Duurzaamheidsrapportering is vandaag een leuke extra, over enkele jaren wordt het wet. Met de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) belooft de Europese Unie bedrijfsrapportering helemaal op haar kop te zetten. Bij software-expert Fellowmind in Amersfoort zijn ze hard in de weer om bedrijfsprocessen én software klaar te stomen voor die transitie. Een uitdaging, want Nederlandse bedrijven weten nog niet altijd wat er op hen afkomt.
Vanaf 2025 zal de maatregel voor grote bedrijven in actie treden, met daarna een gefaseerde uitrol voor de kleinere bedrijven. ‘Vroeger moest je enkel je financiële rapportering goed voor elkaar hebben’, stelt Merwin Olthof, sustainability lead bij Fellowmind. ‘De CSRD zorgt ervoor dat je niet enkel op je financiële prestaties wordt beoordeeld, maar ook op je impact. Dat gaat over het milieu – denk aan de uitstoot van broeikasgassen of het waterverbruik – maar evengoed over de sociale kant van je bedrijf. Hoe ga je bijvoorbeeld met je medewerkers om? Het is een enorme verbreding van de rapportageplicht.’
Zoals wel vaker bij nieuwe Europese wetgeving is de invulling van de CSRD nog relatief vaag. Cruciale indicatoren moeten bijvoorbeeld nog worden vastgelegd. ‘Heel veel bedrijven weten niet goed hoe ze zich hierop moeten voorbereiden’, stelt Olthof. ‘Er bestaan 1.100 KPI’s waarop je mogelijk iets zou moeten indienen. Heel wat van die KPI’s zijn ook sectorgebonden, en nog niet vastgelegd door de Europese Unie.’
Ketenverantwoordelijkheid
De vraag is dus of Nederlandse bedrijven klaar zijn voor deze omslag. Volgens Fellowmind is er nog stevig wat werk aan de winkel. ‘Wanneer je met het management van bedrijven in de maakindustrie praat, dan zie je dat ze het nog niet goed weten’, stelt Marc Van Hout, industry lead manufacturing bij Fellowmind. ‘Ze zien het op zich afkomen, ze vinden het eng, maar ze weten niet goed wat ze ermee kunnen.’
Een deel van de verantwoordelijkheid voor deze transitie zal natuurlijk komen te liggen bij de accountants. Maar ook daar is er nog weinig aandacht voor de nieuwe maatregel. ‘De grote accountants zoals PwC en KPMG zijn zich redelijk aan het voorbereiden’, aldus Van Hout. ‘Maar veel andere kantoren, die hun handtekening onder de nieuwe rapporten zullen moeten zetten, zijn er helemaal nog niet mee bezig.’
Het duurt natuurlijk nog enkele jaren voordat de meeste bedrijven een CSRD-rapportering zullen moeten neerleggen. Maar die gedachte is volgens de twee experts gevaarlijk. ‘Er is een ketenverantwoordelijkheid’, zegt Olthof. ‘Ook de kleinere bedrijven zullen er al heel spoedig wat van merken. Want ook zij zullen gegevens moeten aanleveren, maar dan aan de grotere bedrijven. Zelfs wanneer je niet hoeft te rapporteren, is de kans groot dat een van je afnemers of leveranciers informatie van jou zal opvragen. Er zijn veel kleinere bedrijven die denken dat dit hen nog niet raakt, maar die vlieger gaat niet op.’
Kost of kans?
De nieuwe maatregel brengt ook een verschuiving mee op het gebied van software en data. ‘Data zijn cruciaal in het bewijzen van alle KPI’s verbonden aan de CSRD’, weet Olthof. ‘Betrouwbare data en het verantwoorden daarvan, is essentieel. Soms is het natuurlijk niet makkelijk om al die gegevens uit je bedrijfsprocessen te halen, maar het kan ook kansen bieden. Zo hebben we bij sommige klanten die oefening al gemaakt, en er komen zeer vaak nieuwe inzichten uit de data die nuttig zijn voor het bedrijf. Dataverzameling is niet enkel belangrijk voor je rapportage, het kan ook een big win opleveren.’
Inmiddels is Fellowmind druk in de weer om software klaar te stomen voor de CSRD. ‘Software is momenteel nog niet klaar voor de maatregel, maar dat zal het wel zijn’, stelt Olthof. ‘Ik vermoed dat we een fase zullen zien waarin een bedrijf de verlangde data eerst handmatig verzamelt, en daarna processen opzet om die data automatisch bij elkaar te brengen. Dat zal zich moeten integreren met een ecosysteem aan bedrijfssoftware; van ERP-systemen tot klant-relatiesoftware.’
Bedrijven hebben dus nog veel werk voor de boeg. Tegelijk mogen ze zich niet blindstaren op enkel de kosten. ‘Je kunt dit zien als een last, maar ook als een kans’, besluit Van Hout. ‘Bedrijven die hier al verder in staan, zien dat het speelveld nu gelijkgetrokken wordt. Tegelijk zal het ook voor innovatie zorgen. Nieuwe, circulaire businessmodellen zullen bijvoorbeeld aantrekkelijker worden met deze maatregel. De transitie zal moeilijk zijn, maar tegelijk levert het ook interessante tijden op.’