Italiaans energieconcern Eni onderzoekt de productie van waterstof uit niet-recycleerbaar afval van verpakkingen in kunststof.
In gesorteerd afval worden kunststofverpakkingen gescheiden en gerecycleerd, zodat ze opnieuw kunnen worden gebruikt, meestal door ze te transformeren tot stukjes of korrels die dan dienen als grondstof voor de creatie van nieuwe producten. Niet alles echter kan gerecycleerd worden.
Het project zal zoeken naar nieuwe manieren om verpakkingsafval te transformeren tot nieuwe grondstoffen. Het komende half jaar zal een werkgroep onderzoeksprojecten opstarten om waterstof en hoogkwalitatieve biobrandstoffen uit kunststofafval te produceren. Het onderzoeksteam zal de markt analyseren op ‘niet-mechanisch recycleerbare verpakkingen’ en de types van afval die kunnen gebruikt worden voor het project.
Het onderzoek heeft ‘Plasmix’ als doel, een collectieve benaming voor de verschillende kunststoffen in verpakkingen die na gebruik momenteel nog niet gerecycleerd worden. Dit materiaal wordt algemeen genomen verbrand voor energiewinning en een deel ervan eindigt op de vuilnisbelt.
Eerder was Eni al gestart met de productie van biobrandstoffen uit bak- en frituurolie, dierlijke vetten en ander oneetbaar afval. Waterstof maakt essentieel deel uit van het productieproces: het neutraliseert de zuurstof in plantaardige olie en zet de triglyceriden om in paraffines en isoparaffines, waarbij zwavel, stikstof en poly-aromatische koolwaterstoffen uit de biobrandstof volledig worden gehaald.
Het onderzoek gebeurt binnen een partnerschap van Eni met Corepla, het Italiaanse consortium voor verzameling, recyclage en herwinning van verpakkingen in kunststof.
