De vierde en laatste bijeenkomst half september van het Platform Digital Transformation van Siemens, SAP, T-Systems en Link Magazine stond in het teken van het ‘delen van data in organisatie en keten’, een urgent issue. Een van de aanwezigen zei het zo: ‘Discussies over data delen komen bij ons nu bijna wekelijks voor.’ Bij SAP Nederland in Den Bosch werd op deze inspirerende middag onder de strakke leiding van Joes Wigman van Berenschot gebrainstormd, gediscussieerd en van elkaar geleerd.
- De drivers voor het delen van data in een organisatie verschillen weinig van de beweegredenen in de keten.
- Er bestaat angst om eigen data uit handen te geven en de controle erover te verliezen.
- ‘Het is een zogeheten trusted platform met open standaarden: wat gesloten is, schaalt heel slecht.’
- Voor slimme data-uitwisseling op een effectieve, betrouwbare en veilige manier moeten alle partijen in de keten mee.
- ‘Ondernemers zijn allemaal op zoek naar oplossingen en vragen zich af hoe het gebruik van data daarbij kan helpen.’
Siemens, SAP en T-Systems trekken samen op om digitale transformatie te versnellen
Een select gezelschap van twintig mensen uit de Nederlandse maakindustrie is bij elkaar om de tanden te zetten in het actuele onderwerp. ‘Als je geen data deelt, heb je straks als bedrijf geen bestaansrecht meer’, zet een deelnemer de toon. ‘De noodzaak tot datadeling wordt inmiddels in elke industrie gevoeld.’ In de loop van de middag wordt duidelijk dat de drivers voor het delen van data in een organisatie weinig verschillen van de beweegredenen in de keten.
In beide gevallen is er druk vanuit overheden met verplichte registraties, inspecties en rapportages over de traceerbaarheid en duurzaamheid van grondstoffen en producten. De maatschappij heeft behoefte aan transparantie over de herkomst, behandeling en CO2-footprint van de spullen die worden gekocht. In eigen huis en in de keten wordt er gevraagd om traceerbaarheid van materiaal, afkomst en kwaliteit van onderdelen en producten. Het bereiken van een grotere efficiëntie, meer productiviteit of verbetering van de dienstverlening kan het delen van data vereisen. En meer geld verdienen, niet te vergeten.
Een obstakel dat het delen van data in organisaties en ketens bemoeilijkt of frustreert is het gebrek aan bereidheid om data uit te wisselen. Er bestaat angst om eigen data uit handen te geven en de controle erover te verliezen. Binnen organisaties speelt ook de kwaliteit en de beschikbaarheid van data een belangrijke rol. Soms worden enorme bergen aan data verzameld waarvan het nog maar de vraag is waar dat precies goed voor is. En hoe krijgen we die data überhaupt uit al die legacy-systemen? Hoe krijgen we de data-uitwisseling intern georganiseerd?
Vertrouwen in data-interactie
Voorafgaand aan een presentatie van een volledig gedigitaliseerde pop-upfabriek in het Duitse Walldorf (via videoverbinding) spreekt Ronald Lanjouw, business development manager bij het SAP Business Technology Platform, over het vertrouwen in de data-interactie. Hij presenteert het voorbeeld van Catena-X, een datadeelproject binnen de Duitse auto-industrie, dat gebruikmaakt van een door SAP geleverde oplossing. Lanjouw: ‘De projectpartners zijn ook deels concurrenten van elkaar. Geen wonder dat er sprake was van gebrek aan vertrouwen in de data-interactie. Ik kan mijn data wel ergens heen brengen, maar krijg ik ze ook weer terug? Als ik veel peer-to-peer connecties ga maken, wordt het een onoverzichtelijke brij. Catena-X is een veilige, neutrale en interoperabele netwerkomgeving, waarin allerlei systemen, talen en protocollen met elkaar kunnen communiceren. Het is een zogeheten trusted platform met open standaarden’, zegt Lanjouw, ‘want wat gesloten is, schaalt heel slecht.’
Houd data in businesscontext
In de praktijk ziet Lanjouw dat bedrijven heel veel tijd verliezen aan het omzetten van data naar informatie. ‘Dat komt omdat veel data worden overgeheveld uit de systemen van SAP, Oracle of Infor, om er CSV-files of Excel-bestanden van te maken. En dat kost heel veel tijd. Het is beter om de data in de businesscontext te laten waar ze horen. Breng ze onder in een clouddatawarehouse en deel van daaruit.’
‘Laten we als een soort ecosysteem naar die data kijken, in plaats van dat iedereen zijn eigen ding doet’
De volgende spreker, Astrid Buijssen, lid van het team Topsector Logistiek, is net als Lanjouw voorstander van het in de context laten van data, maar pleit voor een andere methode voor het delen ervan. Het is niet nodig om een groot centraal platform voor alle data in te richten, zegt ze. ‘Het is beter om in de keten onderling goede afspraken te maken over de tijdelijke toegang tot data, die in het bezit blijven van de eigenaar. Dus je geeft je data niet weg. Je geeft een partner tijdelijk toegang tot specifieke data die hij nodig heeft voor zijn eigen proces. Die toegang stopt op een bepaald moment ook weer.’
Vlees-case
Dat is de aanpak om data te delen die de Topsector Logistiek toepast in ketens met veel fysieke transportbewegingen, om slim te sturen op efficiëntie en duurzaamheid. Buijssen illustreert dit aan de hand van de ‘vlees-case’, de weg die een stukje vlees aflegt vanaf het moment dat een big of kalf ter wereld komt tot het bij de consument thuis belandt. In die vleesketen werken talloze partijen met elkaar samen, grote en kleine bedrijven, veehouders, vleesverwerkers, verladers en vervoerders, chauffeurs, (groot)handelaren, koelhuizen, distributiecentra van supermarkten, noem maar op. In deze keten gaat een grote hoeveelheid data over en weer. Tussen de ketenpartners, maar ook richting inspectiediensten van de overheid. Dit levert databrokken op over de herkomst, verwerking en status van een product. Voor slimme uitwisseling van die data op een effectieve, betrouwbare en veilige manier moeten alle partijen in de keten mee.
DigiD voor de data-economie
In de vleesketen nam de Coalitie Vitale Varkenshouderij (CoViVa) het initiatief om de benodigde data op een veilige en betrouwbare manier uit te wisselen, vertelt Buijssen. Het kwam vanuit de industrie zelf. Ze ontwikkelden een platform op basis van blockchaintechnologie met een duidelijke governance om de partijen toegang te geven tot de juiste informatie. ‘Deze aanpak kent wel beperkingen, met name als het om de schaalbaarheid gaat’, zegt Buijssen. De Topsector Logistiek is één van de partners binnen het project Digitale Infrastructuur Logistiek (DIL) van het Nationaal Groeifonds over een andere manier van benaderen van datadelen in de vorm van de Basis Data Infrastructuur (BDI) als onderdeel van de DIL. ‘In dat kader zijn we bezig met een afsprakenstelsel, waarin autorisatie een belangrijk onderdeel vormt. Dat valt onder iShare. Die afspraken geven partijen vertrouwen in het delen van data, het gevoel dat het goed is geregeld.’ Buijssen merkt op dat er een soort DigiD voor de data-economie moet komen, ‘waarmee kan worden gevalideerd dat iemand is wie hij zegt dat hij is, zodat hij toegang krijgt tot informatie. Dat is een andere gedachtegang dan alle data ergens centraal onderbrengen.’
Nina Wessels, supply director van Marel Meat, producent van machines voor vleesverwerking met vestigingen over de hele wereld, vindt dat de praktische kant van data delen een enorme uitdaging is. ‘Want waar begin je? Ik zie heel veel partijen in de vleesketen staan.’ Buijssen: ‘We hebben de keten in kaart gebracht en zijn met de betrokkenen gaan praten. En dan blijkt dat ze eigenlijk al heel veel digitale (deel)oplossingen in huis hebben.’
Daar haakt Adriaan van Kalkeren, marketing- en business development manager bij metaalgroothandel MCB in Valkenswaard, op aan: ‘Dat is een aandachtspunt. Ga niet iets nieuws verzinnen. Kijk wat er al is en ga dat samen gebruiken.’ Van Kalkeren signaleert vaak een verschil van inzicht over het belang om met het delen van data te starten. ‘Als je dit nu niet doet, hoe ziet je leven er dan uit in 2046, als de vergrijzing op zijn top is en de arbeidsmarkt nog krapper? Een ander punt is digital readiness. Daar is niet iedereen even ver in. Maar hoe is dat over 20 of 30 jaar?’
Dominante datapartij is risico
Richard Abbink, site digital technology lead bij MSD Animal Health in Boxmeer: ‘Er is een risico dat er een partij opstaat die zo dominant wordt in het ontsluiten van informatie, dat ze bijna een monopolie hebben.’ Van Kalkeren reageert dat dit 20 jaar geleden misschien kon, maar nu niet meer. Buijssen: ‘Dat probeert de Europese Unie echt te voorkomen. Dat is ook precies waarom we standaarden ontwikkelen die iedereen kan toepassen. Juist om ervoor te zorgen dat het niet bij één partij komt te liggen die iets bouwt en van daaruit verder schaalt. Als je het doet vanuit het principe dat jouw data ook van jou blijven, valt voor veel partijen het verdienmodel weg.’
In de discussie over het eigendom van data vertelt Mark van Boxsel, industry architect manufacturing bij T-Systems, over een gesprek dat hij had met iemand die werkt bij een bedrijf dat voor Schiphol een deel van het onderhoud doet aan de kabels en leidingen van systemen voor koeling en verwarming. ‘Ze hebben daar allerlei sensoren geplaatst en beschikken over heel veel data, vertelde hij. ‘Over een paar jaar loopt dat contract af en wordt er opnieuw aanbesteed. Ik merkte op dat ze dan wel vooraan staan, omdat ze al die data hebben. Toen zei hij dat ze dat eigenlijk niet willen, omdat het onderhouden van al die data veel geld kost en een grote verantwoordelijkheid met zich meebrengt. Ze doen dat liever samen. Dan is het een gedeelde verantwoordelijkheid.’
Stoere broek aantrekken
Sander Baraké, chief technology officer bij familiebedrijf Ridder, dat oplossingen voor de tuinbouwsector levert, zegt dat zijn markt een behoorlijke crisis doormaakt die tot omdenken dwingt. ‘Tot anderhalf jaar geleden was energie als kostenpost geen groot probleem. Dat is nu anders. Ondernemers zijn allemaal op zoek naar oplossingen en vragen zich af hoe het gebruik van data daarbij kan helpen. Ze staan nu veel meer open om daarmee aan de slag te gaan, omdat er iets groots moet gebeuren. Er zal iemand moeten opstaan die de stoere broek aantrekt en de boel in beweging brengt. Dat zou bijvoorbeeld brancheorganisatie AVAG van de Nederlandse kassenbouw- en installatiesector kunnen zijn. Die probeert al op technologiegebied naar open standaarden toe te werken. Dat begint met praktische zaken: geven we de waarden in graden Celsius of Fahrenheit aan elkaar door?’
Van Boxsel benadrukt dat het belangrijk is dat er vertrouwen is en dat iedereen snapt dat we data moeten delen. ‘Dat we met z’n allen als een soort ecosysteem naar die data kijken, in plaats van dat iedereen z’n eigen ding doet.’
Stok achter de deur
Een gezamenlijke taal om over data te communiceren is cruciaal, stelt Buijssen. ‘Ik geloof erin dat je samen als industrie die semantics moet ontwikkelen. En begin dan klein, daar waar sprake is van hoogfrequente uitwisseling van data. Gedreven vanuit een duidelijk doel.’
Marlou Houdijk, head of business development bij SAP, ziet dat wetgeving een goede stok achter de deur kan zijn om data te delen. ‘Wanneer je bijvoorbeeld verplicht bent om over je totale supplychain te rapporteren over duurzaamheid, dan is het geen kwestie meer van “Wil ik dit wel of niet?” Dan moet je met elkaar samenwerken om het voor elkaar te krijgen.’
Thijs Uijttenboogaard, service director bij Marel Meat, noemt het lastig om iedereen in de keten mee te krijgen. ‘Het begint ermee dat je een varken in 500 stukken snijdt. Met data moet elk stukje traceerbaar zijn. Daar is een hele lijst van bedrijven en instanties bij betrokken.’ Maar alleen al het verzamelen van data over het slachthuis is extreem complex. ‘De industrie, zeker de roodvleesindustrie, is nog redelijk conservatief, meer nog dan de pluimveesector. Het delen van data ligt daar soms heel gevoelig. Het kan heel veel opleveren, dus hoe ga je dat doen? Wil je alles vrijgeven, of begin je klein met goede use cases om dat later uit te breiden?’
Het legacy-probleem
Een technisch obstakel voor het delen van data in organisaties kan voortkomen uit legacy-systemen of systemen die niet goed met elkaar informatie kunnen uitwisselen. Maxine Moor was werkzaam binnen de serviceorganisatie rond de medische machines van Philips. ‘De set data die nodig is om een machine te bouwen, is een heel andere set data dan die nodig is om die machine te onderhouden. Die twee operaties zijn totaal niet op elkaar afgestemd vanuit een dataperspectief. Er is niet van tevoren nagedacht over installed base-management of recyclingdata. Daardoor konden wij intern geen data delen.’
Dat is voor Uijttenboogaard een feest van herkenning. ‘We hebben veel bedrijven gekocht en dus veel verschillende systemen voor ERP en installed base-management in de organisatie. Die systemen zijn allemaal op een andere manier gedefinieerd. We zijn jaren bezig geweest om de taal overal hetzelfde te krijgen. Daar zijn we mee gestopt: we hebben ervoor gekozen om het niet in één systeem op te lossen. Via een digital highway halen we data uit een systeem en combineren die met data uit een ander systeem, met een semantisch datamodel. Het klinkt simpel, maar is toch extreem complex.’
Kosteloze workshop
Siemens, SAP en T-Systems ondersteunen gezamenlijk industriële bedrijven bij hun digitale transformatie. De industrie heeft grote behoefte aan transparante productieprocessen en logistieke ketens, kwaliteitsverbetering, het voorkomen van downtime en het behalen van duurzaamheidsdoelen, stellen de drie bedrijven. Digitale tools als Industrial IoT, artificiële intelligentie en machine learning dragen daaraan bij. Het drietal helpt bedrijven door innovatieve use cases op te zetten, die uiteindelijk kunnen worden omgezet in concrete businessmodellen. Bedrijven kunnen een gratis Industry 4.0 discovery-workshop met Siemens, SAP en T-Systems volgen in Utrecht, Den Haag of ’s-Hertogenbosch.