Het zal voor veel lezers van het StaalJournaal mogelijk teleurstellend en wellicht zelfs verontrustend zijn, maar we kunnen niet om de werkelijkheid heen. Opnieuw hebben fabrieken de staalprijzen verhoogd en nog steeds heerst er een grote materiaal schaarste.
Om met de prijzen te beginnen: in onze vorige editie meldden we dat de ontwikkelingen op de staalmarkt zodanig onzeker waren, dat we drie mogelijke ontwikkelingen schetsten: daling, stabilisatie of stijging.
Deze maand moeten we concluderen, dat de uitkomst een stijging is geworden. En wat voor een! Europa’s grootste staalproducent kondigde binnen een 3-tal weken een tweetal verhogingen aan, tezamen € 50 per ton, waardoor de officiële basisprijs voor warmgewalste coils, waarop de fabrieken hun aanbiedingen baseren, gestegen is van € 750 per ton in februari tot € 800 in maart. Daarmee is binnen 7-8 maanden tijd een prijsstijging in de Europese staalmarkt doorgevoerd, die zelfs de schrijver van het StaalJournaal in zijn toch niet bepaald kort te noemen carrière in de staalwereld nog niet heeft meegemaakt. Maar het kan nòg erger. In de VS is de prijs van warmgewalst materiaal in 12 maanden tijd gestegen van ca $ 450 per ton naar ca. $ 1.280-1.300 (ca € 1.075) per ton. De oorzaak van al deze prijsverhogingen moet nog steeds worden gezocht in de nog steeds sterke vraag vanuit de automobielsector en de zich langzaam maar zeker van het COVID-19 virus herstellende wereldeconomie. De invoerheffingen (Safeguard), welke de EU op gewalst staal hanteert, belemmeren daarbij de toestroom van grotere hoeveelheden importmateriaal, waardoor verbruikers genoodzaakt zijn meer bij Europese fabrieken te bestellen. Op zich was het met de invoering van de importheffingen inderdaad o.a. de bedoeling de Europese markt te beschermen tegen oneerlijke concurrentie door niet-Europese producenten en tegelijk daarmee verbruikers te stimuleren méér orders bij EU-producenten te laten plaatsen. Maar de ontwikkelingen op de wereldmarkt alsmede COVID-19 hebben ertoe geleid, dat veel staal-exporterende landen zich meer naar andere markten gericht hebben. De onverwacht grotere binnen-Europese vraag tezamen met productiebeperkingen, die de Europese fabrieken hebben doorgevoerd of toe moesten besluiten als gevolg van COVID-19, hebben geleid tot enorm lange levertijden en vooral zeer beperkte beschikbaarheid van materiaal. Deze ontwikkelingen zullen wellicht meegenomen worden bij de herbeoordeling van de vigerende importheffingen op 26 staalproducten, die per 1 juli a.s. zouden komen te vervallen en waarover de EU-Commissie zich binnenkort gaat beraden. De kans dat die heffingen vervallen, verminderd of verlengd zullen worden zal overigens mede afhangen van het beleid wat de VS en China met hun eigen invoerbeperkende maatregelen zullen gaan doen. M.a.w. Europa kan het zich niet permitteren de importmaatregelen te gaan versoepelen of te laten vervallen, wanneer de andere grote economieën niet hetzelfde zullen gaan doen. Het EU-Parlement heeft overigens een voorstel aangenomen om bij de import van de staal ook een zogenaamde CO2-heffing toe te gaan passen en wellicht zal die heffing bij de importmaatregelen geïntegreerd worden.
Daarmee zijn we bij het onderwerp “schaarste” beland. Ook dit fenomeen is thans buitengewoon extreem te noemen. Bijvoorbeeld zelfs levertijden van diverse fabrieken, die traditioneel op 6 tot 9 weken zitten, lopen op dit moment uit naar 12 tot 20 of 22 weken.
Enkele Duitse fabrieken hebben voor het 3e kwartaal een beperkte capaciteit beschikbaar,
wat ertoe geleid heeft dat deze fabrieken momenteel alleen contracthoeveelheden willen boeken, maar dan ook nog eens met minder hoeveelheden dan gebruikelijk. Diverse service centers en handelaren hebben daarom als strategie gekozen alleen aan bekende (lees: trouwe) afnemers materiaal aan te bieden. Aanvragen van onbekende verbruikers en metaalverwerkers, die voorheen geen interesse hadden bij deze distributeurs te willen kopen, worden simpelweg en resoluut afgewezen. Ons bereiken ook berichten, dat enkele fabrieken in verband met de beschikbare capaciteit van hun walslijnen eenzelfde beleid voeren of zullen gaan voeren. M.a.w.: U was voorheen geen klant bij ons? Sorry, maar dan kunnen we nu ook geen materiaal aanbieden. Eigen klanten eerst dus.
De beschikbare voorraden bij de distributeurs, als handelaren en service centers, nemen méér af dan dat ze toenemen door nieuw binnenkomend materiaal. Daardoor groeit de schaarste en die is zelfs nu zo extreem, dat er bij aanbiedingen geen opties voor beschikbaarheid meer worden verstrekt. Als de afnemer dus te lang wacht met bestellen loopt deze het risico dat het materiaal niet meer beschikbaar is.
De heersende schaarste zal, naar ingewijden ons zeggen en wij zelf ook vrezen, aanhouden tot tenminste in het 3e kwartaal of wellicht zelfs nog later. Dat komt mede ook door de onzekerheid die ontstaan is als gevolg van de financiële problemen bij Liberty Steel, waarvan een de belangrijkste financiers (Greensill Capital) onlangs insolvent is verklaard. (Zie ook onderstaand bericht over Liberty).
De staalgroep Liberty Steel bezit o.a. verzinkingslijnen in Luik, Luxemburg en Italië. Het voormateriaal wordt bij diverse staalproducenten gekocht, o.a. ArcelorMittal, maar die heeft tijdelijk vanwege de genoemde financiële problemen de leveringen stopgezet. Andere toeleveranciers deden hetzelfde. Daardoor stagneert de uitlevering van verzinkt materiaal, terwijl Liberty al eerder leveringen moest vertragen wegens gebrek aan voormateriaal. Daarmee wordt de markt dus geconfronteerd met nog meer beperktheid van bijvoorbeeld Sendzimir en Elektrolytisch verzinkt materiaal. Omdat Liberty Steel zich hierdoor niet manifesteert als een stabiele en betrouwbare leverancier zullen meer afnemers zich gaan wenden tot andere producenten van verzinkt materiaal, echter die hebben de orderboeken al meer dan genoeg gevuld. Een Duitse fabriek meldde in week 10 wel koudgewalst en warmgewalst voor het 3e kwartaal te zullen aanbieden, maar uit de markt te blijven voor verzinkt staal. Dit alles kan alleen maar leiden tot nog maar schaarste en daarmee zal de kans op nog hogere prijzen alleen maar toenemen.
Daarbij komt mogelijk nog, dat China zelf meer staal zal gaan importeren, omdat daar ingrijpende maatregelen zijn genomen teneinde de uitstoot van milieuverontreinigende stoffen te beperken. Ondanks dat er in de eerste 2 maanden van dit jaar in vergelijking met 2020 bijna 13% meer ruwstaal werd geproduceerd, veroorzaakt door grote vraag vanuit de automobiel-, bouw- en constructiebranche, zal op korte termijn de productie gaan afnemen. Staalmakers in de provincie Hebei zijn qua milieuverontreiniging in vier groepen ingedeeld, waarvan de 14 meest vervuilende fabrieken (Groep D) per direct tot nader order gesloten zijn, waardoor per dag ruim 50.000 ton ruwstaal minder geproduceerd wordt. Meer provincies hebben dergelijke maatregelen aangekondigd. Weliswaar zal er door China dus minder ruwstaal geproduceerd gaan worden en dus ook minder ijzererts nodig zijn, maar de binnenlandse staalbehoefte zal mogelijk met importen gecompenseerd moeten worden.
De Italiaanse fabriek ILVA, waarin ArcelorMittal participeert, zou volgens een lokale rechtbank haar ruwstaalproductie moeten sluiten eveneens wegens vervuilende uitstoot. Een hogere rechtbank heeft die uitspraak echter overruled en een nader onderzoek geëist.
Dat zou begin mei afgerond moeten zijn, waardoor de fabriek nu wel verder mag produceren, maar in beperkte omvang. Echter deze fabriek heeft nu al enorme achterstanden in het uitleveren van materiaal en door deze beperking zal daar weinig verbetering in gaan komen. Al deze ontwikkelingen bij elkaar dragen niet bij aan een vermindering van de schaarste en dat is de reden waarom men verwacht dat de huidige krapte voorlopig zal aanhouden. Op basis van al deze ontwikkelingen is het lastig in te schatten hoe de toekomstige prijsontwikkeling zal zijn. Feit is wel dat de schaarste zal blijven en daardoor is niet meer de vraag “Wat kost het?“, maar juist: “Kunt u me leveren?”.
Tata Steel Europe.
Het beleid van de Indiase holding voor haar Europese vestigingen is ook na het mislukken van de verkoop van de Nederlandse vestiging in IJmuiden aan SSAB niet gewijzigd. De groep blijft voornemens zich te ontdoen van haar Europese vestigingen en heeft intussen de omvang van de Europese directie danig afgeslankt. Wel zal er, ook zolang er geen koper is gevonden, een investeringsplan worden uitgevoerd om de uitstoot te verminderen.
ThyssenKrupp heeft de onderhandelingen met Liberty Steel over de overname van haar staalactiviteiten gestaakt en is voornemens de staaldivisie als onderdeel van de groep voort te laten bestaan. Met de vakbonden is een akkoord bereikt nog eens 750 banen te laten vervallen om de effecten van de COVID-19 crisis te bestrijden.
Liberty Steel is vanwege de insolventie problemen bij haar financier Greensill Capital in ernstige financiële problemen geraakt. ArcelorMittal heeft om reden van uitblijven van betalingen de toelevering van halffabricaten, zoals plakken (slabs), medio maart voorlopig stilgelegd. Liberty Steel meldt dat de problemen snel opgelost zullen zijn, maar de schuld bedraagt volgens diverse kanalen ruim 3,6 miljard British Pounds. De groep heeft in Engeland, Wales en Schotland elf productie-eenheden en is in grootte de 3e staalfabrikant in het Verenigd Koninkrijk. Gevreesd wordt dat vele duizenden banen verloren zullen gaan, zo melden o.a. The Guardian en de BBC. Binnen de Europese Unie beschikt het consortium over walslijnen in Frankrijk, Polen, Tsjechië, Roemenië, Italië, België en Luxemburg. Liberty Steel produceert o.a. railprofielen, verzinkte en voorgelakte coils en kwartoplaat. Naast met ThyssenKrupp (zie boven) werd ook nog gesproken met de Roemeense regering over de overname van een stilgelegde staalfabriek voor lange producten. Of die gesprekken zijn gestopt is ons niet bekend.
Green steel:
Tijdens de jaarlijkse conferentie van het Duitse Handelsblatt op 12 maart jl. is namens diverse fabrieken een oproep gedaan aan nationale regeringen om overheidssteun bij de kosten voor de ontwikkeling van èn de productie van “green steel”. “Het is niet een technologisch probleem maar meer een kostenvraagstuk. Milieuvriendelijk staal produceren is erg kostbaar en de markt is nog niet bereid de prijs hiervoor te betalen. Overheidssteun is onontbeerlijk.”.
|
|