Het aan China kunnen leveren van zijn high-end semicon-apparatuur is nog onderwerp van een ‘scan’ door het ministerie van Buitenlandse Zaken (Buza). Daarom wil de betreffende hightech machinebouwer nog niet openlijk praten over de moeite die het tegenwoordig kost om apparatuur te verkopen aan Chinese klanten als er een kans is – hoe klein ook – dat die ingezet wordt in onderzoek naar quantumcomputing voor militaire doeleinden. ‘Die definitie wordt heel ruim ingevuld. Als je wilt leveren aan een universiteit waar een hoogleraar werkt die onderzoek doet naar quantumcomputing, kan dat al voldoende zijn om geen exportlicentie te krijgen’, aldus een zegsman van het bedrijf. Het afgelopen jaar heeft het ministerie de levering van vier systemen reeds onder de loep genomen, met als resultaat dat er twee niet verscheept mochten worden.
Buza doet zijn onderzoek op instigatie van de NAVO, in casu de VS. De Amerikaanse overheid steekt zo’n 2 miljard euro in onderzoek naar quantumcomputing, de Europese Commissie 1 miljard, terwijl de Chinese overheid vrij recent voor dat doel 20 miljard euro zou hebben vrijgemaakt. ‘Je mag ervan uitgaan dat meer investering tot meer resultaat leidt. De VS zijn bang dat China zo een voorsprong verwerft met de ontwikkeling van quantumcomputing-toepassingen voor militaire doeleinden.’ Quantumcomputing biedt vele malen grotere rekenkracht dan waarover de traditionele computersystemen beschikken en zorgt voor zoveel snelheid dat daarmee bijvoorbeeld de lancering van raketten verhinderd zou kunnen worden, zelfs als de opdracht daartoe al gegeven is.
Binnen de Europese Unie wordt het onderzoek naar quantumtechnologie gestimuleerd door het EU Quantum Flagship, dat de komende tien jaar in totaal één miljard euro voor dat onderzoek beschikbaar heeft. Het brengt onderzoekers, bedrijfsleven en beleidsmakers samen met als doel om het Europees wetenschappelijk leiderschap op quantumgebied verder uit te breiden en onderzoeksresultaten naar de markt te brengen. Meer dan 5.000 deelnemende onderzoekers moeten er de komende tien jaar voor zorgen dat Europa aan de wereldtop komt van de kennis- en technologiegedreven quantumsector.
Eind oktober werd bekend dat de Europese Commissie, via haar Quantum Flagship Programme, 10 miljoen euro zal bijdragen aan de blauwdruk voor een toekomstig quantuminternet dat de Quantum Internet Alliance ontwikkelt. Dat is een consortium van toonaangevende Europese quantumonderzoeksgroepen en hightechbedrijven onder leiding van het Delftse QuTech. Het grote voordeel van een quantuminternet is dat het veel beter is de beveiligen dan het huidige. De Quantum Internet Alliance bestaat uit twaalf vooraanstaande onderzoeksgroepen van universiteiten uit acht Europese landen, die nauw samenwerken met meer dan twintig bedrijven en instellingen, als TNO, SAP, Toyota, KPN en Toshiba. Meer dan 5.000 deelnemende onderzoekers moeten er de komende tien jaar voor zorgen dat Europa aan de wereldtop komt van de kennis- en technologiegedreven quantumsector, zo luidt de officiële ambitie.
QuTech zelf werkt weer samen met techbedrijven als het Amerikaanse Intel en Microsoft. Microsoft opende vorig jaar een eigen lab op de Delftse campus, Station Q Delft, onder leiding van hoogleraar Leo Kouwenhoven. De ambitie van QuTech en Microsoft is in deze publiek-private samenwerking topologische quantumbits uit te bouwen tot een werkende quantumcomputer. Quantumcomputers maken gebruik van de bijzondere eigenschappen uit de quantummechanica, waardoor quantumbits zowel 1 als 0 tegelijk kunnen zijn. Dit maakt het mogelijk bepaalde soorten rekenproblemen razendsnel op te lossen, die nu buiten bereik zijn van zelfs de allergrootste supercomputers. De verwachting is dat dit bijvoorbeeld de zoektocht naar nieuwe, bijzondere materialen zal versnellen.