ERIKS, met het hoofdkantoor in Alkmaar, zet zijn product- en applicatiekennis in om de energietransitie vooruit te helpen. Die combinatie is cruciaal. Een O-ring klinkt triviaal, maar als je de verkeerde kiest, werkt je elektrolyzer niet optimaal, of kunnen er door lekkages zelfs gevaarlijke situaties ontstaan. ‘We moeten met z’n allen de transitie versnellen.’
– ‘Woningen van het gas af, transport richting elektrisch en natuurlijk de industrie naar duurzame energiebronnen.’
– ‘Er is niet één oplossing voor het vraagstuk; het moet van meerdere kanten komen.’
– ‘We kunnen voortbouwen op de kennis die we al hebben opgedaan met waterstof in andere toepassingen en in andere markten.’
– ‘In Nederland zijn heel veel initiatieven, zowel starters als scalers. De ontwikkelingen zijn veelbelovend.’
ERIKS blijft zijn portfolio aan producten constant blijft ontwikkelen en uitbouwen
‘De wereld staat voor een enorme uitdaging om de omschakeling te realiseren van fossiele brandstoffen naar groene alternatieven. Vergeet niet dat Nederland voor een groot deel onder NAP ligt, dus als we niet uitkijken, staan we hier straks met onze voeten in het water.’ Dat zegt Teun Blik, projectleider van het team binnen ERIKS dat industriële bedrijven en scale-ups adviseert in de energietransitie. Hij somt op wat er volgens hem moet gebeuren. ‘Woningen van het gas af, transport richting elektrisch en natuurlijk de industrie naar duurzame energiebronnen.’
Blik vindt het ‘tof’ dat hij zijn steentje kan bijdragen aan de energietransitie, maar hij ziet ook een uitdaging. ‘Als bedrijf heb je maar een beperkte slagkracht. In een ecosysteem kun je veel meer. We moeten met z’n allen de energietransitie versnellen. ERIKS speelt daarin een actieve rol.’
Tom Bakker, business development manager energy & transition binnen ERIKS, vult aan: ‘Bij ERIKS moeten we de omslag maken, maar het zet pas echt zoden aan de dijk als we met z’n allen de transitie inzetten en steunen. Er is niet één oplossing voor het vraagstuk; het moet van meerdere kanten komen. Aan ons de taak om met de juiste pilots in de industrie mee te doen en de juiste stromingen te volgen, willen we een goede toekomst creëren voor over tien, twintig, dertig jaar. Voor onze klanten, voor ERIKS, maar zeker ook voor de wereld.’
Spaceshuttle
ERIKS is in de kern een productenleverancier met een portfolio van meer dan een miljoen componenten. ‘We hebben natuurlijk veel kennis van onze eigen producten, maar we hebben ook veel ervaring met de applicaties, de processen en de vele marktsegmenten. Juist die combinatie is cruciaal’, denkt Blik. Hij ziet drie grote uitdagingen voor starters en bestaande bedrijven die zich op de nieuwe markten begeven. ‘Ten eerste moet hun machine of systeem natuurlijk technisch werken. We kunnen helpen om ervoor te zorgen dat bijvoorbeeld de afdichtingen allemaal goed functioneren en dat afsluiters correct zijn gedimensioneerd.’
‘In een ecosysteem kun je veel meer. We moeten met z’n allen de energietransitie versnellen’
Een afdichting klinkt wellicht triviaal, maar Bakker waarschuwt: ‘Een O-ring is een simpel product, maar bedenk dat de ramp met spaceshuttle Challenger is veroorzaakt door een verkeerde O-ringconstructie. Ook voor bijvoorbeeld een goed werkende elektrolyzer moeten de afdichtingen correct zijn, al zullen de mogelijke gevolgen minder desastreus zijn.’
ERIKS mag over veel klantenprojecten vanwege NDA’s niets vertellen, maar wel over zijn betrokkenheid bij het onderzoek van student Mehmet Pektas van de TU Delft. ‘Mehmet probeert de efficiency van elektrolyzers te verbeteren door alle lekstromen in kaart te brengen. We adviseren hem bij de keuze voor de afdichtingen, de pakkingen, de rubbers, et cetera’, vertelt Blik. ERIKS heeft zeker niet de ambitie om zelf elektrolyzers te gaan bouwen. ‘Maar op deze manier komen we dezelfde uitdagingen tegen die onze klanten hebben. Daar leren we enorm veel van.’
Niet oversizen
De tweede uitdaging is dat systemen ook economisch moeten kloppen, stelt Blik: ‘De componenten die geschikt zijn voor waterstof zijn niet altijd de goedkoopste oplossingen. Dat komt omdat ze aan allerlei wet- en regelgeving onderhevig zijn en er nog weinig is gestandaardiseerd. Dat maakt dat je al snel bij specials uitkomt, die vaak een wat langere levertijd hebben en een hogere aanschafprijs.’ Bakker vult aan: ‘Datzelfde geldt voor ammoniak of methanol, twee materialen die in de energietransitie ook hun rol spelen.’
ERIKS helpt zijn klanten om de prijs van de machines omlaag te brengen. Blik: ‘Dat kan door niet onnodig te oversizen. Die neiging hebben bedrijven nog wel eens, omdat ze het zekere voor het onzekere willen nemen. Maar wij weten vaak dat het niet nodig is. Want waterstof is niet nieuw; het wordt alleen meer en meer toegepast. We kunnen dus voortbouwen op de kennis die we al hebben opgedaan met waterstof in andere toepassingen en in andere markten. Zo helpen we applicaties goedkoper te maken, door precies de juiste componenten voor te stellen.’
Opschalen
Als het technisch en economisch klopt, komen bedrijven bij de derde uitdaging: opschalen. ‘Dan wordt ook de toeleverketen belangrijk’, zegt Blik, ‘en daarin kan ERIKS meedenken. We hebben zelf grote magazijnen. Daar kunnen we speciaal voor klanten voorraad aanhouden. Maar we kunnen die voorraad ook bij klanten beheren: vendor managed inventory. Zo kunnen we het opschalingsproces versoepelen.’
Bakker: ‘Met onze engineeringsafdeling kunnen we er verder voor zorgen dat modules voorgeassembleerd worden aangeleverd. Daardoor bestaat een machine uit minder onderdelen en verloopt het assemblageproces bij de klant efficiënter.’
Wetgeving op komst
Zoals gezegd is waterstof niet nieuw. ‘Het wordt in Nederland al jaren geproduceerd’, weet Bakker. Het grote verschil is dat die waterstof altijd op dezelfde locatie werd gebruikt. ‘Nu ga je het echter op de ene plaats produceren en op de andere plaats gebruiken, in stedelijke omgevingen bijvoorbeeld. En het moet over grenzen heen. Dat betekent niet alleen dat we met z’n allen nieuwe technologieën moeten ontwikkelen, maar ook dat er nieuwe wetgeving nodig is.’
Aan die wetgeving wordt momenteel hard gewerkt, onder meer door NEN, het Nederlands Normalisatie Instituut. En dat is nodig. Voor de automobielindustrie is er al het nodige vastgelegd. ‘Auto’s die op waterstof rijden, mogen zonder problemen de grens over, maar een schip met waterstof dat van bijvoorbeeld Rotterdam naar Zwitserland vaart, ondervindt veel meer oponthoud’, aldus Bakker.
De verwachting is dat de wetgeving rond waterstof in 2025 op orde zal zijn. ‘De hele industrie heeft er belang bij, overheden trekken eraan’, aldus Bakker. ‘Er komen ook gigantische subsidies vrij om de transitie vlot te trekken. Het gaat om miljarden. Energiebedrijven investeren honderden miljoenen euro’s per maand in de transitie.’
Hindenburg
Mensen denken bij waterstof al snel terug aan de ramp met passagiersluchtschip de Hindenburg in 1937, maar zo gevaarlijk hoeft het niet te zijn. ‘In de buitenlucht is het lichte waterstofgas snel vervlogen; daar is het risico niet zo groot als er een lekkage optreedt’, stelt Blik. ‘In binnenruimtes kan het gas zich wel ophopen en bestaat er explosiegevaar.’ Naast veiligheid is het milieu ook belangrijk, want H2 is een potent broeikasgas. ‘Potenter dan CO2’, zegt Blik. ‘Dus niet alleen uit veiligheidsoverwegingen, maar ook vanwege het milieu is het belangrijk lekkages te voorkomen.’
Het betekent voor ERIKS dat het zijn portfolio aan producten constant blijft ontwikkelen en uitbouwen. Blik: ‘We kijken met extra veel aandacht naar de dichtingen naar buiten toe, zoals rond een spindel. Daar werken we bijvoorbeeld aan dubbele afdichtingen om mogelijke lekkages tot een minimum te beperken.’
Daarbij treft ERIKS geen halve maatregelen. ‘In de industrie is het gebruikelijk om te testen met heliumgas’, vertelt Bakker. Normaal is dat voldoende maar waterstofmoleculen zijn nog kleiner. ‘We hebben onze flensafdichtingen vorig jaar dus getest met waterstof en proefondervindelijk vastgesteld dat ze inderdaad niet lekken, zoals onze berekeningen hadden voorspeld. Door die extra stap te zetten, kunnen we klanten nog beter overtuigen.’
Waterstof-port
Bakker ziet een belangrijke rol voor Nederland in de waterstofindustrie. ‘Ons land ligt heel centraal’, zegt hij. ‘We hebben een groot stuk Noordzee ter beschikking; veel meer dan bijvoorbeeld België. Daar kunnen we windmolens neerzetten en de opgewekte energie opslaan in waterstof.’
Nederland, maar ook Europa, zal altijd energie moeten importeren, denkt Bakker. ‘In die keten kan Nederland een rol van betekenis spelen. De Europoort is niet voor niets zo groot geworden. Rotterdam kan de toegangspoort vormen voor de aanvoer van waterstof naar het achterland, zoals het Roergebied.’
‘We doen het als Nederland helemaal niet zo slecht’, vindt Bakker. ‘Denemarken loopt met zijn overcapaciteit aan windenergie voorop. Maar in Nederland zijn heel veel initiatieven, zowel starters als scalers, vaak ontstaan vanuit de TU’s. Of ze groot genoeg worden om te overleven, weet ik niet, maar de ontwikkelingen zijn veelbelovend.’
Of methanol?
Hoe ziet ERIKS het gebruik van waterstof in de mobiliteit? ‘Dat is een interessante’, zegt Blik. ‘Elektrisch rijden heeft tien jaar voorsprong en het heeft altijd de voorkeur om elektriciteit gelijk te gebruiken, en de energie niet tijdelijk op te slaan in waterstof. Ik heb geen glazen bol, maar ik verwacht dat er een mix zal ontstaan. Personenauto’s zullen wellicht eerder op batterijen blijven rijden. Maar het zwaardere vervoer, treinen op plekken waar geen bovenleidingen zijn of schepen in de binnenvaart, daar verwacht ik eerder waterstof.’
‘Of methanol’, zegt Bakker en hij verwijst naar Maersk, een van de grootste containervervoerders ter wereld, dat negentien schepen heeft besteld die op methanol moeten gaan varen. Het Deense bedrijf ziet methanol als de meest schaalbare, duurzame brandstofoplossing voor dit decennium. Ook voor methanol heeft ERIKS geschikte componenten. Bakker: ‘Het nadeel van al die batterijen zit ’m in de circulariteit, want het is nog onduidelijk hoe ze kunnen worden gerecycled.’