Producenten in de technologische industrie verwachten dat de vertraging van de economische groei verder door zal zetten. Ondernemers zijn opvallend pessimistisch over de verwachte economische ontwikkelingen. Dat blijkt uit de analyse van ondernemersorganisatie voor de technologische industrie FME van de Conjunctuur Enquête Nederland (COEN).
“In meerdere opzichten is het huidige sentiment te vergelijken met dat van begin 2013, toen de Nederlandse economie in het tweede dal van de ‘dubbele dip recessie’ na 2008 zat”, zegt dr. Joost
Veenstra, economisch analist van FME. De verwachtingen voor het lopend kwartaal wat betreft de productie, de omzet en de waarde van de orderontvangst zijn voor het eerst in jaren negatief. Het
percentage producenten met een negatieve verwachting is groter dan met een positieve verwachting. Voor de productie is dat saldo -1,8 procentpunt. De laatste keer dat een negatief saldo
voorkwam was begin 2013.
Ook het saldo voor de verwachte waarde van de orderontvangst is negatief; -1,7 procentpunt, net zoals de verwachte omzet: -3,9 procentpunt. De verwachting van de concurrentiepositie van
Nederlandse bedrijven binnen de EU neemt met 4,6 procentpunt stevig af: van +5,0 naar +0,4. De verwachting van het economisch klimaat neemt af van +4,0 naar +1,2 procentpunt.
Pessimisme niet onverwacht
Het toegenomen pessimisme in de technologische industrie komt niet uit de lucht vallen. De maakindustrie heeft het wereldwijd lastig. De handelsoorlog tussen China en de VS drukt op de
internationale markten. Veenstra: “Daar krijgt binnen Europa vooral de Duitse maakindustrie veel klappen van. De Nederlandse industrie is nauw verbonden met die van Duitsland, dus ook hier zijn de effecten merkbaar. En de Italiaanse begrotingsperikelen en de komst van Brexit ‘hardliner’ Boris Johnson leiden tot extra onrust”.