Dit wordt de grootste crisis ooit! Zo was in maart vorig jaar in de Nederlandse industrie alom de verwachting. In de automotive – waar het vóór de corona al crisis was – werd hard op de rem getrapt. En zo ook in andere segmenten zoals de food, die werd geconfronteerd met een horeca die volledig op slot moest. Toch bleek al gauw dat het meeviel. De impact op de industrie bleek beperkt en in veel segmenten trok de vraag snel en fors aan. Maar dat leverde wel flinke supplychain-problemen op. En die zijn (voorlopig) nog niet opgelost.
De vraag is hersteld, nu nog het aanbod
- ‘Of de coronacrisis daadwerkelijk de supplychains wijzigt weten we over een jaar.’
- ‘Het is veel schikken en aanpassen.’
- ‘Het betaalt zich uit dat we met onze vestigingen op twee continenten zitten.’
- ‘Juist in deze tijd is het van het grootste belang dat je creatief en oplossingsgericht ’
- ‘De Europese elektronicaproductiecapaciteit moet snel flink vergroot worden.’
‘In de automotive, maar ook elders – bijvoorbeeld de fietsenindustrie – waren een tijdlang geen leveringscontracten uitgevraagd, raakten de buffers leeg en moest sneller dan verwacht een dubbele inhaalslag gepleegd worden. Het besef van de kwetsbaarheid en de afhankelijkheid van de mondiale supplychains is door deze crisis enorm toegenomen’, duidt Luddo Oh, senior managing consultant bij Berenschot. Hij is een van de opstellers van het Strategie Trendsonderzoek 2021 dat het Utrechtse organisatieadviesbureau recent uitbracht, met veel aandacht voor de impact van de coronacrisis.
Weinig reshoring
Of dat besef zich ook snel vertaalt in het verleggen of verdubbelen van de supplychains is nog even afwachten, meent Oh, refererend aan een ander recent onderzoek naar reshoring, uitgevoerd in opdracht van Innovation Quarter en Rotterdam Partners. ‘Van regelrechte reshoring is nog weinig sprake. Nearshoring, van China naar Oost-Europa, of het meer spreiden van de supply, dat gebeurt wel. Maar het is vooralsnog vooral een onderwerp van gesprek in de boardrooms. Het veranderen van toeleverketens is kostbaar en ook niet iets wat in een week geregeld is. Of de coronacrisis daadwerkelijk de supplychains wijzigt weten we over een jaar.’
Zichtbaar is nu al wel de behoefte aan meer buffercapaciteit, constateert Ohs collega en senior consultant strategy & innovation Jasper Hofenk. ‘Veel bedrijven proberen nu grotere voorraden aan te leggen. Net als in het voorjaar met het toiletpapier versterkt het hamstergedrag momenteel wel de huidige tekorten in de industrie.’
Ook wordt er veel geïnvesteerd in digitalisering van de processen, iets wat ook terug te vinden is in de strategische voornemens van bedrijven, aldus het Berenschot-onderzoek. Maar die inzet zien Oh en Hofenk niet direct als een reactie op de supplychain-problemen. Hofenk: ‘Goede forecasts van de klant en goed zicht op obsoleties geven wel meer inzicht, maar niet meteen meer grip. En veel bedrijven beschikten al over geavanceerde ERP-systemen.’ Het gegroeide belang dat in de industrie gehecht wordt aan digitalisering is meer terug te voeren op de communicatiemogelijkheden die het biedt. ‘Het van huis uit digitaal samenwerken heeft zich bewezen’, aldus Oh. De thuiswerktrend heeft het budget voor digitalisering verruimd, niet de sourcingsproblematiek. Evenwel zijn die problemen groot.
Pandemie niet voorbij
‘De pandemie is nog niet voorbij. We ervaren dagelijks de effecten’, bevestigt Miel Timmers. Hij is woordvoerder van VDL Groep waarin meer dan honderd bedrijven zijn verzameld, actief op uiteenlopende terreinen, van auto- en bussenbouw tot de ontwikkeling en fabricage van diverse modules voor de semicon. Veel van de vragen over de effecten en lessen van de coronacrisis beantwoordt Timmers dan ook met ‘dat ligt eraan over welke markt we het hebben’. Maar, als het gaat om de huidige tekorten aan materialen is hij stellig: ‘Die raken vrijwel al onze bedrijven. Ze betreffen niet alleen de elektronische componenten, ook staal, hout en kunststoffen zijn schaars. Dus gaan de prijzen omhoog en is plannen lastig. Van leveranciers horen we bijvoorbeeld: “Ik dénk dat je het dan en dan hebt.” Het is veel schikken en aanpassen.’
Herstel heel fragiel
Ook voor Core-TeQ in het Noord-Hollandse Andijk is de pandemie nog niet voorbij, stelt sales director Mark Jaski. Core-TeQ maakt assen, rollen en cilindrische onderdelen voor verschillende marktsegmenten. Jaski: ‘In april vorig jaar schoven veel klanten ineens hun orders naar achteren en verloren we zo’n beetje de helft van onze omzet. Sinds begin dit jaar zitten we wel weer op het niveau van voor deze crisis, maar dat herstel is nog heel fragiel. In Nederland is het politieke beleid elke week weer anders en dat geldt ook voor Maleisië, waar we onze tweede vestiging hebben. Dan is het lastig managen. De vaccinatiegraad in Maleisië is nog niet hoog (medio augustus was 31 procent volledig gevaccineerd, red.), in mei liepen de besmettingen er op en sinds eind mei geldt er weer een complete lockdown. Wij hebben als zogeheten essentieel bedrijf een ontheffing om op 60 procent van onze capaciteit te werken en door nu 24/7 te draaien hebben we dat weten te verhogen tot 75 procent. Maar we kunnen daardoor niet altijd onze planning halen. En dat wordt versterkt doordat een aantal van onze lokale leveranciers geen ontheffing heeft gekregen en dus gewoon niets kan leveren. Ook hebben we te maken met de wereldwijde schaarste aan materialen met bijbehorende prijsstijgingen.’
Oem’er in andere realiteit
De hele wereld kampt met dezelfde pandemie. Dat zorgt weliswaar voor begrip bij klanten, wanneer een leverancier aangeeft dat hij de toegezegde levertijden niet haalt. Of aan zijn prijzen de voorwaarde verbindt dat die verhoogd kunnen worden als de marktprijs met meer dan 5 procent stijgt. Toch vraagt dat van Jaski vaak de nodige overtuigingskracht. En soms is zelfs dat niet voldoende. ‘Wij leveren veel aan grote oem’ers die zelf niets meer maken, maar alleen nog assembleren of ontwikkelen en verkopen. Die hoeven zelf niet op zoek naar dat ene, schaarse onderdeeltje om te kunnen uitleveren. Daardoor hebben ze niet altijd een goed beeld van de realiteit. Ik heb zelfs een klant die zegt: “Ik begrijp je probleem, maar het is niet mijn probleem dus ik houd je aan de afspraak.” Niet toevallig een partij waar we niet samen mee ontwikkelen, maar eentje die bij ons alleen op prijs inkoopt. Maar de rest – mits je het ze goed uitlegt – betoont wel flexibiliteit en accepteert dat je later levert en dat je je momenteel niet committeert aan een bepaalde prijs en levertijd.’
Op twee continenten
Intussen heeft Core-TeQ de nodige inzet gepleegd om de eigen flexibiliteit te vergroten, om het hoofd te kunnen bieden aan die – blijvend – fragiele omstandigheden. Ondanks de steunmaatregelen van de overheid moest er in Nederland vorig jaar personeel weggesaneerd worden. Een deel daarvan is inmiddels weer aangenomen, maar nu op basis van een tijdelijk contract. Ook heeft procurement director Michael Scherpenzeel van Core-TeQ andere toeleverlijnen aangelegd. ‘Het betaalt zich uit dat we met onze vestigingen in Maleisië en in Andijk op twee continenten zitten. Toen we vorig jaar assen niet kwijt konden bij een modulebouwer van VDL in Maleisië, konden we die in tweede instantie vanuit Andijk wel leveren aan Nijdra in Middenbeemster. Bepaald productiewerk dat we allang uitsluitend in Maleisië doen, willen we nu ook hier gaan doen, al is het maar voor 5 procent van het totaal. Zodat we hier die productievaardigheid bij onszelf én bij onze leveranciers op peil houden en kunnen switchen van Maleisië naar hier, als dat nodig is. Maar of we daardoor werk definitief terughalen? Als ooit de pandemie echt achter de rug is, gaat de klant die paar euro’s goedkoper toch weer belangrijk vinden.’
Minder hardware nodig
Bij Lenze zijn ze blij dat het aandeel software in hun aandrijfsystemen de afgelopen jaren is toegenomen. Software die ook nog eens draait op het open platform Linux, zodat de vrijheid bij het kiezen van gestandaardiseerde softwareoplossingen – uit het Lenze FAST-portfolio – steeds groter is geworden. Daardoor kan de klant zijn machines sneller en gemakkelijker klantspecifiek configureren , zo vertellen Eric van den Broek en Marc Vissers, respectievelijk managing director en marketing manager van Lenze Benelux en VK. Bovendien is de rol van hardware in de aandrijfoplossingen afgenomen, wat de huidige sourcingsproblemen waar ook Lenze mee kampt verkleint.
‘Er is een tekort aan alles, en het is veel duurder’
Evengoed zijn die problemen nog altijd significant, aldus Van den Broek. ‘Ze doen een groot beroep op de creativiteit van mijn applicatieteam. Er is momenteel een tekort aan alles, en het is veel duurder. Dat geldt voor kunststof onderdelen, maar ook voor verpakkingsmateriaal als papier en plastic en het hout voor pallets. Maar het zwaarst weegt het grote tekort aan chips en andere elektronicacomponenten die wij in onze producten gebruiken.’ De software mag dan tegenwoordig veel meer functionaliteit bieden, Van den Broek en zijn mensen worden momenteel dagelijks geconfronteerd met forse uitdagingen om voor bijvoorbeeld niet beschikbare cpu’s of fpga’s (field-programmable gate arrays) alternatieven te vinden. ‘Dan kiezen we voor snellere cpu’s, of voor andere bussystemen als die wél snel beschikbaar zijn.’
Liquiditeitsproblemen
Want snelheid is voor menig machinebouwer van groot belang, weet Vissers: ‘Sommige klanten kunnen in grote liquiditeitsproblemen komen als ze een machine niet kunnen uitleveren omdat daar enkele componenten in ontbreken.’ Snelheid kan Lenze bieden doordat het in nauw contact staat met de eigen fabriek in Duitsland die rap een gevraagde configuratie kan aanpassen aan de componentbeschikbaarheid op de markt. ‘En als dat niet voldoende soelaas biedt dan wijzen we de weg naar bedrijven die wellicht wel de oplossing hebben. Zeker in deze tijd is het van het grootste belang dat je creatief en oplossingsgericht bent én open en eerlijk naar de klant.’
Samen vuist maken
Vissers en Van den Broek hopen ook dat de actie van hun ceo Christian Wendler effect gaat sorteren. Wendler heeft recent, samen met zijn collega’s van andere grote Duitse industriële bedrijven, de Duitse regering met klem gevraagd aan de bel te trekken bij grote chipfabrikanten als Intel en TSMC. ‘Samen kunnen we hopelijk een vuist maken’, aldus Van den Broek, die tegelijk benadrukt dat de supplychains veel korter moeten worden. ‘De Europese elektronicaproductiecapaciteit moet snel flink vergroot worden. We hebben het Suezkanaal-debacle gehad, momenteel ligt er weer een Chinese haven plat door een corona-uitbraak en er is een tekort aan schepen. Die problemen hebben we niet als chips en andere elektronica in Europa worden geproduceerd.’
‘Tot nu 100 procent uitgeleverd’
Hoewel vrijwel elk bedrijf in de industrie momenteel sourcingsproblemen heeft, geven sommige ondernemingen aan ‘alles onder controle te hebben’. PM, ontwikkelaar en fabrikant van lineaire precisielagers, wrijvingsloze sledes en positioneersystemen voor de halfgeleider-, medische, technische en analytische markt, rekent voor dit jaar op een groei van 20 procent. De markten van PM hebben zich inmiddels weer volledig hersteld. En dus moet het Dedemsvaartse bedrijf er vol tegenaan, zegt operations manager Gert Lennips. Alle daarvoor benodigde grondstoffen en (elektronische) componenten tijdig ontvangen vergt wel ‘wat extra geduld’. ‘De levertijd van aluminium is opgelopen van dagen naar weken. De levertijden verschillen per component, maar we zijn van gemiddeld 12 naar 16 tot 18 weken gegaan. Desondanks hebben we tot nog toe 100 procent van onze orders binnen de planning kunnen uitleveren.’
Cruciaal zijn betrouwbare forecasts, aldus salesmanager Bert Post. ‘Inmiddels hebben we weer een goed zicht op de uitvraag, en kunnen we daarmee onze eigen leveranciers informeren.’ PM heeft nog geen reden gehad de supplychains anders te gaan inrichten, vervolgt Lennips: ‘Voor de gangbare producten spreidden we de risico’s al door met meerdere toeleveranciers te werken. De klantspecifieke modules beleggen we wel bij meestal één, soms twee leveranciers. Met hen sluiten we contracten af met dezelfde voorwaarden als in de contracten die wij met onze klanten aangaan.’
Niet aan afname houden
Ook Landes High End Machining werd vorig jaar geconfronteerd met klanten die hun afnameafspraken niet konden nakomen. ‘Dit jaar wordt qua omzet al weer een beter jaar dan 2020. En ook qua resultaat ziet het er goed uit’, vertelt directeur Herman Koning van de metaalbewerker uit Emmen. Maar bij het ontstaan van de crisis vorig voorjaar schroefde Airbus de productie van de A350 al snel terug van 9 à 10 toestellen per maand naar 6 à 4 en vervolgens naar circa 3. Landes belevert de vliegtuigbouwer via het Duitse Diehl Aviation, dat zich daardoor niet aan de afnameafspraken kon houden. ‘Ik had dat hoog kunnen laten opspelen, maar heb dat om commerciële redenen niet gedaan. Wél heb ik met ze afgesproken dat ze de voorraad die ik voor hen heb afnemen als dat om redenen van liquiditeit nodig zou zijn. Maar dat is niet nodig gebleken.’
Vraag fors omhoog
Immers, met het leveren van onderdelen voor de F35-straaljager en de NH90-helicopter is Landes ook actief in de militaire aerospace. Koning: ‘Als de vraag in de civiele luchtvaart inzakt, gaat in de militaire tak de druk juist omhoog.’ Ook de vraag vanuit de semicon, waaraan Landes onder andere via VDL ETG in Almelo toelevert, ging vorig jaar al fors omhoog. Voor dit jaar verwacht ASML 35 procent meer om te zetten dan vorig jaar en voor volgend jaar rekent de chipmachinebouwer op een omzetstijging van 90 procent in vergelijking met 2020. Dit met name dankzij de EUV-machines NXE en de opvolger EXE (< node 5 nm), zo liet ceo Peter Wennink onlangs weten. Werden er in het eerste kwartaal van dit jaar 9 EUV-systemen uitgeleverd, voor heel 2022 wordt in de supplychain een capaciteit voor 55 systemen opgebouwd en voor 2023 zelfs voor 60 systemen.
Sourcing onder controle
De diverse marktontwikkelingen vergen van Landes alle aandacht voor het op orde houden van de voorraden. Koning: ‘Voor de semicon heeft onze klant VDL gebruikgemaakt van de eigen inkoopkracht en heeft het bedrijf voor ons voor verschillende projecten voldoende titanium ruwmateriaal gealloceerd. Met bijvoorbeeld Priva in de agrotech, waaraan wij onderdelen voor waterreinigingssystemen voor kassen leveren, zijn we in gesprek gegaan om goed zicht te krijgen op Priva’s forecast voor volgend jaar. Het bedrijf heeft zich gecommitteerd aan uitvraag voor een bepaalde periode tegen een vaste prijs; wij hebben vervolgens vergelijkbare afspraken gemaakt met onze leveranciers voor de levering van het type rvs en de kunststoffen die we voor de Priva-orders nodig hebben.’
Toelevering grootste uitdaging
Uit het Strategie Trendsonderzoek 2021 van Berenschot dringt zich het beeld op dat corona een kortdurend forse impact heeft gehad, maar dat menig industrieel ondernemer deze crisis al bijna is vergeten en optimistisch naar de toekomst kijkt. Gevraagd naar welk onderwerp de grootste impact heeft op de strategie worden in plaats van ‘Covid-19’ ‘digitalisering’, ‘innovatie’ en ‘arbeidsmarkt’ genoemd. Gevraagd naar de verwachte omzet- en budgetontwikkeling is de industrie veel optimistischer dan de gemiddelde Nederlandse ondernemer: 71 procent rekent op een groei van 5 procent of meer; bijna de helft verwacht zelfs een plus van meer dan 10 procent.
Bedrijven die een negatieve impact van corona hebben ervaren, hebben ook sterke groeiverwachtingen. Bron: Strategie Trendsonderzoek 2021, Berenschot
Luddo Oh van Berenschot kijkt er niet van op: ‘Alleen de bedrijven in de aerospace blijven achter, want het herstel van de luchtvaart kan lang duren, áls die zich überhaupt al herstelt. De vakantieganger komt wel terug, maar de zakelijke reiziger, op weg naar congressen en meetings, veel minder. In alle andere industriële sectoren worden bedrijven geconfronteerd met een enorme vraag, de semicon voorop.’ Het herstel van de vraag is dus niet zozeer het probleem; die adequaat beantwoorden is door de grote toeleverproblemen momenteel de grootste uitdaging.
Halfgeleiderindustrie: tekort aan IC’s duurt nog wel even
Het tekort aan IC’s duurt nog wel even voort, in elk geval nog tot volgend jaar, zo is de verwachting van Rutger Wijburg van chipontwikkelaar en -fabrikant Infineon. Het bedrijf heeft vorig voorjaar de productie wel even iets afgeschaald toen de onrust in de markt door alle onzekerheid erg groot was. Belangrijker is dat sindsdien de vraag uit de markt fors is toegenomen. ‘Vanuit de automotive, extra gestimuleerd door de vraag naar elektrische auto’s. Maar ook voor andere oplossingen is de vraag toegenomen. Zoals voor windenergie, waarvoor wij IC’s en discrete devices maken. En ook voor edge computing, dat al dan niet in combinatie met kunstmatige intelligentie veel data kan verwerken zonder dat die naar de cloud hoeven.’ Ook spelen de geopolitieke spanningen tussen de VS en China een rol: ‘Die zorgen her en der voor blokkades en vertragingen in de toeleverketens’, zo constateert de topman van het Duitse semiconbedrijf (zie ook het uitgebreide interview met hem op pagina 34 van dit nummer).
Personeel overgeheveld
Als bedrijvengroep kan VDL Groep personeel uitwisselen tussen bedrijven actief op uiteenlopende markten. Ook tijdens de pandemie was dat een voordeel, vertelt woordvoerder Miel Timmers. ‘Van die mogelijkheid maken we altijd al gebruik, want het komt voortdurend voor dat markten wat meer of juist wat minder inzet vragen.’ Vorig voorjaar waren de verschillen alleen extremer, zo maakt Timmers duidelijk: ‘VDL Nedcar heeft toen zes weken lang stilgelegen. Ook VDL Bus & Coach had het lastig omdat er geen busreis meer plaatsvond en touroperators hun orders naar achteren schoven. Dit terwijl we bijvoorbeeld bij VDL ETG alle zeilen moesten bijzetten om de vraag uit de semicon aan te kunnen. Ook is het voor onze bedrijven in de food, health en infra goed doorgelopen. Dus zijn automotive-medewerkers overgeheveld naar VDL-bedrijven in die sectoren.’