Onder de noemer ‘Together for Industry 4.0’ ondersteunen Siemens, SAP en T-Systems industriële bedrijven bij hun digitale transformatie. Samen met Link Magazine gaan de drie partijen het gesprek aan met managers uit de industrie over wat hen drijft om hun processen te digitaliseren en waar ze tegenaan lopen. Onlangs kwam het gezelschap bijeen op het hoofdkantoor van Siemens Nederland in Den Haag. Met dit keer speciale aandacht voor strategie.
– ‘De eigen werkvloer is voor veel mensen hun enige referentiekader.’
– ‘Aanvankelijk was er vooral sprake van push vanuit IT en OT, nu is er steeds meer pull vanuit de klanten.’
– ‘Om de juiste data beschikbaar te maken, vergt vooral heel veel werk.’
– ‘Escaperoutes lijken nu vrijheid te geven, maar kunnen processen verstoren.’
– ‘Het gaat niet om de implementatie van fancy tools, maar over daadwerkelijk anders werken.’
Siemens, SAP en T-Systems trekken samen op om digitale transformatie te versnellen
Astrid Buijssen, directeur digitale transformatie bij Koole Terminals, een opslag-, verwerkings- en logistiek bedrijf voor vloeibare bulkgoederen, met het hoofdkantoor in Zaandam, is een van de deelnemers deze middag. Een tijdje geleden was ze ook al te gast in Den Haag: toen bezocht ze met een aantal collega’s het Digital Experience Center van Siemens in hetzelfde gebouw. Een van de begeleiders in het center is Digit, een volledig digitale gids. Digit laat bezoekers zeer beeldend ervaren wat digitalisering is en te bieden heeft, onder meer door complete productieketens virtueel weer te geven met digital twins. De link tussen de fysieke en virtuele wereld wordt glashelder aan de hand van allerlei presentaties en opdrachten. Digit doet de rondleidingen samen met een Siemens-medewerker van vlees en bloed.
Buijssen: ‘“O, nu begin ik langzamerhand te begrijpen wat jij bedoelt met de digitalisering van onze processen”, zei de coo tegen mij toen we hier in het center rondliepen. “Maar zover zijn wij nog lang niet, we zijn nog heel erg aan het zoeken”, voegde hij er nadrukkelijk aan toe.’ Het bezoek was voor Buijssen een ware eyeopener: ‘Het is heel goed om mensen uit hun eigen werkelijkheid van alledag te halen. Dan zien ze pas dat digitaliseren helemaal niets te maken heeft met medewerkers weg automatiseren, omdat het toevallig goedkoper is.’ Of dat het betekent dat je overal sensoren ophangt om te voorkomen dat een tank overstroomt. Digitalisering is veelomvattender dan mensen zich kunnen voorstellen.
Meer dan haar collega’s heeft Buijssen de luxe gehad om bij veel partijen binnen te kunnen kijken en met veel experts gesprekken te kunnen voeren over digitale transformatie, zegt ze. ‘Of het nu gaat om managers, shift leaders of terminal operators: pas als ze concreet zien wat de mogelijkheden zijn, beginnen ze het leuk te vinden.’ Ze is ervan overtuigd dat mensen er sterk voor openstaan, maar het wellicht spannend vinden wat er allemaal kan of niet durven doorvragen. Doorgaans omdat ze de consequenties voor henzelf niet kunnen overzien. Sterker nog: een meerderheid van de medewerkers bij industriële bedrijven weet nauwelijks hoe het er elders aan toegaat. ‘De eigen werkvloer is voor veel mensen hun enige referentiekader.’
Behoudend
Richard Abbink, site digital technology lead bij MSD Animal Health Nederland, ontwikkelaar en producent van veterinaire vaccins met het hoofdkantoor in Boxmeer, herkent dat. ‘Wij staan aan het begin van een digitale transformatie. Aanvankelijk was er vooral sprake van push vanuit IT en OT, nu is er steeds meer pull vanuit de business, vanuit de klanten. Maar meermalen heb ik ervaren dat collega’s vrij behoudend zijn. Als er een nieuwe productlijn moet komen, pakken ze dat het liefst net zo aan als de vorige keer. Wanneer ze nieuwe zaken toevoegen zoals een digital twin, levert dat in hun beleving extra risico op, terwijl ze wel hun project op tijd moeten opleveren.’
Dat maakt het lastig om grote vernieuwingen door te voeren. Voor een high-speed verpakkingslijn werd een tijdje geleden een geavanceerde etikettenprinter aangeschaft, die nogal wat aanloopproblemen kende en daarmee voor een hoop ergernis zorgde. Waarom niet gewoon voor het oude type printer gekozen, verzuchtten de gebruikers.
Down-up aanpak
Gespreksleider deze middag bij Siemens is Joes Wigman, managing director Digital & Data bij Berenschot. De eerste bijeenkomst van Siemens, SAP en T-Systems en een aantal koplopers in digitale transformatie was tijdens een kennismakingsdiner bij de uitgevers van Link Magazine. Komende tijd worden de drie bedrijven bezocht en staat steeds één thema centraal. De focus ligt dit keer op strategie. Het is duidelijk dat de digitale strategie in dienst moet staan van de algemene strategie van een bedrijf, maar hoe kom je tot zo’n digitale strategie, wat wil je als bedrijf nu precies bereiken met digitalisering?
Wigman haalt een Duits onderzoek aan, dat de down-up aanpak presenteert. ‘Een bedrijf schetst top-down zijn visie. Die hoeft niet meteen al heel concreet zijn, het gaat om de richting waar je naartoe wilt, en om het definiëren van een gemeenschappelijke taal. Parallel daaraan laat je bottom-up alvast wat kleine use cases in de organisatie ontstaan, zodat mensen in de praktijk ervaren wat digitalisering kan inhouden. Top down en bottom-up moeten matchen, zodat er uiteindelijk een roadmap uitrolt van alle te nemen stappen.’ Dan wordt ook duidelijk wat er in de organisatie nodig is aan competenties, infrastructuur, IT en OT.
Waarom doen we dit?
De human health-tak van MSD loopt voor als het gaat om zo’n integrale digitale strategie, reageert Abbink. De animal health-tak is nu daarmee bezig, al wordt de strategie in Boxmeer enigszins door de technologie gedomineerd. Abbink: ‘Op een gegeven moment is bij ons het project Digital Factory gelanceerd: welke handige tools kunnen we implementeren? Maar mijn vraag is dan: wat heeft onze business nodig, waarom willen we dit doen? We kunnen simpelweg beslissen dat we een MES-systeem implementeren. Dat lijkt een goed plan, bijvoorbeeld om papierloze reviews by exception te doen. De kwaliteitsmedewerkers vlooien nu elke batch na, en aan het eind noteren ze of het goed is of niet. Door dat te automatiseren, kun je alleen de uitzonderingsgevallen eruit halen en bekijken. Dat scheelt een hoop werk. Maar voordat je investeert in een systeem, moet je eerst heel goed nadenken over het waarom. Kun je ook kwantificeren wat het oplevert, want zo’n investering kost altijd geld.’
Rotsvaste businesscase
Die waarom-vraag bij digitalisering is een heel terechte, reageert Buijssen. Dat is de kern. Wat wil je eigenlijk bereiken? Uiteindelijk gaat het er altijd om dat je efficiënter wilt produceren, of veiliger, of met minder fouten. Maar dat er steeds meteen al een overduidelijke businesscase onder moet liggen, betwijfelt ze. ‘Dat is geen noodzaak. Bedrijven met de allerbeste visies en strategieën hebben niet per definitie rotsvaste businesscases.’
Sterker nog, vult Wigman van Berenschot aan: ‘Een klant kwam bij ons omdat hij een flinke investering moest doen in advanced analytics en de businesscase niet duidelijk was. Toen hebben we diepgravend onderzoek gedaan bij acht partijen die hierin voorop liepen. Wat bleek, veel van hen hadden zich vooraf überhaupt niet druk gemaakt over terugverdientijden. En heel opvallend: de waarde die ze creëerden, lag op geheel andere vlakken dan ze aanvankelijk hadden verwacht. Alleen verkoopt dat natuurlijk best moeilijk als je board hebt die vooral stuurt op cijfers en return on investment.’
Wie zich te veel verschuilt achter de ene na de andere businesscase, komt nooit tot het echte gesprek over waarom we doen wat we doen, benadrukt Buijssen: ‘Natuurlijk worden ook alle bedrijven hier om tafel afgerekend op wat er onder de streep overblijft, anders ontbreekt het bestaansrecht. Maar een heldere visie is cruciaal. En vervolgens daaraan vasthouden: uiteindelijk gaat het erom de oorlog te winnen, niet een enkele slag. Welke waarde voeg je nu toe voor je klanten? En hoe is dat over een jaar, over vijf jaar?’
Abbink kan zich daar zeker in vinden: ‘Je kunt ook niet altijd alles kwantificeren, soms zijn opbrengsten kwalitatief. Stel dat operators dankzij digitalisering structureel een vijfde van hun tijd kunnen besteden aan procesverbetering in plaats van op knopjes te drukken om een productielijn draaiende te houden. Dan moet je eens kijken wat er gebeurt.’
Tegen de muur lopen
Buijssen is de afgelopen tijd de grote aanjager geweest van de digitale transformatie binnen Koole Terminals. Waar ze wakker van ligt, is dat de onderneming toch nog steeds afwachtend opereert en te veel met de korte termijn bezig is. ‘We kunnen wel eens hard tegen de muur aan gaan lopen als partijen ineens van alles van ons gaan eisen. Misschien willen klanten veel meer data hebben over de traceerbaarheid van ladingen of de duurzaamheid van onze operatie, of eist de douane meer real-time informatie. Daar zijn wij nog niet klaar voor. Het is ook geen sexy onderwerp: om de juiste data beschikbaar te maken, vergt vooral heel veel werk. We zien de eisen op ons afkomen, maar anticiperen nog te weinig. De boot die vandaag in de haven ligt te wachten om gelost te worden, heeft altijd voorrang.’
Zeljko Simic, country business unit manager bij Siemens Digital Industrie, haalt de metafoor van de smeltende ijsberg aan. ‘Hoe ziet die ijsberg, die grootste bedreiging, er voor jouw bedrijf uit? Dan zie je managers zich vaak achter de oren krabben. Dat weten ze eigenlijk niet zo goed. Hun homeland is bekend en veilig, er is weinig noodzaak om te veranderen, er is voldoende werk. Maar hoe komen ze bij hun new land? Daar helpt een digitale strategie bij.’
Flexibel en wendbaar
Als organisaties digitalisering niet langer als een enorm obstakel zien maar als een onmisbaar hulpmiddel, is het juiste kantelpunt bereikt, zegt Adriaan van Kalkeren, marketing & business development manager bij metaalgroothandel MCB in Valkenswaard. MCB is al een tijdje op reis met als doel nog productiever en effectiever te worden, en zo uiteindelijk flexibeler, wendbaarder en competitiever. Van Kalkeren: ‘Wij zijn een groep bedrijven met allemaal verschillende culturen, in uiteenlopende fases van volwassenheid wat betreft digitalisering. Sinds een aantal jaren bekijken we de zaken integraal en bepalen samen de visie en het beleid. Momenteel zijn we intensief bezig om onze visie en strategie voor de komende jaren uit te stippelen.’
Het streven is om ‘sterk datagestuurd, gedigitaliseerd, geautomatiseerd en gerobotiseerd’ te gaan werken waar dat waarde toevoegt. Qua benodigde technologie komt dat allemaal prima voor elkaar. Van Kalkeren ziet de menselijke factor als een belangrijk aandachtspunt in deze verandering. Mensen moeten worden begeleid en overtuigd dat er dankzij digitalisering juist meer vrijheid en flexibiliteit in hun werk kan komen. ‘Escaperoutes lijken nu vrijheid te geven, maar kunnen processen verstoren en juist resulteren in meer werk’, aldus Van Kalkeren. ‘Een volgende uitdaging is dat de systemen en data adviseren of zelfs bepalen welke keuzes we moeten maken. Als de basis, de kern van de processen, heel goed op orde is, ontstaat daaromheen juist alle gewenste vrijheid en flexibiliteit voor medewerkers om snel en onderbouwd te acteren. Het kost uiteraard tijd om mensen goed uit te leggen dat het ook voor hun werk waarde toevoegt.’
‘Voordat je investeert in een systeem, moet je eerst heel goed nadenken over het waarom’
MCB was jarenlang gejaagd als de brandweer. De klant plaatst een order en mensen rennen en vliegen al. ‘Wij pleasen graag en doen alles – soms ook het onmogelijke – voor onze klanten. Alles wordt op z’n kop gezet voor die ene order. Dat heeft wel tot bepaalde keuzes geleid voor onze systemen en middelen. Wat willen we ook in de verdere toekomst en welke organisatie, processen, middelen en data zijn daarvoor nodig? Hoe nemen we onze mensen op de juiste manier mee op deze ingrijpende reis?’
Inmiddels kent MCB een roadmapteam dat beleidsvoorstellen opstelt en adviseert, en daarbij steeds afstemt met interne stakeholders. ‘Vooral het middenmanagement is van belang. Wat spreekt hen aan, welke problemen lost digitalisering voor ze op? Het gaat natuurlijk wel om een running business en geen green field waarin we alles van de grond af aan kunnen opbouwen en inrichten.’
Niet alleen fancy tools
Intussen gaat ook Abbink zo veel mogelijk gesprekken aan met MSD-collega’s over wat zij nou eigenlijk willen. ‘Zij moeten zelf aangeven dat ze bijvoorbeeld meer aandacht voor performancemanagement willen. Dan kijken we samen hoe we dat kunnen aanpakken en of digitale tools daarbij een rol kunnen spelen. Eerst moeten ze de juiste vragen leren stellen: hoe kunnen data helpen om iets te verbeteren? Wat valt er precies te meten en te weten?’
De menselijke factor is de moeilijkste, benadrukt ook Buijssen. Er is veel begeleiding en training nodig. Ze daagt mensen daarbij graag uit. ‘“Oké, dan heb je straks die gigantische berg data waar je nu zo naar verlangt. Maar wat zie ik jou dan echt anders doen? Welke andere beslissingen ga jij nemen? Wat loopt dan beter dan nu?” Als ze dat soort vragen niet kunnen beantwoorden, houdt het voor mij op en doe ik niks. Het gaat niet om de implementatie van fancy tools, maar over daadwerkelijk anders werken.’
Van Kalkeren hakt het in drieën: ‘Je hebt de technische oplevering van een systeem, het functioneel in gebruik nemen ervan en de uiteindelijke uitwerking op de organisatie. Neem de tijd om er een succes van te maken en dat te vieren of zo nodig samen bij te sturen. In het verleden waren de operationele afdelingen en de IT-afdeling niet bepaald elkaars beste vrienden. Die tijd is voorbij, we moeten samen optimale keuzes maken voor onze organisatie. Als je tijdens de digitale reis naar elkaar gaat zitten wijzen, kom je er niet uit.’
Softe stuk
Joes Wigman vat de middag samen: ‘Iedereen herkent dat een stip op de horizon zeer nodig is om in beweging te komen. Vervolgens is technologie niet de grote uitdaging, en de exacte businesscase ook niet per se. Het gaat echt om het “softe” stuk: om het managen van de organisatieverandering.’ De hamvraag bij iedere digitale reis: als we deze weg van digitale transformatie inslaan, wat gaan we dan wezenlijk anders en beter doen, binnenshuis en in de keten?
Kosteloze workshop
Siemens, SAP en T-Systems ondersteunen gezamenlijk industriële bedrijven bij hun digitale transformatie. De industrie heeft grote behoefte aan transparante productieprocessen en logistieke ketens, kwaliteitsverbetering, het voorkomen van downtime en het behalen van duurzaamheidsdoelen, stellen ze. Digitale tools als Industrial IoT, artificiële intelligentie en machine learning dragen daaraan bij. Het drietal helpt bedrijven door innovatieve use cases op te zetten, die uiteindelijk kunnen worden omgezet in concrete businessmodellen. Bedrijven kunnen een gratis Industry 4.0 discovery workshop met Siemens, SAP en T-Systems volgen in Utrecht, Den Haag of Den Bosch.
Digitale ontdekkingstocht
Nienke Vergeer, digital innovation manager bij Siemens, leidde het gezelschap rond door het Digital Experience Center, vanzelfsprekend samen met Digit, de digitale gids, die onderweg overal opduikt en zijn digitale wijsheden spuit. ‘Digitalisering heeft voor elk bedrijf een compleet andere betekenis’, aldus Vergeer. ‘De een bouwt aan een volledige lights-out fabriek, de ander probeert van een 2D- naar een 3D-ontwerp te komen.’ Tegelijkertijd geldt voor elke organisatie: ‘De rollen in de waardeketen zijn aan het veranderen. Dat vraagt nieuwe manieren van samenwerken tussen klanten en toeleveranciers. Digitalisering kan daarbij een belangrijke rol spelen.’
Printen als volwaardige productiemethode
In een intermezzo vertelde Lucas Janssen, algemeen directeur CEAD in Delft, leverancier van groot formaat 3D-printers voor kunststof, metaal en beton, de gasten iets over de compleet digitaal aangedreven productie die zijn klanten in onder meer de bouw, de maritieme wereld en de aerospace kunnen realiseren. ‘We doen eerst een gedegen haalbaarheidsstudie: hebben de klanten daadwerkelijk iets aan 3D-printing voor hun toepassing? Deze technologie kan een volwaardige industriële productiemethode zijn. Dat begint het ook wel te worden, maar solitair printen alleen is niet genoeg. Je moet een toolset creëren, die alle machines digitaal aanstuurt, vanuit dezelfde bron, met zo weinig mogelijk handmatige stappen in het complete proces.’