Over de impact van ASML op de technologieontwikkeling in de Nederlandse hightech maakindustrie ging het begin november tijdens een bijeenkomst van The House of Technology (THOT) bij NTS Norma in Hengelo (Ov). ASML schuift continu op in wat technisch mogelijk is, licht THOT-directeur Marty van de Ven toe. ‘Daarvoor hebben ze een toeleverketen nodig die ook steeds verder gaat in zijn technische kunnen. Alleen een toeleverancier die bijzondere dingen kan, is interessant voor hen.’
Suppliers over de push van hun grote klant ASML
Zoals Norma NTS, een hightech eerstelijnstoeleverancier van complete mechatronische systemen met als specialisme ultraprecisie. Directeur innovatie René Vlaskamp vertelt hoe Norma sinds 1999 steeds meer voor ASML is gaan doen (tot veertig miljoen omzet anno nu) en daardoor met zijn 400 medewerkers te klein werd, reden waarom het vorig jaar onderdeel werd van de NTS-Group.
Early supplier involvement
Value engineering is een belangrijk ingrediënt van het succes. Vlaskamp verhaalt kleurrijk hoe hij voorafgaand aan de viering van Norma’s 60-jarig jubileum samen met ASML-cto Martin van den Brink volledig schoon ingepakt de cleanroom inging om de Yieldstar-metrologiemodule te bekijken die Norma al in 350 stuks heeft gebouwd. Die moest vijftig procent goedkoper, verordonneerde Van den Brink. Vlaskamp ging de uitdaging aan, organiseerde een supplierdag om al z’n toeleveranciers te laten meedenken en zit nu op 25 procent kostprijsreductie. ‘ASML bedenkt er natuurlijk altijd dingen bij waardoor het weer duurder wordt.’
Vlaskamp maakt zich vooral hard voor early supplier involvement. ‘Ik stel gewoon domme vragen. Kun je dat dure koper niet vervangen door aluminium? Kun je voor een stage de balansmassa’s van het dure wolfraam niet herontwerpen voor het goedkopere staal? Kunnen die drie meetsystemen er niet één worden? Waarom dat moeilijk te bewerken rvs 303 niet vervangen door rvs 304? Waarom staat op die tekening een tolerantie van 1/100? Als dat soort specificaties eenmaal op papier staat, is het heel lastig om ze er weer af te halen.’ De eisen die ASML telkens weer opschroeft met zijn QLTC-methodiek (Quality, Logistics, Technology, Cost) hebben Norma op een bepaald niveau gebracht, erkent Vlaskamp volmondig. ‘Maar QLTC zorgt wel voor steeds meer bijkomende kosten. Aan de steeds strengere eisen voor bijvoorbeeld cleanliness voldoen wordt moeilijker. We moeten ook oppassen dat we niet voor andere klanten, die minder hoge eisen stellen, dezelfde kosten gaan maken.’
Ip gedeeld
Norbert Beltman, mede-eigenaar van 3T uit het naburige Enschede, heeft een vergelijkbaar verhaal. 3T telt vijftig specialisten in analoge en digitale elektronica en software, en heeft al meer dan 100 complexe boards voor in de ASML-machines ontworpen. Productie vindt bij andere partijen plaats, maar 3T adviseert wel over productiemethoden en ondersteunt new product introductions. Ook levert het testtools, waarvoor het sinds 2014 preferred supplier is. Mede onder invloed van ASML heeft 3T de specialismen sensor interface electronics, actuator control en communicatie ontwikkeld. Samen hebben ze gewerkt aan het generieker maken van testtools door die modulair te gaan opbouwen. Daaruit is als eerste de MINT voortgekomen: het Multi INTerface development board met een groot aantal high-speed interfaces, dat in ontwikkeling en bij testen breed inzetbaar is. Beltman: ‘Toen de 450 mm-projecten stopten, hadden wij tijd over en zijn we dit op eigen initiatief en risico gaan ontwikkelen voor ASML als launching customer. Dat waardeerden zij zeer; de ip hebben we gedeeld. We mogen het ook voor andere klanten inzetten, zolang het geen concurrenten van ASML zijn.’
Push
ASML pusht een toeleverancier als 3T om breed kennis op te bouwen, zegt Beltman; naast interface electronics onder meer ook voor fpga’s (field-programmable gate arrays). ‘In 1996 hadden wij daarvoor ‘toevallig’ dezelfde tooling gekozen als ASML. Dat heeft een belangrijke rol gespeeld bij onze kwalificatie als partner van hen. En hun brede ontwikkelmethodiek heeft een push gegeven aan het kwaliteitsdenken bij 3T. Maar ook omgekeerd: documenten die wij daarvoor hadden opgesteld, zijn intern bij ASML als goed voorbeeld verspreid. Enkele jaren geleden hebben we een eerste project met model-based design gedaan, voor een aansturingsunit van een waferhandler-robot. Die aanpak werkte goed: bij de eerste hardwaretest voldeed het systeem meteen aan de eisen. Dit was voor ons een pilot, waarin we veel hebben geïnvesteerd, maar ook voor ASML. Zo draagt 3T een steentje bij aan hún technologieontwikkeling.’ In de loop der jaren is 3T helemaal gewend geraakt aan het werken voor ASML. Dat heeft ook een negatief aspect, zegt Beltman tot slot: ‘We moeten onszelf niet uit de markt prijzen en ook nog ‘kort door de bocht’-projecten kunnen blijven doen.’
