Dit jaar was een vreemd jaar. Allerlei normale zaken zijn dat ineens niet meer: een disruptieve situatie. ‘It is not the strongest of the species that survives, it is the one that is the most adaptable to change.’ Darwin had daar gelijk in. En dat geldt niet alleen voor individuen, maar even hard voor bedrijven.
Er is veel te zeggen over aanpassingsvermogen. We leven, ook zonder coronatoestanden, in een wereld die snel lijkt te veranderen. We worden bestookt met nieuwe technologieën en mogelijkheden en dat leidt bij veel mensen en ondernemingen tot onrust. Moeten we hier nu in meegaan als early adopter om zo een voorsprong te verkrijgen op de concurrentie, of moeten we afwachten? Vaak is dan de conclusie: ‘Laten we er een klein projectje mee doen.’ En dan krijgt een drukbezet medewerker de opdracht om er eens naar te kijken en verslag uit te brengen. Vervolgens wordt er dus niet goed naar gekeken en is de conclusie dat het ofwel niets is, met het risico dat het wel wat was, of dat het veelbelovend is, wat het niet was. Gevolg: het kost jarenlang onnodig aandacht en geld.
Je kunnen aanpassen begint met begrip. Een jaar of tien geleden, toen zaken als cloud, machine learning en artificial intelligence nog betrekkelijk nieuwe begrippen waren en veel ondernemingen zich afvroegen of ze daar iets mee zouden moeten doen, deed een collega en goede vriend van mij een gevleugelde uitspraak. Hij vergeleek het met tienerseks, alle tieners praten erover, maar niemand weet wat het is. Bij grotere bedrijven is het over het algemeen lastiger snel te anticiperen op veranderingen en nieuwe mogelijkheden. De structuren zijn er eenvoudigweg niet op ingericht, en te veel mensen (managers) denken er wel een mening over te moeten hebben, terwijl ze geen idee hebben waarover het gaat. Tienerseks dus.
Om toch innovatief te blijven is het steeds gangbaarder om met start-ups in zee te gaan. Zelf heb ik hier veel mee te maken. Het idee is dat kleine teams, van buiten de organisatie met nieuwe ontwikkelingen komen en sneller en efficiënter kunnen werken. Het idee is goed, de praktijk vaak anders. Om echt een succes te maken van samenwerken met een start-up is het essentieel dat er een betrokken liaison of een team wordt aangewezen dat ontwikkelingen kritisch volgt en zorgt voor overdracht van kennis en kunde. Alleen dan vinden innovaties van start-ups een zinvolle weg in de organisatie. Er moet worden geïnvesteerd. Je kunt niet een beetje zwanger zijn.
En blijf daarbij nuchter analyseren. Erg veel nieuws is er niet onder de zon. Echte doorbraken op basis van nieuwe inzichten zijn zeer zeldzaam. In verreweg de meeste gevallen presenteren start-ups in feite weinig nieuws, of zelfs aperte onmogelijkheden. Het is de kunst om dat enkele pareltje eruit te vissen.
Overleven in een snel veranderende wereld vergt dat je je aanpast én dat je heel goed begrijpt hoe en waarom.
EMO
Emo van Halsema is directeur van Felan Innovations. Daarin legt hij zich toe op data driven sensor design, een specialisme dat klanten in staat stelt tot data driven product design. Verder is hij oprichter van Datamole dat focust op big data-oplossingen en data science.