Eén ding is – waarschijnlijk – zeker: er is leven na corona, ook voor de industrie. Maar hoe ziet dat leven eruit? En hoe kunnen bedrijven daarop inspelen? ABN AMRO beschrijft in een deze week verschenen rapport vier mogelijke scenario’s voor die toekomst. ‘Ondernemers gunnen elkaar wat en werken veel met elkaar samen, bijvoorbeeld op het gebied van Industrie 4.0’, zo valt te lezen over scenario 2, ‘Een open hightech samenleving’.
Voor deze studie voerde ABN AMRO gesprekken met onder meer industriële klanten. Ook maakte de bank theoretische analyses van de trends en de macro-economische ontwikkelingen. De uitkomsten van het onderzoek worden eind juni gepresenteerd. Met de analyse wil de bank ook iets zeggen over de impact van de verschillende scenario’s op een aantal sectoren, waaronder de retail, de bouw, transport en de zorg. Link Magazine krijgt een preview van de belangrijkste uitkomsten en conclusies voor de sector industrie.
Twee assen
Hoe ging de bank te werk? ‘We hebben de ontwikkelingen en trends ingedeeld langs twee assen’, zegt Albert Jan Swart, sectoreconoom Industrie bij ABN AMRO. ‘Op de horizontale as hebben we het individu afgezet tegen het collectief, op de verticale as de vrije handel versus een sterke overheid. En daarbij hebben we de tegenpolen opgezocht: volledig individualisme versus volledige solidariteit. En een compleet dominante markt versus een volledig dominante overheid.’ Dat leidde tot vier scenario’s voor 2025, met in elk scenario verschillende gevolgen voor de economie, internationale samenwerking, privacy, duurzaamheid, migratie en gelijkheid. En dat per economische sector.
Voor de industrie zien die vier scenario’s er als volgt uit:
- Scenario 1: Vrijheid voor de sterken. In 2025 is er een mondiale economie met vrije markten, veel innovatie en een hoge productiviteit. Er is wereldwijde handel, waarbij de focus ligt op efficiënt en just-in-time produceren, met een ruime keuze aan producten, gemaakt tegen lage kosten. De overheid is klein: collectieve systemen worden afgebroken, de belastingen zijn laag. Duurzaamheid is geen prioriteit voor producent en consument. Doordat overheden de teugels hebben laten vieren, hebben vooral grote bedrijven alle ruimte gekregen. Grote industriële bedrijven die toch al voorop liepen met innovatie hebben van de coronacrisis geprofiteerd door zwakke concurrenten over te nemen of uit te schakelen. De crisis heeft veel bedrijven weggevaagd.
- Scenario 2: Een open hightech samenleving. In 2025 is er een mondiale en open economie met een vrije markt, waarbij groei gericht is op innovatie. De consument heeft sterke voorkeur voor lokale, duurzame producten en is bereid daar meer voor te betalen. Bedrijven focussen op de lange termijn en nemen ketenverantwoordelijkheid. Omdat de klant dat wil en omdat de crisis het bedrijfsleven heeft wakker geschud. Duurzame bedrijven zijn winstgevend en kunnen blijven investeren. De Nederlandse industrie is sterker uit de crisis gekomen.
De regio Eindhoven heeft zijn internationale concurrentiepositie verder verstevigd. De ‘Brainport’-regio is uitgegroeid tot het Europese antwoord op Silicon Valley. Ondernemers gunnen elkaar wat en werken veel met elkaar samen, bijvoorbeeld op het gebied van Industrie 4.0. Veel ondernemingen investeren samen in gedeelde productielocaties waar veel geautomatiseerde productie plaatsvindt, bijvoorbeeld door middel van 3D-printers. - Scenario 3: De eigen staat. Door toenemend protectionisme neemt de globalisering sterk af, waardoor in 2025 de handel met name regionaal georiënteerd is. Er bestaat concurrentie tussen staten en regio’s. Innovatie is beperkt, omdat bedrijven hun financiën voor een belangrijk deel moeten inzetten om te lobbyen. Als gevolg daarvan stijgt de corruptie. Duurzaamheid is geen prioriteit, niet voor het bedrijfsleven en niet voor de consument. Nederland heeft weer nationale kampioenen. De tijden van werk uitbesteden in lagelonenlanden is voorbij. Sinds de coronacrisis is er een heel andere wind gaan waaien in Nederland. Na de Tweede Kamerverkiezingen van 2021 presenteerde de nieuwe coalitie een ambitieus regeerakkoord met het motto ‘The Netherlands first’!
- Scenario 4: De beschermende staat. De overheid nationaliseert kritieke sectoren. Producent en consument zien de overheid als onmisbaar. Er is in 2025 weinig innovatieve dynamiek en er komen minder nieuwe bedrijven bij, omdat grote gevestigde ondernemingen de markt kunnen blijven domineren. Om de sterk stijgende overheidsuitgaven te dekken, zijn inkomsten- en winstbelasting sterk toegenomen. De handel verschuift langzamerhand naar de (eigen) regio. Duurzaamheid wordt afgedwongen door de overheid; de EU investeert in een groene infrastructuur. Nederland heeft lessen getrokken uit de coronacrisis. Door het stilvallen van fabrieken over de hele wereld en de ontregeling van toeleveringsketens ontstonden tekorten aan bijvoorbeeld mondkapjes en testmaterialen. Er is een breed gedragen besef dat de vrije marktwerking te ver was doorgeschoten, met kwetsbaarheden tot gevolg. Bij de landelijke verkiezingen van 2021 laat de kiezer duidelijk merken weer behoefte te hebben aan een sterkere overheid die de regie neemt.
Scenario 2: ‘De ‘Brainport’-regio is uitgegroeid tot het Europese antwoord op Silicon Valley’
Bron: ABN Amro
Protectionisme
Hoe de wereldhandel zich de komende vijf jaar zal ontwikkelen, is allerminst duidelijk, meent Swart. Meer vrije handel? Of juist toenemend protectionisme? Toch ziet hij wel opvallende ontwikkelingen – bijvoorbeeld waar het gaat om de consequenties van eventuele protectionistische maatregelen. ‘Nederland kent hoge loonkosten en kan daardoor niet altijd concurreren met lagelonenlanden. Compleet vrije handel is in die zin niet per se goed voor de Nederlandse industrie. Met klimaatheffingen, bijvoorbeeld een invoerheffing op basis van CO2-uitstoot, kan de EU Europese bedrijven die duurzaam ondernemen, belonen. Dat zou voor Nederlandse bedrijven die vooroplopen op het gebied van duurzaamheid heel positief zijn. Een andere belangrijke ontwikkeling is de doorontwikkeling van 3D-printers, die tegen steeds lagere kosten kunnen produceren. De Nederlandse industrie kan daarvan gebruik maken om de arbeidsproductiviteit te verhogen. Hetzelfde geldt voor verdere automatisering en smart industry. Vooral de toepassing van 3D-printing maakt bedrijven minder afhankelijk van de beschikbaarheid en levertijden van bepaalde onderdelen, en daardoor flexibeler. En die ontwikkeling is interessant in alle scenario’s.’
Mix van ontwikkelingen
Op welke post-corona wereld moeten de Nederlandse ondernemers zich nu voorbereiden? Volgens Swart is het goed om te bedenken dat de toekomst waarschijnlijk zal bestaan uit een mix van ontwikkelingen uit de verschillende toekomstschetsen. ‘We hebben bewust de ontwikkelingen uitvergroot. Het ligt niet voor de hand dat de maatschappij in 2025 volledig individualistisch is geworden, noch dat de overheid het volledig voor het zeggen heeft. Maar we denken wel dat ondernemers deze analyses als hulpmiddel kunnen gebruiken om hun eigen strategie voor de langere termijn te bepalen. Ondernemers zouden kunnen nadenken over vragen als: wat betekent het voor mijn bedrijf als productieketens in toenemende mate regionaal worden ingericht? En als de EU een CO2-belasting gaat heffen over geïmporteerde producten, heeft het dan zin die producten binnen de EU in te kopen of deze zelf te gaan produceren? We hopen dat dit rapport ondernemers aan het denken zet, welke kant het de komende jaren ook zal uitgaan.’
Albert Jan Swart, sectoreconoom Industrie bij ABN AMRO: ‘We hopen dat dit rapport ondernemers aan het denken zet, welke kant het de komende jaren ook zal uitgaan.’ Foto: Hannie Verhoeven
Algemene trends
Swart vindt het lastig om per scenario precies aan te geven hoe industriële ondernemingen zich kunnen voorbereiden op de toekomst. ‘Dat verschilt per bedrijf.’ Hij voorziet wel algemene trends, mede dankzij de ervaringen van de kredietcrisis. ‘Blijf in ieder geval investeren in het opleiden van je mensen, mits de financiële situatie van de onderneming dat toelaat. Ga door met investeren in innovatie. Dat is in alle opzichten voor de lange termijn cruciaal voor het voortbestaan van het bedrijf. Veel ondernemingen die dat tijdens de vorige crisis deden, kwamen er sterker uit en veroverden vaak een groter marktaandeel. Zoek waar mogelijk de samenwerking met andere bedrijven. Producten en productieprocessen worden steeds complexer en moeten steeds sneller naar de markt – dat lukt je als bedrijf eigenlijk niet goed alleen.’
Basisscenario
En ten slotte: hoe gaat de economie zich ontwikkelen volgens ABN AMRO? Swart: ‘In ons basisscenario is er begin 2021 een vaccin tegen corona. Dan zouden de economische vooruitzichten in 2021 verbeteren, waardoor de economie langzaam kan herstellen. Maar het zal nog wel twee tot drie jaar duren voor we weer op het niveau van 2019 zitten.’