Hoewel ons land momenteel in een harde lockdown zit, behoort Nederland tot de selecte groep van landen die het beste in staat zijn om zich uit de Corona crisis te transformeren. ‘The Global Competitiveness Report Special Edition 2020: How Countries are Performing on the Road to Recovery’ laat zien hoe landen economisch herstel en een lange-termijn transformatie kunnen bewerkstelligen. Nederland en de Scandinavische landen zijn volgens het World Economic Forum (WEF) daartoe het beste geëquipeerd. De Verenigde Staten staan niet in de top-10.
De speciale editie van 2020 van het Global Competitiveness Report (GCR) komt uit op een heel moeilijk en onzeker historisch moment. De uitbraak van de COVID-19-pandemie heeft niet alleen geleid tot een wereldwijde gezondheidscrisis en een diepe economische recessie – dieper dan de neergang tijdens de financiële crisis van 2008-2009 – maar heeft ook geleid tot een klimaat van diepe onzekerheid over de toekomstige vooruitzichten. Terwijl geen enkel land het virus kan ontkomen stelt het Global Competitiveness Report van het World Economic Forum (WEF) dat landen met een geavanceerde digitale economie en digitale vaardigheden, een robuust sociaal vangnet en ruime ervaring met vorige pandemieën het beste in staat zijn om de economische effecten van de pandemie te beperken. ‘The Global Competitiveness Report Special Edition 2020: How Countries are Performing on the Road to Recovery’ laat zien hoe landen economisch herstel en een lange-termijn transformatie kunnen bewerkstelligen. Met name Nederland en de Scandinavische landen zijn volgens het WEF het beste geëquipeerd om deze lange-termijn transformatie te bewerkstelligen.
Welke aspecten van concurrentievermogen maken een economie veerkrachtig gedurende de pandemie?
• Landen met een geavanceerde digitale economie en digitale vaardigheden zijn meer succesvol om hun economie in de lucht te houden terwijl hun burgers vanuit huis werken. Met name Nederland, Nieuw Zeeland, Zwitserland, Estland en de Verenigde Staten scoren hier heel goed op.
• Landen met een robuust economische vangnet zoals Denemarken, Finland, Noorwegen, Oostenrijk, Luxemburg en Zwitserland hebben mensen die niet konden werken goed ondersteund. Ook landen met een sterk financieel systeem zoals Finland, de Verenigde Staten en Singapore konden het MKB meer krediet verstrekken om insolventie te voorkomen.
• Landen die gezondheidszorg, fiscaliteit en sociaal beleid kunnen plannen en integreren zijn meer succesvol in het verzachten van de effecten van de crisis zoals Singapore, Zwitserland, Luxemburg en Oostenrijk.
• Landen met ervaringen met voorgaande epidemieën (bijvoorbeeld SARS) hebben betere protocollen en technologische systemen (bijvoorbeeld Korea en Singapore) opgebouwd en konden daarmee de epidemie betere isoleren dan andere landen.
Nederland op de vierde plaats en zeer goed instaat zich uit de crisis te transformeren
Op vrijwel alle prioriteitsgebieden voor economische transformatie scoort de Nederlandse economie zeer goed, aldus professor dr. Henk Volberda van het Amsterdam Centre for Business Innovation van de Amsterdam Business School, partnersinstituut van het WEF dat de gegevens voor Nederland verzameld. Nederland staat zelfs twee keer in de top 3 als het gaat om infrastructuur en digitale netwerken en vaardigheden en opleidingen voor de toekomstige arbeidsmarkt. Maar ook als “het gaat om betrouwbare publieke instituties (4e plaats), sociale voorzieningen en arbeidshervormingen voor de nieuwe economie (5e plaats), uitbreiding van de zorginfrastructuur (5e plaats), publiek-private samenwerkingen voor toekomstige markten (7e plaats) en het stimuleren door bedrijven van diversiteit en inclusie (7e plaats) doet Nederland het bovengemiddeld”, zo stelt professor Volberda.
Verbeterpunten: aandacht voor sleuteltechnologieën
Verbeterpunten voor de Nederlandse economie zijn volgens Volberda “een herziening hoe bedrijven, vermogen en arbeid worden belast in nationaal en internationaal verband”. Tevens stelt hij dat “er meer aandacht nodig is voor concurrentie en mededinging in sleuteltechnologieën van de vierde industriële revolutie (kunstmatige intelligentie, big data en robotica) zodat Nederlandse bedrijven nieuwe verdienmodellen kunnen ontwikkelen”. Ook zijn er Volberda “meer langdurige en oplopende investeringen nodig in onderzoek en innovatie om ook in nieuwe markten te domineren” en “zullen bedrijven meer aandacht moeten besteden aan lange-termijn”.
Het Scandinavische Model versus China en de VS
Onder het bestaande beleid, en gebaseerd op beschikbare statistieken, is het ‘Scandinavische model’ het meest veelbelovend in het leiden van economische systemen naar meer duurzaamheid en gedeelde welvaart. Deze landen (bijvoorbeeld Finland, Denemarken, Zweden) zijn het beste voorbereid op de meeste van de 11 prioriteiten geïdentificeerd in dit raamwerk en zijn bijgevolg ook de landen die het meest klaar zijn voor een economische transformatie (Zie Figuur 2). Denemarken en Finland staan vier keer in de top 3 van scores op de 11 categorieën van transformatie, terwijl Zweden drie keer verschijnt. Zij bezetten dus de eerste 3 posities van landen die het beste geëquipeerd zijn om hun economie succesvol te transformeren. Nederland staat op een verdienstelijke vierde plaats. China staat op de 5e plaats. China staat op twee gebieden in de top 3: antitrust kaders en het bevorderen van diversiteit voornamelijk dankzij sterke participatie van vrouwen, maar moet aanzienlijk meer doen in de verbetering van de kwaliteit en visie van publieke instellingen en bij het upgraden van infrastructuur voor de energietransitie. De Verenigde Staten staan niet in de top-10. De Verenigde Staten staan wel driemaal in de top 3 van de 11 categorieën en presteren goed op investeringen voor onderzoek en ontwikkeling en het creëren van de markten van morgen. De Verenigde Staten moeten echter nog veel meer doen voor het bouwen van een toegankelijke en groene infrastructuur, het vormgeven van een betere arbeidsbescherming van werknemers en het bevorderen van meer lange-termijn investeringen.
Jaarlijkse graadmeter
Deze jaarlijkse graadmeter van internationaal concurrentievermogen is uitgevoerd onder 126 landen. Dit jaar wordt voor het eerst sinds 1979 geen ranking gegeven, maar aangegeven welk economieën het beste in staat zullen zijn om zich te transformeren.