Het mag dan nu wat ondergesneeuwd zijn geraakt, feit is dat diverse Nederlandse semicon-bedrijven nog altijd wachten op een vergunning voor export van hun equipment naar China. Officiële reden voor het uitblijven is dat die producten, nodig voor het maken van chips, ook zouden kunnen dienen voor militaire doeleinden. De vraag is dan waarom export van andere producten zoals elektronenmicroscopen, zonder welke evenmin chips geproduceerd kunnen worden, geen hinder ondervindt van Buitenlandse Zaken. Gevraagd naar een verklaring, hult het ministerie zich vooral in nevelen. ‘Het aantal aanvragen dat binnen acht weken wordt afgehandeld, is stabiel. Er vindt geen registratie plaats per type goederen of sector.’
‘Afwijzing soms vanwege vertrouwelijke informatie van inlichtingendiensten’
Een verzoek tot een interview met experts van het ministerie van Buitenlandse Zaken over het exporteren van hightech-apparatuur naar China wordt niet gehonoreerd met een persoonlijk gesprek, en de doorvraagmogelijkheden die dat biedt. Het mondt uit in een uitvoerige mailwisseling met Chris Bakker en Jeroen van Dommelen (CB/JvD), woordvoerders van de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.
MvZ: Klopt het dat wanneer een klant in China direct of indirect betrokken is bij onderzoek aan quantum computing er geen exportvergunning voor producten voor de chip-ontwikkeling/-productie gegeven wordt?
CB/JvD: ‘Nee. Elke vergunningaanvraag wordt op zijn eigen merites beoordeeld, conform de procedure geduid in het Wassenaar Arrangement.’
ONWENSELIJKE DOELEINDEN
MvZ: De nabijheid van research op het gebied van quantum computing is een criterium voor afwijzing of kan dat zijn? Zo ja, waarom?
CB/JvD: ‘Elke vergunningaanvraag wordt beoordeeld op een aantal factoren. Het kenmerk van dual-use-goederen is dat ze zowel een civiel als militair eindgebruik kennen (conventioneel of bij de productie van massavernietigingswapens). Nederland wil niet bijdragen aan de ontwikkeling of productie van massavernietigingswapens waar dan ook ter wereld, en staat geen militair eindgebruik toe dat niet voldoet aan de acht EU-criteria. Hiervoor zullen vergunningaanvragen worden afgewezen indien de goederen niet louter voor civiel gebruik worden ingezet. Nauwe verwevenheid van een eindgebruiker met bijvoorbeeld een militair onderzoeksinstituut kan een reden zijn om een vergunningaanvraag af te wijzen. Dat kan ook gelden voor research op het gebied van quantum computing, wanneer er aanwijzingen zijn dat de onderzoeksresultaten gebruikt zullen worden voor onwenselijke doeleinden. Ook wordt meegewogen of er een risico bestaat op omleiding van de goederen naar een programma van zorg in een derde land. Uiteindelijk is elke beoordeling een risico-inschatting. Op basis van een beoordelingskader worden aanvragen toe- dan wel afgewezen bij bepaalde risico’s. Dit kan per eindbestemming verschillen. Vanzelfsprekend is een dergelijke beoordeling ook onderhevig aan ontwikkelingen in de tijd.’
RISICOBEOORDELING
MvZ: Veel semicon-bedrijven hebben reeds een installed base in China waar onderdelen van het productieproces van hoogwaardige chips mee kunnen worden uitgevoerd. Waarom was de levering daarvan destijds geen probleem en nu wel?
CB/JvD: ‘Elke vergunningaanvraag op gecontroleerde goederen binnen de semiconductorketen wordt beoordeeld op case-by-case basis.’
MvZ: Welke beoordelingscriteria worden specifiek voor de semicon gehanteerd? Hoe heeft het percentage afwijzingen/goedkeuringen van goederen bedoeld voor de productie van chips zich de afgelopen jaren ontwikkeld?
CB/JvD: ‘Voor semicon worden geen specifieke beoordelingscriteria gehanteerd. Die lijn is ongewijzigd. Maandoverzichten met (geanonimiseerde) vergunningaanvragen die zijn toegewezen, zijn te vinden op onze website (zie onder aan dit artikel, red.).’
MvZ: Waarom kunnen elektronenmicroscopen, onontbeerlijk voor de kwaliteitscontrole van hoogwaardige chips, wel zonder problemen geëxporteerd worden naar Chinese klanten, zelfs al zijn dit researchinstellingen?
CB/JvD: ‘Dat hangt af van de controlestatus van het goed in kwestie, in casu staat het op de EU dual use control-lijst – onderdeel van het Wassenaar Arrangement – en is dus wel of geen exportvergunning vereist, en van de uitkomst van de risicobeoordeling van de betreffende transactie.’
ONDERHOUDSCONTRACT
MvZ: Is het type klant – commercieel bedrijf of (door de overheid gefinancierde) researchinstelling – een criterium? Geldt voor de één of de ander een grotere kans op afwijzing/goedkeuring?
CB/JvD: ‘Bij de beoordeling van een aanvraag voor een exportvergunning van dual-use-goederen wordt altijd gekeken naar de combinatie van exporteur, aard van het goed, land van bestemming, eindgebruiker en eindgebruik. Het kan dus een rol spelen of een eindgebruiker een overheidslaboratorium is dat betrokken is bij defensieonderzoek of een commercieel bedrijf dat bijvoorbeeld beursgenoteerd is en veel samenwerkingsverbanden met westerse bedrijven heeft. Het is echter niet zo dat het één automatisch leidt tot een afwijzing en het ander tot een toewijzing. Dat wordt per geval beoordeeld, waarbij alle relevante aspecten worden meegewogen. Dat kan bijvoorbeeld ook zijn of er een onderhoudscontract is gesloten met de Nederlandse exporteur die de goederen dus nog regelmatig gaat onderhouden en in sommige gevallen kan zien wat er mee is gebeurd.’
MvZ: De vergunningprocedure houdt in dat binnen zes weken na aanvraag een vergunning al dan niet verleend moet worden. Die periode kan verlengd worden met nog eens zes tot acht weken. Kan het voorkomen dat die termijn overschreden wordt? Zo ja, wordt de klant dan altijd verteld binnen welke termijn uitsluitsel volgt?
CB/JvD: ‘De standaard behandelingstermijn is acht weken, met een eventuele verlenging van nog acht weken. Die kan opgeschort worden als de exporteur incomplete of onvoldoende informatie heeft aangeleverd. Informatie die ontbreekt kan verschillend van aard zijn, bijvoorbeeld een gelegaliseerde eindgebruikersverklaring of aanvullende informatie over de goederen of het (mogelijke) eindgebruik. De behandeltermijn kan inderdaad verlengd worden. Het merendeel van de aanvragen (80 procent) wordt binnen een termijn van acht weken behandeld.’
STABIEL
MvZ: Is dat percentage de afgelopen twee jaar gedaald? Wat is het percentage voor semicon-gerelateerde goederen; wat voor hightech goederen in het algemeen?
CB/JvD: ‘Het aantal aanvragen dat binnen acht weken wordt afgehandeld, is stabiel, nadat het de afgelopen jaren is toegenomen door verbeteringen en investeringen in de behandelketen. Er vindt geen registratie plaats per type goederen of sector.’
MvZ: Wat is jullie rol als in Nederland gevestigde bedrijven producten willen leveren aan Huawei en daar meer dan 25 procent Amerikaanse technologie in verwerkt is?
CB/JvD: ‘Voor de vergunningverlening in Nederland is een eventuele Amerikaanse oorsprong van een deel van de technologie niet relevant. Nederland maakt eigenstandige afwegingen. Voor een bedrijf kan vanwege de deminimis-regel in de Verenigde Staten – als meer dan 25 procent VS-technologie in een product aanwezig is – een VS-vergunning vereist zijn. Maar dat is dus geen onderdeel van een Nederlandse beoordeling en de eigen verantwoordelijkheid van het bedrijf.’
AFWIJZINGEN NIET PUBLIEK
MvZ: Voor hoeveel semicon-gerelateerde producten zijn de afgelopen twee jaar geen vergunningen verleend? Welke typen van producten betrof dat (bijvoorbeeld lithografische apparatuur, depositieapparatuur, inspectieapparatuur, chemicaliën)?
CB/JvD: ‘De publiek beschikbare informatie staat in het maandoverzicht van verleende vergunningen op de website (zie hieronder, red.), en algemene informatie is te vinden in het jaarlijkse Wapenexportrapport. Een overzicht van afgewezen vergunningen is niet publiek, omdat we daarmee inzicht verschaffen in onze kennispositie.’
MvZ: Je bedoelt welke kennis de Nederlandse overheid ziet als internationaal onderscheidend? Welke criteria gelden daarvoor? Krijgen de betrokken ondernemingen volledig inzicht in de gemaakte afwegingen voor afwijzing?
CB/JvD: ‘Met bedrijven wordt gedeeld op welke grond een vergunning is afgewezen en wordt een toelichting verstrekt. In sommige gevallen is een afwijzing gebaseerd op vertrouwelijke informatie van de inlichtingendiensten. In die gevallen kan de exporteur slechts in beperkte mate worden geïnformeerd over de redenen van afwijzing. Een overzicht van afwijzingen wordt niet gepubliceerd, omdat dit inzicht kan verschaffen in de informatiepositie van de inlichtingendiensten.’
Maandoverzichten met (geanonimiseerde) vergunningaanvragen die zijn toegewezen, zijn te vinden op www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/exportcontrole-strategische-goederen/documenten en dan klikken op ‘maandelijkse rapportage uitvoer dual-use-goederen’.
Op www.linkmagazine.nl staan interviews met semicon-leveranciers die om onduidelijke redenen wel of juist geen exportvergunning krijgen.