dat land heeft inmiddels een grote interne markt, wat ook zijn weerslag heeft op onze kijk op de toeleverketens’, aldus Hol, die kansen in de regio ziet: ‘Op voorwaarde dat we erin slagen de samenwerking te intensiveren en kostenefficiënter te produceren. Bij Legrand acteren we ook zo. Vanuit de gedachte van businesscontinuïteit werken we zo veel mogelijk met double sourcing.’
Arbeid minimaliseren
De keuze voor lokaal produceren biedt leveranciers de middelen om te automatiseren, waardoor het aantrekkelijker wordt om in eigen land te blijven. ‘Ook bij Cortexon proberen we in de productie zo veel mogelijk te automatiseren en mensarbeid te minimaliseren, om de kostenfactor mens te verlagen’, zegt Van de Sande. ‘Bovendien bouw je ook meer kennis op als je zelf produceert.’ Dat is een belangrijk pluspunt nu de ontwikkeling van nieuwe producten steeds complexer wordt vanwege AI en andere computertechnologieën. ‘Een applicatielaag en cloudlaag zijn niet meer weg te denken. Vanuit die context is het ook goed om de productie gecentraliseerd te houden’, meent Hol.
Om bij de ontwikkeling van producten met al die aspecten – mechanica, software en elektronica – rekening te houden, zijn wel oem’ers nodig die dat uit handen willen geven, betoogt Van de Sande. ‘Dat zij zich richten op hun corebusiness en de gedeelten uitbesteden waar anderen beter in zijn. In Nederland – meer dan in Duitsland – kiezen al de nodige oem’ers daar bewust voor.’ Jeroen Hol onderstreept het belang van samenwerking en openheid. ‘Toch gaat het regelmatig nog niet goed, omdat bedrijven die transparantie niet willen geven. Het delen van bijvoorbeeld de BOM of het ontwerp met de toeleverancier is niet altijd vanzelfsprekend.’ Volgens Van de Sande biedt een NDA dan uitkomst. ‘Openheid leidt toch tot betere resultaten.’
Hechte relatie
Er volgt een persoonlijk relaas naar aanleiding van het 25-jarig jubileum van Link Magazine. Beiden ontmoetten de uitgevers John en Mireille van Ginkel voor het eerst op de Hannover Messe en dit contact is de afgelopen vijftien jaar hechter geworden. Zo is Hol al jarenlang lid van de raad van advies van Link Magazine. ‘John is een echte verbinder met oprechte interesse in de Nederlandse maakindustrie’, stelt Hol. Van de Sande sluit zich daarbij aan: ‘John kent ontzettend veel mensen en bedrijven, weet precies wie waar op welk moment mee bezig is. Dat kan zo maar tot een nieuwe klant leiden.’