Start-up IamNL stoomt statushouders klaar voor montagebaan bij Philips

0

Bij Philips Healthcare in Best zijn sinds vier maanden vier statushouders – vluchtelingen met een verblijfsvergunning – als montagemedewerker aan de slag. In september kwam daar een vijfde bij, en de zesde wordt later dit jaar verwacht. De Veldhovense start-up IamNL stoomde hen snel klaar voor passend, betaald werk. Hun aanpak: de taal onder de knie krijgen, dan werk zoeken. ‘We faciliteren hen om zelf in beweging te komen. Dat werkt beter dan ze door een ‘wasstraat’ van standaardtrainingen te halen.’

‘De jongens zijn supergemotiveerd. Dat zie je aan de lichtjes in hun ogen’

– ‘Leren werken in een Nederlands bedrijf begint al hier.’
– ‘Mensen in dienst nemen is makkelijker nu wij een brug slaan.’
– ‘Nieuwe Nederlanders zijn keihard nodig om werk hier te houden.’
– ‘Hier wordt wat afgeschoold en afgetraind.’

‘Het eten smaakt lekkerder nu ik het zelf verdien’

Hasan Alkhaled heeft het prima naar zijn zin bij Philips. ‘Mooi werk. De collega’s zijn aardig. Ik leer veel van ze. We werken goed samen.’ Eind 2013 ontvluchtte zijn gezin het door oorlogsgeweld verscheurde Syrië. Op weg naar Nederland, waar een van Alkhaleds zoons al eerder terechtgekomen was. Omdat het gezinshereniging betrof, kregen ze tamelijk vlot een verblijfsvergunning. ‘26 november 2014.’ Alkhaled weet het nog precies. Na een tijdlang in AZC’s kwam het gezin in Veldhoven terecht. Aanvankelijk met weinig perspectief om ooit uit de bijstand te komen. Maar tien maanden geleden veranderde dat – dankzij de deal die de gemeente Veldhoven sloot met de start-up IamNL.

Nonnen van Vught
IamNL (Engels voor ‘Ik ben Nederland’) helpt statushouders ‘om mee te doen in ons land, en wel zo snel mogelijk’, zegt Ineke Hurkmans. Samen met Marc de Jong Luneau richtte zij het bedrijf voor statushouders op. IamNL hanteert een no-nonsense aanpak (zie ook het kader). ‘Om mee te kunnen doen, moet je de taal goed leren en naar passend betaald werk op zoek gaan’, vertelt ze. De statushouders die IamNL begeleidt, moeten vijf dagen per week van negen tot vijf present zijn in het bedrijf op een Veldhovens industrieterrein. ‘Te laat komen wordt geregistreerd, leren werken in een Nederlands bedrijf begint hier al.’
Tijdens de ochtenden geven docenten van Regina Coeli, beter bekend als ‘de nonnen van Vught’, taalonderwijs. ‘En op de middagen doen ze allerlei dingen die met integreren en werken van doen hebben. Bijvoorbeeld in groepjes de taalvaardigheid bijspijkeren of een uitstapje plannen, maar ook onze locatie in Veldhoven schoonmaken en boodschappen doen bij de Sligro. Zolang het maar de richting van werk opgaat, laten we dat aan henzelf over. Motivatie bepaalt voor meer dan 50 procent het uiteindelijke succes. Dus faciliteren we hen om zelf in beweging te komen. Dat werkt beter dan ze door een ‘wasstraat’ van standaardtrainingen te halen.’

Philips gaat ervoor
IamNL heeft in de tien maanden van zijn bestaan een kleine honderd in Veldhoven neergestreken statushouders gesproken voor een intake. Merendeels Syriërs en Eritreeërs, maar ook Iraniërs, Afghanen, Irakezen en Somaliërs. Veel meer mannen dan vrouwen, dat wel. ‘Wij hanteren twee selectiecriteria: 28 uur of meer per week kunnen en willen werken en geen analfabeet zijn in de moedertaal. Voor veel vrouwen is 28 uur een drempel. Je kinderen naar de dagopvang brengen, is een heikel punt in diverse culturen; opvoeden is een gezinskwestie’, weet Hurkmans.
Uiteindelijk ging de start-up met zeventig deelnemers aan de slag. Inmiddels spreken, verstaan en lezen de meesten aardig Nederlands. Maar de vervolgstap – passend, betaald werk vinden – bleek voor henzelf lastig. ‘We zijn met veel werkgevers in gesprek. Daaruit proef ik veel sympathie voor onze methode. Mensen in dienst nemen is makkelijker nu wij een brug slaan.’

Veel enthousiasme
Philips Healthcare in Best kwam als een van de eerste schapen over de dam. Albert de Jong, operations manager van één van de drie fabrieken op die plant, maakte zich er sterk voor. Hij was ruim twaalf jaar gemeenteraadslid en fractievoorzitter van de partij Veldhoven Samen Anders. Op een terugkomdag voor (ex-)raadsleden deed wethouder Mariënne van Dongen-Lamers hem de overeenkomst tussen de gemeente en IamNL uit de doeken. ‘Keigoed, het sprak me echt aan’, zegt De Jong. Hij arrangeerde een gesprek met de wethouder en IamNL-directeur Ineke Hurkmans om meer details te vernemen en besloot ervoor te gaan. ‘Om te beginnen heb ik elf statushouders uitgenodigd voor een lunch en rondleiding in ons Customer Visit Center. Daar zag ik wat voor vlees ik in de kuip had en dat sommigen inderdaad een behoorlijk mondje Nederlands spreken. Ook bespeurde ik veel enthousiasme voor Philips en om hier te werken.’

Randstad-contract
Vervolgens voerden De Jong, Hurkmans en Peter Timmers (consultant bij Randstad en gestationeerd op de Philips-site in Best) gesprekken met een tiental kandidaten. De werving en selectie van (een deel van) de nieuwe medewerkers ligt op het bordje van Timmers en zijn teamleden. ‘Voor verschillende bedrijfsonderdelen op deze plant hebben wij ons verplicht om mensen met de juiste vaardigheden en werkhouding te werven – en om na aanname opleidingstrajecten te faciliteren. Circa 200 van de 3.500 medewerkers hier hebben een arbeidscontract bij Randstad. Doen zij hun werk goed, dan zetten we dat na verloop van tijd om in een Philips-contract. Dit jaar alleen al is dat bij 47 mensen gebeurd’, vertelt hij.
Ook de vijf, straks zes, statushouders die werden aangenomen, hebben een Randstad-contract. Dat contract verschilt in niets van dat van de inhuurcollega´s zonder vluchtelingstatus, beklemtoont De Jong: ‘No way. Wie hetzelfde presteert, moet ook hetzelfde verdienen. Iedereen wordt volgens dezelfde systematiek beoordeeld en heeft identieke arbeidsvoorwaarden en opleidings- en trainingskansen.’

Nieuwe Nederlanders
Of ze het hier zó goed doen en zó fijn vinden dat ze over vijf of tien jaar nog bij Philips werken? ‘Dat weet je niet, ook niet van de andere medewerkers’, aldus Hurkmans. ‘Maar Albert, Peter en ik hebben er vertrouwen in dat Philips lang plezier van hen zal hebben.’ De Jong vult aan: ‘Ondernemen is ook: je nek durven uitsteken. In Zuidoost-Brabant wemelt het van de vacatures voor technische functies, ook bij ons, maar de mensen om die functies in te vullen zijn zeer schaars. Ja, het kost extra energie om deze mensen erbij te trekken. Ja, je moet dit of dat misschien een tweede of derde keer uitleggen. Ik zeg dan: “Wen daar maar aan, want van de nieuwe Nederlanders moeten we het steeds meer hebben.” Die zijn keihard nodig om werk hier te houden. Ze zijn het waard om extra energie in te steken. Mijn drijfveren zijn eigenlijk heel simpel: ik heb continu mensen nodig en die zijn op de overspannen arbeidsmarkt steeds lastiger te vinden. Daar komt bij dat het vluchtelingenprobleem alleen te tackelen is als de integratie heel goed wordt aangepakt. En dat is meedoen: hoe langer statushouders in de bijstand zitten, hoe moeilijker het is om te integreren.’

Heel veel trainingen
In de fabriek waar Albert de Jong verantwoordelijk voor is, worden complexe cardiologieapparaten gemonteerd en getest; de fabricage van de bouwblokken (subunits) is op hoog niveau uitbesteed aan toeleveranciers. De IGT-systemen (Image Guided Therapy) worden onder meer ingezet in dotterprocedures en om stents en hartkleppen te plaatsen. Zulke systemen onberispelijk monteren en (eind)testen, stelt hoge eisen aan het montagepersoneel. Peter Timmers: ‘Nieuwe medewerkers gaan eerst zes weken in training om een werkpakket onder de knie te krijgen. Om ook aan andere variëteiten te kunnen en mogen werken, moet je certificaten behalen. Dus hier wordt wat afgeschoold en afgetraind. Systeemtesters, het hoogste niveau in deze fabriek, zijn tien maanden tot anderhalf jaar bezig om alle vereiste certificaten te behalen.’
In principe ligt die weg ook voor de statushouders open. ‘En die willen maar wat graag’, zegt Ineke Hurkmans. ‘Deze jongens zijn supergemotiveerd en willen vooruit. Dat zie je aan de lichtjes in hun ogen. En omdat ze in hun privénetwerken rondbazuinen hoe mooi en fijn hun werk is, kloppen ook anderen aan met de vraag of ze bij Philips kunnen werken.’ Albert de Jong: ‘Blijkt dit goed te gaan, dan sluit ik niet uit dat we hier op termijn tien of vijftien mensen hebben rondlopen die via IamNL zijn binnengehaald.’

Pool vergroten
Volgens De Jong verdient de IamNL-aanpak navolging. ‘Het zou mooi zijn als meer gemeenten en bedrijven aanhaken. Dan ontstaat een netwerk dat vacatures invult met statushouders die vooruit willen. Dat vergroot de pool en daarmee hun kansen op werk aanzienlijk. Ik heb geen lassers nodig, maar andere bedrijven wel. Als je niks doet, weet je wat je krijgt: niks.’
Hasan Alkhaled heeft inmiddels de certificaten op zak om aan vijf systeemvariëteiten te werken. ‘In drieënhalve maand! Supergoed!’, reageert Albert de Jong. Binnenkort gaat Alkhaled in training om zich voor weer andere varianten te certificeren. Waar dat eindigt? Hij heeft geen idee. ‘Ik weet niet wat de toekomst brengt. Ik denk in het nu. Nu vind ik het leuk hier, wil ik hard werken en veel leren. Nu heeft mijn vrouw weer respect voor mij. En het eten smaakt lekkerder nu ik het zelf verdien.’

Social impact bond
De overeenkomst tussen de gemeente Veldhoven en IamNL is gestoeld op een zogenoemde social impact bond. Het komt erop neer dat IamNL – gesteund door private investeerders die samen een forse som geld in de start-up hebben gestoken – de begeleiding van statushouders naar werk organiseert, uitvoert en betaalt. Lukt het om een deelnemer binnen gemiddeld een jaar minimaal twee jaar aan betaald werk te helpen, dan keert de gemeente Veldhoven aan IamNL in totaal zes jaar uitgespaarde bijstandsuitkering uit. Nog altijd een besparing, omdat een gemeente gemiddeld acht tot tien jaar aan uitkeringen reserveert voor statushouders. Lukt het niet, dan lijden de investeerders verlies. Veldhoven heeft als eerste en tot nu toe enige gemeente zo’n overeenkomst gesloten.

Share.

Reageer

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Verified by ExactMetrics