‘Wie ’t snapt, kiest voor ons’

0

Machinebouwer Q-fin legt de lat hoog: in 2022 wil het Bergeijkse bedrijf tot de Europese top-drie behoren in machinaal ontbramen, slijpen en afronden van metaaldelen. De start is veelbelovend: in de drie jaar van bestaan verkocht Q-fin al honderd machines. ‘Onze insteek is: topkwaliteit, gebruiksvriendelijkheid, eenvoud waar het kan’, zegt technisch directeur Koen de Waard. 

 

Tempo maken, daar is Q-fin (voor ‘Quality finishing’) goed in. Sinds de oprichting, in 2013, ontwierp het Brabantse bedrijf maar liefst vijf productlijnen: drie volautomatische ontbraam-/afrondmachines plus één handbediende en een bijpassende natfilter-afzuiginstallatie. ‘Technisch en organisatorisch hebben we de zaak goed op orde, nu gaat het er vooral om onze naamsbekendheid te vergroten. Onze strategie is de omzet ieder jaar ongeveer te verdubbelen’, meldt directeur Anton Bax. Nieuwbouw staat al op stapel, vlakbij de huidige locatie.

Koen de Waard: ‘Ik zit aan de ontwikkelkant, Anton (Bax, de directeur, red.) aan de gebruikerskant, een gouden combinatie.’ 

Q-fin vliegt de markt van machinaal ontbramen, slijpen en afronden op geheel eigen, no-nonsense wijze aan. Technisch directeur Koen de Waard is de bedenker van de productplatforms. ‘Koen loopt al dertig jaar rond in de metaalbewerking’, vertelt directeur Anton Bax. ‘Hij kent die wereld door en door. Op basis van die gebruikerskennis, gecombineerd met de plaatwerk- en constructiekennis van Bax Metaal (waarvan Anton Bax eveneens de directeur is, red.), werden de machines ontwikkeld.’ De Waard: ‘Ik zit aan de ontwikkelkant, Anton aan de gebruikerskant – waar natuurlijk gigantisch veel informatie vandaan komt. Een gouden combinatie, die ons in staat stelt meteen oplossingen te verzinnen die volledig afgestemd zijn op de behoeften en wensen van de gebruiker – en waarmee degenen die aan zulke machines werken, echt goed uit de voeten kunnen. Daar maken we absoluut een groot verschil mee.’

Veel slimmigheden

In de volautomaten komt dat tot uiting in aspecten als gebruiksgemak, kwaliteit van de bewerkingen en snelheid. En in ingebouwde slimmigheden, waaronder het door Q-fin zelf ontworpen borstelhoogte-volgsysteem en vacuüm- en/of magneetondersteuning in de transportmat. Dat laatste zorgt ervoor dat werkstukken muurvast op de transportmat liggen – stalen werkstukken dankzij de magneetoplossing, niet-magnetische (rvs, aluminium, kunststof) door vacuümzuigen. ‘Dat voorkomt’, legt De Waard uit, ‘dat werkstukken door de machine kunnen gaan vliegen, waarbij soms forse schade wordt aangericht; een kapotgeslagen transportmat vervangen kost bijvoorbeeld 4.000 of 5.000 euro. Een tweede groot voordeel is dat je meer druk op de borstels kunt zetten, zodat werkstukken sneller door het proces gaan – met een mooier eindresultaat. Daardoor, én omdat onze machines compact zijn, zijn onze kloktijden (lees doorlooptijden, red.) twee tot vijf keer korter dan die van concurrerende machines.’

q-fin‘Onze insteek is: topkwaliteit, gebruiksvriendelijkheid, eenvoud waar het kan’, vervolgt de technisch directeur. ‘Niemand die aan zo’n machine staat, zit te wachten op ingewikkelde besturingen en afstelkeuzes, die vaak niet eens betere producten opleveren. Onze machines doen wat ze moeten doen – als de beste. Tegelijkertijd zijn ze makkelijk te bedienen, kun je de doorvoersnelheid en borsteldruk traploos instellen, zijn schuurband en borstels supersimpel te vervangen, enzovoort.’ Alle machines worden ‘full-option’ geleverd. Om efficiënt te kunnen werken, biedt Q-fin klanten een portfolio met machines voor kleine en grotere (tot 1.200 millimeter) werkstukken aan. Volgens Bax pikt de markt dat goed op. ‘Bij heel wat klanten draaien zowel onze kleinere machines (tot 200 millimeter, red.) als onze grote machine. Wij horen terug dat ze het nut ervan inzien om die naast elkaar in te zetten.’

Profileren als A-merk

Uit concurrentieanalyses blijkt dat Q-fin wat betreft technische performance op veel gebieden hoger scoort dan de grote, gevestigde concurrenten in Europa. ‘En ook qua levertijd, prijs/kwaliteit en nog wel meer parameters staan we bovenaan’, aldus Anton Bax. Zijn conclusie: ‘We zijn een A-merk dat in de top-drie van Europa thuishoort. Maar zo ver zijn we nog lang niet. Om daar te komen, moeten we op één gebied nog een grote achterstand inhalen: de brand name, naamsbekendheid.’ De metaalsector is vrij conservatief. Zo van: eerst maar eens aankijken, dan pas geloven. Q-fin loopt daar om de haverklap tegenaan. ‘Onder de bedrijven die op zoek zijn naar een automatische ontbraammachine, heb je twee smaken. Of ze hebben er geen ervaring mee en kijken dan meestal eerst naar de gevestigde merken. Of ze hebben wel ervaring en zijn eraan toe hun verouderde of versleten ontbraammachine te vervangen. Die laatste snappen het en kiezen, durf ik te stellen, bijna altijd voor ons machineconcept.’

Q-fin heeft de zaakjes technisch op orde, ook op engineeringvlak. Anton Bax: ‘We steken veel effort in doorontwikkeling. Ideeën voor nieuwe ontwikkelingen hebben we ook plenty. We proberen ieder half jaar een nieuwe machine in de markt te lanceren. Een voorbeeld is de TopEdge, een machine om kanten of een radius aan metaaldelen te frezen. Die presenteren we binnenkort in Duitsland.’ Daarnaast maakt Q-fin in de sales & marketing stappen. ‘We hebben nu dealers in Nederland, België, Duitsland en Oostenrijk en zijn in gesprek met een partij in Australië. En we staan regelmatig op vakbeurzen in binnen- en buitenland.’ Zoals in Nederland op de Metavak, TechniShow, Surface en TIV Hardenberg. En in Duitsland op de Blechexpo in Stuttgart en, eind oktober, op de EuroBlech in Hannover. ‘We trekken er dus hard aan ons te profileren als A-merk’, zegt Anton Bax tot slot. ‘Anders dan anderen, maar wel extreem goed.’

Q-fin Kennis Club

Q-fin bewandelt nieuwe wegen om zijn machines te finetunen op de wensen van gebruikers. In de showroom kunnen potentiële klanten niet alleen rondneuzen, maar ook eigen producten door de machines halen – om met eigen ogen te zien wat die doen om hun performance te verbeteren. Voortdurend het oog op de gebruiker houden, dat doet Q-fin op meer manieren. Zoals via de interne Q-fin Kennis Club (QKC). Die bestaat uit de eigen medewerkers – nu negen, maar dat worden er steeds meer. Iedere woensdagmiddag werken en testen ze een uur of twee aan de machines die ze zelf gebouwd hebben. Koen de Waard: ‘Het idee erachter is dat ze snappen hoe de machines werken en in de praktijk gebruikt worden, wat ideeën voor verdere verbeteringen oplevert. Iedereen draait mee in de QKC, tot onze office manager aan toe. Daarmee bereiken we dat elke medewerker hier specialist is.’

Share.

Reageer

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Verified by ExactMetrics