Vooruit, een beetje pijn doet het wel. Wat wil je ook, stellen Ad Vermeer en Thérèse van Vinken, als je de afgelopen jaren zoveel uren in het eigen bedrijf hebt gestoken. Als je het hebt zien uitgroeien van start-up naar de scale-up die het inmiddels is, met zo’n 20 medewerkers en een fikse groei in zicht. Toch doen beiden een verdere stap terug bij Cerescon, het bedrijf in Heeze dat door hen in 2014 werd opgericht. Het moment is ernaar, vertelt Vermeer. ‘Het bedrijf is in de fase van routineproductie beland. We wisten al vanaf het begin dat we dan het stokje wilden doorgeven.’ Van Vinken: ‘We zijn meer bouwers dan beheerders. Het is nu aan anderen om het bedrijf verder op te schalen.’
Cerescon is producent van de Sparter, een zelfrijdende machine die asperges selectief oogst. Dit als resultaat van een jarenlange ontwikkeling, waarbij één aspect altijd vooropstond: de detectie moet ondergronds gebeuren, zoals dat met de Sparter ook gebeurt. ‘Daardoor krijg je betere kwaliteit asperges dan met handsteken’, zegt Vermeer. ‘Het is diezelfde kwaliteit die ervoor zorgt de teler meer voor z’n asperges krijgt.’ Bovendien, automatisering van het oogstproces is simpelweg noodzakelijk. ‘Anders redt de sector het hier in Europa niet. En nemen landen als Peru en China, waar wereldwijd de meeste asperges vandaan komen, het over.’
Met de aanstelling van Denick Murraij als Cerescons ceo, zo’n anderhalf jaar geleden, deden Vermeer en Van Vinken al een eerste stap terug. Dat laatste krijgt nu een vervolg. Van Vinken is sinds 1 februari niet meer betrokken bij de operationele activiteiten, Vermeer brengt zijn werk als systeemarchitect terug naar één dag in de week. Wat beiden nu gaan doen? Van Vinken denkt aan het onderwijs (‘Ik heb jaren voor technische bedrijfsopleidingen en in het onderwijs gewerkt’), ook Vermeer deelt graag zijn kennis. ‘Ik kijk als systeemarchitect rond in de regio Eindhoven, heb hier een groot netwerk, en wil graag met junior architecten samenwerken.’
De grootste uitdagingen van de afgelopen jaren? ‘Tijd en geld’, zegt Van Vinken resoluut. ‘Je moet er écht vol voor gaan.’ Pittig was het ook de markt te overtuigen, wat Van Vinken deels onderving door een gebruikersgroep met daarin meerdere telers te starten. En dan die andere uitdaging: wanneer is een machine, los van de technische uitdagingen, echt klaar om de markt op te gaan? De Sparter aan een tractor koppelen bleek klanten te duur, want die tractor moet worden bemand. Dus werd mede daarom overgestapt naar een zelfrijdende versie, waarvan er nu zes zijn gemaakt. Drie Sparters zijn al verkocht, twee worden binnenkort gedemonstreerd in Duitsland en Frankrijk. En ja, daarna kan het volgens Van Vinken snel gaan. ‘Het potentieel is groot, met 150 machines per jaar.’
Ook is daar volgens Vermeer de voorsprong op de weinige concurrentie. ‘In Nederland moet Cerescons marktaandeel kunnen uitkomen op 50 procent.’ Zodat over een tijdje, zo hopen beiden, Cerescon wordt gezien als de pionier waar de grootschalige, geautomatiseerde aspergeoogst begon. En laat dat laatste dan een boost zijn, zegt Vermeer. ‘We hebben hier in Nederland al vaker de boot gemist, bijvoorbeeld met de productie van zonnecellen en windmolens. Dat moet nu toch anders. Nederland loopt voorop met landbouwautomatisering en mechatronica: het is aan de sector de kracht van robotisering in de tuinbouw te benutten.’