Wie succes wil boeken met quantumcomputing, moet zich open opstellen. Het Enschedese Quix Quantum heeft een fotonische kwantumcomputer op de markt gebracht die tot stand is gekomen dankzij open samenwerking met kennisinstellingen als Universiteit Twente, partners als Lionix en grote klanten als het Deutsches Zentrum für Luft- und Raumfahrt (dat vorig jaar goed was voor een opdracht van 14 miljoen euro). Omdat wordt gebruikgemaakt van een fotonische IC kan de 64-qubit-machine functioneren bij kamertemperatuur in plaats van bij de -273 Celsius die supergeleiding vereist.
‘Onze computer lost met de snelheid van het licht problemen op die zelfs de nieuwste supercomputers te machtig zijn’, promoot de website van de door Hans van den Vlekkert opgerichte onderneming. Dat zijn vaak optimalisatieproblemen als de beste routing om na een treinongeluk de andere treinen zo snel mogelijk weer volgens schema te laten rijden. Of om bijzonder complexe algoritmes door te rekenen om te zien of ze daadwerkelijk de theoretisch veronderstelde resultaten bieden. Of om in no-time een kunstmatig intelligent systeem te trainen. Daarmee denkt Quix een koploper te zijn, maar helemaal zeker daarvan is project lead Lars Hohmuth niet. ‘Een bedrijf als het Amerikaanse PSI Quantum komt regelmatig met persberichten over het succes dat ze met hun nieuwe quantumchip in hun lab zouden hebben behaald. Maar meer inzage geven ze niet. Ze werken daar met veel geld aan veel ontwikkelroutes tegelijk in de hoop dat er een bij zit die succes oplevert. Maar ze doen dat in beslotenheid. Ik denk dat onze Nederlandse – en Europese – openheid sneller tot resultaten leidt.’
Die openheid is hard nodig om quantumcomputing tot werkelijk waardevolle functies te brengen, vertelt zijn collega en senior business developer Thomas van Els. ‘Je kunt straks wel heel snel uitrekenen wat na een ongeluk de beste routing is om alle overige treinen weer volgens dienstregeling te laten rijden, maar op het verkeerscentrum waar dat dan moet worden uitgevoerd, moet er wel een werkwijze zijn die iets kan met die data. Die is er nu namelijk nog niet. Organisatorisch zijn bedrijven en overheden nog helemaal niet klaar voor allerlei mogelijke toepassingen. Het vergt veel informatie en om- en bijscholing om dat voor elkaar te krijgen’, aldus Van Els.
Ook aan de technologische kant is nog veel werk te verrichten, in goede samenwerking. ‘Partijen actief in de supercomputing, de fotonica en de quantumcomputing kunnen nu elk op hun manier snelle data-analyseoplossingen bieden, maar de goed schaalbare fotonische quantumcomputer is er nog niet. We zitten in dezelfde situatie als de computerwereld in de jaren veertig, voordat de transistor in beeld kwam. Pas daarna is het snel gegaan. Om in onze wereld die metaforische transistor te vinden moet veel en open worden samengewerkt’, aldus Thomas Van Els staand naast een opengewerkte demo van de Photonic Quantum Computer van Quix.