Het succes van de ASML’s EUV is het succes van een innige samenwerking tussen vooral Europese bedrijven werkend binnen een Europese cultuur waarvan transparantie, je kwetsbaar kunnen opstellen op basis van een sterk wederzijds vertrouwen belangrijke kenmerken zijn. Maar dat betekent nog niet dat het een goed idee is aan te sturen op Europese semicon-soevereiniteit. Veel beter is de huidige wederzijdse afhankelijkheid tussen Europa, de VS en Azië te versterken. Een verslag van een boeiende paneldiscussie vandaag op de digitale Hannover Messe tussen de topmannen van ASML, Trumpf en Zeiss, bedrijven die samen aan de basis hebben gestaan van dat EUV-succes.
‘Zolang niet bewezen is dat het niet kan, kan het.’ Met die woorden duidt ceo Peter Wennink de mentaliteit binnen zijn ASML. Dat in reactie op zijn collega van Zeiss, Karl Lamprecht, president en ceo van Zeiss Group die even daarvoor memoreert dat de ontwikkeling van de EUV-lithografietechnologie heel lang geduurd heeft, maar dat het huidige succes van deze chipproductietechnologie in belangrijke mate te danken is aan juist die innige samenwerking tussen een ‘traditionele’, gestructureerd werkende Duitse onderneming als Zeiss en een Nederlandse ‘optimistische en opportunistische’ als ASML.
De twee ceo’s maakten vandaag deel uit van een paneldiscussie in het Holland High Tech House op de digitale Hannover Messe, samen met een tweede key supplier van ASML, in de persoon van Peter Leibinger, cto van Trumpf. Het gekozen thema was ‘Integrated Smart Industries for Recovery in Europe’, onder leiding van FME-voorzitter Ineke Dezentjé Hamming-Bluemink.
‘Delen is het nieuwe hebben’
Bij wijze van aftrap belichten de drie heren eerst de langjarige samenwerking tussen hun bedrijven. ‘Delen is het nieuwe hebben. Het delen van de beloning en de risico’s. Maar delen vergt dan wel een basis van vertrouwen. Vertrouwen vanzelfsprekend in de competenties van je partners, maar ook in of ze doen wat ze toezeggen te doen. En dat vergt weer transparantie, het open zijn naar elkaar, ook over de zaken die mis gaan. Zo zijn we erin geslaagd van onze drie bedrijven één business te maken’, aldus Wennink.
‘We zitten momenteel niet alleen in het tijdperk van de grote monopolies, van de grote platform-bedrijven, maar ook in een tijd van partnerships’, definieert Leibinger. ‘De technologieën die tegenwoordig nodig zijn om het verschil te kunnen maken zijn zo complex, die realiseer je alleen in open partnerships waarin de problemen en de beloningen eerlijk gedeeld worden.’ ‘Met ASML hebben we tientalen jaren gewerkt aan EUV. En zoveel tijd is simpelweg nodig’, vult Lamprecht aan. ‘Het ontwikkelen van zoiets complex betekent veel fouten maken en dus is er veel tijd nodig om terug te keren op je schreden en uiteindelijk te weg te vinden naar goed werkend systeem. Zoiets lukt alleen als je naar elkaar transparant bent en dat je iets kan weggeven in het vertrouwen dat je er iets voor terugkrijgt.’
‘Geen soevereiniteit, maar wederzijdse afhankelijkheid’
Het tekent, aldus de drie ceo’s, de typisch Europese cultuur die de drie ondernemingen kenmerkt, die ruimte biedt voor het aangaan van de confrontatie met elkaar. ‘Zo zijn we samen gekomen tot een innovatie die Europees is. Maar dit betekent niet dat het een goed idee zou zijn om, om geopolitieke redenen of vanwege de supply chain problemen die de corona-crisis met zich heeft meegebracht, te kiezen voor meer Europese zelfvoorzienigheid, meer ruimte te geven aan Europese, technologische soevereiniteit’, meent Wennink. ‘Het gehele proces, van chipdesign tot een chip ingebouwd in een mobieltje, vergt meer dan duizend processtappen waarbij zo’n 60 landsgrenzen worden gepasseerd. De chipbouwers in Zuid-Korea, Taiwan en de VS hebben daarvoor onze technologie nodig. En wij hun business. Je moet niet zoeken naar technologische soevereiniteit, maar naar wederzijdse technologische afhankelijkheid.’
‘Geen geld verspillen aan waarop je achterloopt’
‘Het per continent’, vervolgt Leibinger, ‘opbouwen van semiconketens zou ons als equipmentbouwers op korte termijn veel business kunnen brengen, maar op de lange termijn zou het alleen maar de kosten verhogen en dus het niveau van innovatie verlagen. Natuurlijk moet je competitieve technologie beschermen. Dat de Britse ARM-technologie niet meer Brits is, had niet mogen gebeuren. Ongetwijfeld zouden de VS en China daarop wel hebben ingegrepen. Maar je moet geen geld verspillen aan het ontwikkelen van technologieën op terreinen waar je ver achter loopt op anderen. Focus op waar we goed in zijn, waarmee we die wederzijdse afhankelijkheid kunnen creëren’, valt hij Wennink bij.
‘China uitsluiten gaat iedereen geld kosten’
‘Export controle’, stapt Wennink weer in, wiens ASML al bijna drie jaar wacht op toestemming zijn EUV-technologie naar China te mogen exporteren, ‘is niet de beste manier om economische risico’s te beheersen. En ook niet om militaire risico’s te beheersen, want die sector heeft onze technologie helemaal niet nodig. Als we China gaan uitsluiten van het semicon-ecosysteem gaat dat ook niet-Chinese bedrijven veel geld kosten. Want 60 procent van de huidige chip-gerelateerde processen vinden plaats in China. Alleen Amerikaanse bedrijven al zal het naar schatting 80 tot 100 miljard dollar gaan kosten.’
‘Drie keer hetzelfde levert niets op’
Karl Lamprecht, die door een technische storing een flink deel van discussie alleen kon luisteren maar niet kon bijdragen – ‘het audio-probleem oplossen leek bijna lastiger dan het ontwikkelen van de EUV’- , besluit: ‘Als Duitsland zijn grenzen een maandlang volkomen zou sluiten zou onze economie dood zijn. Onze drie bedrijven zijn er samen in geslaagd de grenzen te verleggen en daar de hele wereld van te laten profiteren. Als je een dergelijke ontwikkeling ook in de VS en China, afzonderlijk van elkaar, dus drie keer zou moeten doen levert dat niets op. Sterker nog, daarvoor zijn er niet genoeg knappe engineers op deze aarde.’
Meer over de ontwikkelingen in de globale semicon-keten valt te lezen in de Link magazine Engelstalige special Southern-Netherlands die op 16 april verschijnt en als thema heeft: ‘Shaping the optimal high complexity machine building supply chain’. Met onder meer een verslag van een ronde tafel met oem’ers en system suppliers actief in de halfgeleidersector.