De NEVI PMI van juli was met 50.7 gelijk aan die van juni en wijst op een slechts lichte verbetering van de bedrijfsomstandigheden. De nieuwe orders uit zowel binnen- als buitenland namen voor de tweede maand op rij af. Evenals in juni noteerde de subsector consumptiegoederen als enige een verbetering.
Neem nou het slepende handelsconflict tussen de VS en China. Er wordt weer gepraat tussen beide economische grootmachten en het is te hopen dat die gesprekken leiden tot een de-escalatie. Zeker sectoren als de chips- en automobielindustrie zijn gevoelig voor dit conflict, het raakt immers de goederenstromen in deze mondiaal opererende ketens in het hart.
En in de Brexit soap is er dus een nieuwe premier, Boris Johnson. Zijn standpunt is duidelijk: het Verenigd Koninkrijk zal de Europese Unie eind oktober verlaten, deal of geen deal. Duidelijke taal dus, de vraag is alleen of dat voor Europa, en zeker ook voor Nederland Handelsland, echt goed nieuws is. Een no deal Brexit maakt de handel met de Britten er in ieder geval op korte termijn niet makkelijker op.
Kortom, in de wereldeconomie is genoeg aan de hand en ook een nadere analyse van de PMI cijfers is echt een stuk spannender dan kijken naar het groeien van gras. Het goede nieuws is dat de PMI al ruim zes jaar op rij boven de 50 scoort en de werkgelegenheid in de Nederlandse industrie neemt ook al ruim vier jaar toe. Dat zijn positieve signalen, maar daar staat tegenover dat het aantal nieuwe orders blijft dalen, zowel nationaal als internationaal. Dat laatste is niet los niet te zien van mondiale ontwikkelingen aangezien vooral de vraag uit onze grote handelspartners Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten zwak te noemen blijft.
Ondanks deze afname van de orders nam de productie toe, zij het in de kleinste mate sinds mei 2013. Ook namen de productiebedrijven extra personeel aan, vooruitlopend op een verwachte toename van de productieomvang de komende maanden. Dit optimisme uitte zich in de Toekomstige productie index, waarbij 42% van de respondenten aangaf het komende jaar een toename te verwachten.
De achterstanden in productie namen fors af, maar wel in de geringste mate sinds maart. Ook de groei van de werkgelegenheid hield aan, deze maand zelfs in iets grotere mate dan in juni.
De inkoop stabiliseerde en de materiaalvoorraden namen voor het eerst sinds april toe. De voorraad gereed product groeide in het één na hoogste tempo sinds het begin van dit onderzoek.
De inkoopprijsinflatie was gering en het laagst in vijfendertig maanden. De stijging van de verkoopprijzen was het laagst sinds eind 2016.