‘Vooral industriële mkb heeft baat bij verdrag’
Vermeende chloorkippen ten spijt, alle betrokken onderhandelaars zien graag dat TTIP een feit is voordat president Obama vertrekt. Vanwege het belang voor het (industriële) mkb. En omdat de ‘trans-Atlantische economie’ nu nog omvangrijk genoeg is om de regels voor de wereldeconomie te kunnen bepalen.
Nederland tweede investeerder in de VS, 270 miljard dollar
Waar het verdrag in de EU veel bekendheid geniet en ook de nodige scepsis ontmoet, heerst er in de VS vooral onverschilligheid over, aldus Tim Bennett. Beide houdingen zijn niet terecht, stelt de director general van de Trans-Atlantic Business Council, die de stem van het bedrijfsleven vertegenwoordigt naar de Amerikaanse en Europese onderhandelaars over het Transatlantic Trade & Investment Partnership (TTIP). Immers, het handelsverkeer tussen EU en de VS is omvangrijk: in 2014 had die een waarde van ongeveer 700 miljard dollar. Europese bedrijven zijn goed voor zeventig procent van de 2,8 biljoen dollar die tot en met 2013 in de VS zijn geïnvesteerd. Andersom heeft Europa 55 procent van de wereldwijde investeringen van Amerikaanse bedrijven weten aan te trekken sinds 2000. Nederland telt daarin sterk mee: de Amerikaanse investeringen in ons land zijn vier keer groter dan die in de BRIC-landen, andersom zijn Nederlandse bedrijven met ruim 270 miljard dollar de tweede investeerder in de VS, na het Verenigd Koninkrijk maar vóór Duitsland. En wat de VS-Nederlandse handelsbalans betreft: ons land heeft in 2012 voor 26,4 miljard euro aan goederen uit de VS ingevoerd. De export naar dat land bedroeg ongeveer 20 miljard euro. Ten slotte, in 2012 investeerden Amerikaanse bedrijven voor 26,7 miljard dollar in r&d in Europa (waarvan 87 procent in zeven landen, waaronder Nederland), een bedrag goed voor zestig procent van de wereldwijde Amerikaanse r&d-investering in het buitenland. Omgekeerd was dat bijna 37 miljard dollar, ruim drie kwart van de buitenlandse r&d-uitgaven in de VS.
‘Ongefundeerde zorg’
Aldus cijfers uit The Transatlantic Economy 2015 van het Center for Transatlantic Relations Johns Hopkins University. Er lijkt derhalve veel te winnen bij een verdrag dat importtarieven omlaagbrengt, allerlei regelgeving aan weerszijden van de Atlantische oceaan standaardiseert en harmoniseert, maar ook zorgt voor een gelijkwaardige behandeling van investeerders. ‘Het wordt tijd dat beide zijden onderkennen dat niet alleen de eigen regelgeving zaligmakend is. De auto-industrie bijvoorbeeld heeft er nu veel last van dat zaken als bumpers, koplampen en ruitenwissers vanwege verschillen in de veiligheidsregels in de VS anders ontworpen moeten worden dan in de EU. Terwijl automobilisten ervaren dat er met de veiligheid van beide ontwerpen echt niets mis is. Tegelijk is er in Europa veel bezorgdheid over het gebrek aan transparantie tijdens het onderhandelingsproces, terwijl het toch de meest open vrijhandelsonderhandelingen zijn die ik ooit heb meegemaakt. En er is daar veel ongefundeerde zorg over bijvoorbeeld de voedselveiligheid’, aldus Bennett.
Clayton Yeutter, voormalig US Trade Representative, verzucht daarom de onderhandelingen toch vooral in stilte te voeren. ‘Sinds het in werking treden van het NAFTA-verdrag tussen de VS, Canada en Mexico is de handel tussen die drie landen verviervoudigd. Alle reden zoveel mogelijk de vaart erin te houden en te zorgen dat de onderhandelaars nog in 2016, voordat president Obama het Witte Huis verlaat, tot een definitief akkoord te komen. Want anders zijn we zo jaren verder. Dat vergt een verandering in de te risico-averse Europese opstelling.’ Waarvoor hij bijval krijgt van Bill Moeller. De directeur Europa en Noord-Afrika van de US Trade Representative onderstreept de noodzaak vaart te maken. ‘TTIP is bedoeld als een open platform dat samen met TPP (het Trans-Pacific Partnership, waaronder twaalf landen rond de Pacific afgelopen najaar hun handtekening zetten, red.) de opmaat moet gaan vormen naar een wereldomspannend handelsverdrag. De trans-Atlantische economie van de EU en de VS is nu nog goed voor ruim een derde van het wereldwijde bnp. Daardoor zijn we nóg in de positie de regels van het handelsverkeer te bepalen, met onze normen voor onder meer maatschappelijk verantwoord ondernemen en omgang met andermans ip. Maar door de groei van de opkomende economieën neemt onze economische sterkte relatief af, zodat we straks niet meer in de positie zijn die regels te bepalen’, verwacht hij.
Mkb
Dat komt bovenop de voordelen die met name het mkb zal ervaren als straks bijvoorbeeld het testen van machines en apparaten volgens één, transatlantisch geaccepteerde normering kan gebeuren. ‘Dat scheelt veel kostbaar dubbel werk’, stelt Moeller. ‘Van de twintig miljoen EU-mkb’ers exporteren er maar 500.000 en andersom zijn die verhoudingen vergelijkbaar. Hier ligt dus een enorm potentieel.’ Daarnaast zal het naar zijn verwachting een impuls geven aan de investeringsbereidheid, als dankzij TTIP Nederlandse mkb-investeerders in de VS op eenzelfde behandeling door de overheid kunnen rekenen als Amerikaanse bedrijven. ‘Het wordt hoog tijd voor één investor-to-state dispute settlement-standaard.’
Naar verwachting van ook de Nederlandse overheid zullen vooral de mkb-bedrijven er baat bij hebben als het verdrag wordt gesloten. Meer dan de grote multinationals, aldus een ambtenaar van het ministerie van Buitenlandse Zaken die de onderhandelingen op de voet volgt. Die beschikken over de specialisten die ook zonder TTIP wel raad weten met alle hinderlijke regelgeving en kunnen de investeringen daarin over grotere aantallen producten verrekenen. Zo zijn er regels betreffende machineveiligheid die anders zijn dan in de VS. Daar komt bij dat voor de EU één set veiligheidsregels geldt, voor de VS gelden er meerdere, afhankelijk van de regio waarmee zaken wordt gedaan. Onderwerp van de huidige onderhandelingen is te bezien waar er sprake is van zinvolle verschillen – omdat de veiligheidsomstandigheden ter plaatse bijvoorbeeld anders zijn – en waar ze gewoonweg historisch gegroeid zijn, maar zonder problemen geüniformeerd of wederzijds erkend kunnen worden. Voorts is het de intentie van de onderhandelaars om het ontstaan van nieuwe, ongelijke regelgeving te voorkomen. Dus wordt er gewerkt aan het creëren van een platform waarop toekomstige regels onderwerp van afstemming kunnen zijn. Tevens is het de bedoeling dat regels waarmee een mkb-ondernemer aan gene zijde van de Atlantische oceaan te maken krijgt, heel toegankelijk worden gepresenteerd, bijvoorbeeld via één transparante website, aldus de ambtenaar.
Nul procent
Tegelijk wordt dus gewerkt aan het (verder) verlagen van de importheffingen. Want bij geringe marges kan een heffing van het huidige, wederzijdse, gemiddelde van drie à vier procent al een drempel zijn. De intentie is, zo stelt de ambtenaar, de importheffingen zoveel mogelijk terug te brengen tot nul procent. In dit stadium van de onderhandelingen geldt dat wat de EU betreft voor 97 procent van de producten. Ook binnen het ministerie leeft de wens – en de verwachting – dat de onderhandelingen eind dit jaar kunnen worden afgerond, net voordat president Obama begin 2017 aftreedt.