Begin 2020 stak Merlin, specialist in geldverwerking en betaaloplossingen, zijn nek uit voor het binnenhalen van een opdracht voor een grote serie aantrekkelijk ogende apparaten voor de inname en uitgifte van munten. Merlin kreeg de job. Partner ITEQ Engineering realiseerde vervolgens de functionele en maakbare prototypes, waarna de collega’s van ITEQ Industries ze bouwden. Een ooggetuigenverslag van een innige samenwerking.
Op maat voor Geldmaat
Als je een grote klant wilt binnenhalen, moet je risico durven nemen. Moet je bereid zijn het jezelf lastig te maken. Zo is de conclusie eind 2019 in de directieburelen van Merlin. Dit bedrijf, gevestigd langs de A2 in Breukelen, maakt met dochteronderneming Lincsafe sinds een half jaar deel uit van het Amerikaanse Cennox, aanbieder van ATM-oplossingen. Binnen Merlin legt men zich toe op het verkopen en servicen van de geldverwerkende apparaten die Lincsafe ontwikkelt, assembleert, test en onderhoudt. Het gaat bijvoorbeeld om intelligente kluizen, apparaten waarin heel gemakkelijk via een sleuf bankbiljetten opgeborgen kunnen worden. De kluis scant, telt en bergt het geld op. Het invoeren kan met één biljet of met tientallen biljetten tegelijk. En de kluis wordt geleverd in desktopformaat, geschikt om onder een kassameubel te schuiven, maar ook in uitvoeringen die vier keer zo groot (en zwaar) zijn. Verder fabriceert Lincsafe ook machines waarmee je je briefje van tien kunt wisselen voor muntgeld dan wel op het politiebureau je verkeersboete contant kunt betalen. Of waarin je kind zijn spaarpot kan legen om het bedrag automatisch bijgeschreven te krijgen op zijn spaarrekening.
Verleiden
De order die Merlin graag wil binnenhalen, betreft dat laatste type automaat, plus eentje om geld van de rekening in munten te laten uitbetalen. Zevenhonderd stuks die in de Gamma-bouwmarkten een plek moeten krijgen. De grote klant is Geldmaat, een consortium van de Nederlandse grootbanken dat de geldautomaten beheert. Om die te verleiden, wordt er aan de hand van het aanbestedingsdocument een prototype van het apparaat ontwikkeld dat er ‘sexier’ uitziet, met meer afgeronde hoeken. Een compleet fysiek, werkend model dus, dat de klant naar believen kan bekijken, betasten en uitproberen. ‘Normaal gesproken doen we dit niet’, bekent procurement manager Rob Olierook. ‘Dan proberen we de potentiële klant een indruk te geven met schetsen en digitale 3D-modellen. Maar in dit geval ging het om een grote serie waarmee we deze voorinvestering goed zouden kunnen terugverdienen.’
Tweede leverancier
De opzet slaagt: Geldmaat kiest voor Merlin. Maar het bekijken, betasten en uitproberen resulteert wel in de nodige nieuwe wensen. Aan het prototype moet dusdanig veel veranderd worden dat het handiger is een compleet nieuwe proto te gaan engineeren en bouwen, aldus Olierook, gezeten in de showroom van Merlin, met naast hem Willy Janssen, senior sales engineer van het Nijkerkse ITEQ. De behuizing voor dat eerste prototype is van de hand van het ontwikkelbedrijf van ITEQ, ITEQ Engineering. En die krijgt ook de opdracht voor het tweede.
‘Pas als je het fysieke model hebt, kun je zien of alles past of dat een kabel toch beter iets anders gelegd kan worden’
Merlin werkt met ITEQ sinds 2015, toen Olierook en Janssen elkaar dat jaar troffen op de ESEF-beurs. ‘Wij hadden al een toeleverancier die voor ons behuizingen produceerde. Maar dat ging altijd om hoekige automaten die backoffice staan. We wilden ook een leverancier die in staat zou zijn aantrekkelijker ogende omkastingen te engineeren en te bouwen, geschikt om in een winkel neer te zetten. Met een eigen look and feel, zodat de geïnformeerde buitenstaander direct zou zien dat het er één van ons is.’
Nieuw 3D-model
Na het binnenhalen van de klant met het eerste prototype gaat het spel begin 2020 dus opnieuw op de wagen. De industrieel ontwerper van Merlin (ITEQ Engineering had er toen nog geen, maar heeft inmiddels eigen industrieel ontwerpers in dienst, zie kader) maakt het aangepaste digitale, functionele 3D-model. Daarin krijgen ook alle modules voor het ontvangen, transporteren, tellen, opslaan en afrekenen van het muntgeld (afkomstig van diverse toeleveranciers) een plek, conform het pakket van eisen van Geldmaat. ‘Daarin stond bijvoorbeeld gespecificeerd aan welke CEN-normering voor inbraakbestendigheid de machine moet voldoen, hoeveel munten de opslag moet kunnen bevatten, dat die zo moet worden ingericht dat een floormanager nog wel een vastgelopen munt kan lostrekken, maar niet in de muntopslag kan. En dat het aan munten ingevoerde bedrag binnen drie minuten is bijgeschreven op de rekening van de klant’, duidt Olierook.
Tweede en derde proto
Met het model en dat pakket in de hand gaat ITEQ Engineering aan de slag. Met als resultaat een 3D-model waarin in detail, compleet met de exacte maatvoering, toleranties en materiaalkeuzes, de diverse modules in de omkasting een plek hebben gekregen, schetst Janssen. Dat 3D-model gaat nog een paar keer tussen Breukelen en Nijkerk heen en weer. Vervolgens wordt het startsein gegeven om het tweede prototype te gaan bouwen. Ook dat ondergaat nog de nodige wijzigingen, dus volgt er nog een derde. Olierook: ‘Pas als je het fysieke model hebt, kun je zien of alles past of dat een kabel toch beter iets anders gelegd kan worden, om ruimte te besparen of om de eindassemblage of de service te vergemakkelijken. En munten’, heeft hij al vaker ervaren, ‘lijken soms wel een eigen leven te leiden. Bij het testen gooiden we er tien munten in, waarna we er acht in de opslag vonden. Na flink zoeken ontdekten we de ontbrekende twee achter een rand in de deur waar ze naartoe gestuiterd waren.’
Overdracht naar productie
Als aan het hele pakket van eisen is voldaan, worden de hardware en (besturings)software (Lincsafe schrijft die zelf) bevroren en kan ITEQ Engineering, samen met hun productiecollega’s van ITEQ Industries, aan de slag met de 0-serie van 25 stuks, om de maakbaarheid te engineeren. ‘Dan bekijken we bijvoorbeeld in welke volgorde de lassen het best gezet kunnen worden. Hoe we precies de ronde hoeken met de juiste radius in de plaatmaterialen van staal, aluminium en rvs kunnen persen. Wij maken daarvoor zelf de matrijs waarmee we de plaat in een rubberbed drukken’, beschrijft Janssen. In die fase ligt het zwaartepunt op de overdracht van engineering naar productie. ‘Zolang er binnen het ontwerp niets verplaatst wordt, hoef ik niet te weten hoe ITEQ het precies gaat maken’, aldus Olierook.
Corona
De weken van het sleutelen aan de maakbaarheid vallen in het voorjaar van 2020. De coronacrisis is losgebarsten. ‘We wilden met de 0-serie gaan proefdraaien, live in de Gamma-winkels. Maar winkels werden gesloten, gingen weer open, alleen afhalen op afspraak werd mogelijk…’, haalt Olierook de chaotische situatie van drie jaar geleden weer voor ogen. ‘We kregen de order pal voor de crisis, met als opdracht voor de zomer alle zevenhonderd stuks uit te leveren. Eenmaal uitgeëngineerd voor productie zou ITEQ zou er vijftig per week gaan maken. Zodat wij vervolgens hier de eindassemblage en het testwerk zouden doen. Maar door corona is uiteindelijk begin 2021 de laatste automaat aan Geldmaat geleverd.’
Nieuw project
Inmiddels zijn Lincsafe/Merlin en ITEQ Engineering weer met een nieuw project bezig. ‘Een bestaand product, een kluis voor geldtransporteur Brinks, die een andere look and feel moet krijgen’, aldus Olierook. ‘En die ook’, vult Janssen aan, ‘gere-engineerd moet worden, om ’m goedkoper produceerbaar te maken.’
Apart, maar niet gescheiden
ITEQ Engineering is een volwaardig design- en engineeringbureau met eigen prototypingproductie, met de optimale kennis van maakbaarheid, duidt commercieel directeur Menno Bos. Het is een bedrijf dat zich richt op het ontwikkelen van innovaties met de inzet van de disciplines industrial design, prototyping, mechanical engineering, re-engineering en het productiegereed maken van onderdelen, in de diverse metaalsoorten en ook kunststoffen.
Het apart zetten van engineering van het serieproductiewerk binnen ITEQ Industries is een bewuste keuze. Rob Olierook van Merlin is er uitgesproken enthousiast over: ‘Prototypebouw gebeurt bij ITEQ niet op dezelfde lijnen waarop ook de series worden gedraaid. En dat vind ik heel prettig. Want de bouw van proto’s verstoort dan de serieproductie en dat leidt altijd tot vertragingen in beide processen. Doordat ITEQ Engineering een eigen productie heeft, weet je als klant dat de planning altijd gehaald wordt.’
Fijn vindt Olierook ook dat hij tijdens dat ontwikkelingsproces maar met één engineer contact hoeft onderhouden: ‘Die weet alles van het project, is altijd van de laatste stand van zaken op de hoogte.’ Daarvoor is het weer een voordeel dat ITEQ Industries wel op dezelfde fysieke locatie in Nijkerk zit. Bos: ‘Doordat ITEQ Engineering een aparte BV is binnen ITEQ, heeft de klant wel de meerwaarde van het productiebedrijf, maar niet de verplichting. Na het engineeringtraject is de klant vrij om zelf een keuze te maken waar de productie onder te brengen, maar heeft wel de kennis van het productiebedrijf mogen gebruiken.’
Het afgelopen jaar heeft ITEQ Engineering geïnvesteerd in het aanstellen van twee industrieel ontwerpers. ‘Die stellen ons in staat’, aldus Bos, ‘eerder in de ontwikkeltrajecten van de klant in te stappen, zodat we hem nog beter kunnen ontzorgen.’