Industriële bedrijven gebruiken steeds meer software: businesssoftware (it) als ERP, PDM en PLM en operationele software (ot) voor de aansturing van de machines en robots, voor het uitlezen van sensoren, et cetera. Maar die bedrijven slaan pas echt de weg in naar Industrie 4.0 – en worden pas echt ‘smart’ – als ze al die it en ot aan elkaar weten te koppelen. Dit kan echter leiden tot ‘indirect gebruik’, overtreden van de licentievoorwaarden en claims. Jurist Marcel Westphal waarschuwt en doet leverancier en afnemer aanbevelingen.
‘Zorg dat er een lampje gaat branden als je tegen het plafond van je licentie zit’
Omdat klanten dat eisen, zorgen softwareleveranciers steeds vaker dat hun software goed te integreren is met die van concullega’s. Met als voordeel dat bijvoorbeeld de ERP-gebruiker bij het opmaken van een offerte kan putten uit gegevens in het PDM-systeem, zonder dat pakket daarvoor te hoeven openen. Maar bij het afrekenen van de licentievergoeding ontstaan dan steeds vaker problemen, constateert Marcel Westphal, advocaat van het Nuenense kantoor Westphal Johansen. ‘De gebruiker heeft niet meer in de gaten dat hij – indirect – ook dat PDM-pakket benut. Maar de leverancier van dat pakket kan hem daar wel op af rekenen.’
Veel onrust
Dat overkwam Diageo Great Britain, de (drank)producent van onder meer Smirnoff. Zijn softwareleverancier SAP vorderde een nabetaling van 55 miljoen pond en dwong Diageo in 2017 op de knieën. ‘De Britse rechter oordeelde namelijk dat Diageo wegens niet toegestaan indirect gebruik de licentievoorwaarden van SAP had geschonden en een extra vergoeding aan SAP moest betalen.’ Onmiddellijk na die positieve uitspraak belaagde SAP ook bierproducent AB InBev, met een claim van 600 miljoen dollar wegens ongeoorloofd indirect gebruik of indirecte toegang. ‘Zowel bij Diageo als AB InBev was de SAP-software geïntegreerd met die van CRM-leverancier Salesforce. Om te voorkomen hierdoor licentie-inkomsten mis te lopen, heeft SAP de zaken aangespannen.’
Inmiddels hebben de twee een minnelijke schikking met SAP getroffen, weet Westphal. Over de inhoud van die schikking is niets naar buiten gebracht. Dus hoeveel de twee partijen aan SAP hebben overgemaakt, is onbekend. ‘Dit zorgt vanzelfsprekend bij SAP-gebruikers voor veel onrust. Als grote bedrijven als AB InBev en Diageo de juridische strijd met SAP niet aandurven, wat zijn dan de kansen en risico’s voor andere, evengrote of kleinere bedrijven? En wat is er over dat indirecte gebruik afgesproken?’
Nieuw licentiemodel
In een poging meer klaarheid te scheppen, lanceerde SAP in april vorig jaar voor nieuwe SAP-klanten een nieuw licentiemodel voor indirect gebruik. In dat model berekent SAP de licenties voor indirect gebruik op basis van het (aan)maken van (9) bepaalde documenttypen. Wordt een van die documenttypes (bijvoorbeeld een sales- of inkoopdocument of een factuur) aangemaakt door gebruik van buitenaf, via een ander pakket, dan is er een licentie vereist en moet er betaald worden voor een afgesproken aantal documenten per jaar. Bestaande klanten kunnen kiezen voor dit nieuwe licentiemodel of voor het toevoegen van het nieuwe model als een addendum aan het bestaande contract. Ook kunnen ze kiezen het oude, bestaande contract te behouden, schetst Westphal de situatie. ‘Over de kosten van het nieuwe licentiemodel voor indirect gebruik bestaat echter nog steeds een hoop onduidelijkheid en verwarring. Bestaande SAP-gebruikers weten niet of de overstap naar het nieuwe model gunstig of ongunstig voor hen uitpakt en of zij een claim kunnen verwachten à la Diageo en AB InBev. Nieuwe gebruikers weten niet wat de kosten van het nieuwe model zijn en schuiven de aanschaf voor zich uit.’
Niet alleen SAP-gebruikers kunnen onverwacht geconfronteerd worden met claims of extra licentiekosten. Ook andere softwareleveranciers, zoals Microsoft, Oracle en IBM, beletten indirect gebruik door contracten te hanteren met vaak onduidelijke bewoordingen. ‘Ze doen dat bijvoorbeeld door het contractueel verbieden van ‘multiplexing’ of ‘pooling’. Om zo te voorkomen dat het aantal gebruikers van hun software afneemt en daarmee hun licentie-inkomsten.’ Westphal verwacht dat steeds meer softwarebedrijven hun gebruikers willen laten betalen voor indirect gebruik. ‘Gelet op de huidige trend van vergaande applicatie-integratie, van Industrie 4.0 met haar almaar uitdijende IoT-landschap door het snelgroeiend aantal connected sensoren, devices en robots, ligt dat voor de hand.’
Aanscherpen contractmanagement
Westphal adviseert softwareleveranciers dan ook nadrukkelijk om duidelijke contracten op te stellen, waarin glashelder vermeld wordt welk gebruik en welke toegang wel toegestaan zijn onder de licentie en welke niet. ‘Ondernemers willen immers weten waar ze aan toe zijn, zodat ze kunnen anticiperen op en kunnen investeren in de toekomst. Zonder achteraf, na een audit van een leverancier, overvallen te worden door extra licentiekosten of juridische claims.’ De afnemers van software beveelt de jurist aan hun ‘contractmanagement aan te scherpen’. ‘Breng goed in kaart welk gebruik wel en niet is toegestaan. En kom vervolgens tot duidelijke – en indien mogelijk van de standaard afwijkende – op maat gesneden afspraken met de softwareleverancier. En laat die een tooltje aanbrengen zodat er een lampje gaat branden als je tegen het plafond van je licentie komt te zitten. Zodat je er niet pas tijdens een audit mee geconfronteerd wordt.’
Proactief licentiebeleid Isah
Marcel Westphal adviseert softwareleveranciers en -afnemers nog eens goed naar de licentiecontracten te kijken. Ter inspiratie kunnen ze dan wellicht een blik werpen op de licentievoorwaarden van Isah, zegt directeur Paul van Abeelen van de Tilburgse ontwikkelaar en leverancier van ERP-software voor de klantordergestuurde maakindustrie. ‘Wij hebben hierover eigenlijk nooit discussies met klanten’, ‘Want wij hebben duidelijk beschreven wat wij onder het gebruik van Isah verstaan. Daar zijn we zeven, acht jaar geleden al mee begonnen, toen de tablet en smartphone opkwamen en externe toegang actueel werd.’ De hele trend is nu, met Smart Industry, dat er op meerdere plekken met minder menselijk handelen data worden gemuteerd in informatiesystemen zoals ERP. Het gebeurt meer en meer automatisch, ‘onder water’, niet meer via de user interface maar rechtstreeks in de onderliggende database, schetst Van Abeelen. ‘Veel van onze klanten leveren bijvoorbeeld aan ASML. Order- en prognoseberichten van ASML kunnen ze handmatig in hun ERP-systeem zetten, maar ze kunnen dat ook automatische laten doen, met ketenintegratie, zonder dat er een mens aan te pas komt. Of, ander voorbeeld, de urenregistratie van mensen of machines. Die kan handmatig worden ingevoerd, of rechtstreeks vanaf de machine via Isah Shop Floor Control. Dit noemen wij ‘extern gebruik’ van ons systeem en dat stimuleren wij uiteraard. We zitten daarvoor bijvoorbeeld in het fieldlab Smart Connected Supplier Network (zie ook pagina 61, red.). Mensen moeten toch niet meer domweg ordertjes overtikken of uren invoeren.’
Isah heeft het goed afgedekt in zijn licentiemodel, zo stelt Van Abeelen. De verschillende vormen van gebruik, door mensen, applicaties en externe systemen, worden automatisch geregistreerd. Op basis daarvan kan de klant afrekenen met Isah, maar hij kan ook vooraf voor een bepaald aantal Isah-gebruikers en -applicaties een ‘bundel’ aanschaffen, volgens het bekende model voor de mobiele telefoon. ‘Het maakt ons niet uit wie of wat de gebruiker is en waar die zit. De basisgedachte is: als er data worden gemuteerd, zit daar een licentievergoeding aan vast.’