De vorige maand berichtten we nog te verwachten, dat er op korte termijn weinig spectaculairs te verwachten met de staalprijzen. Inmiddels echter merken we in de markt een lichte opwaartse beweging. Die stijging wordt veroorzaakt door een aantal factoren. Daarvan is als eerste te noemen de enorm duur geworden energie. De prijsverhoging van de energiekosten wordt mede geïnitieerd door de politieke spanning tussen Rusland en de Oekraïne en de dreiging van een militaire escalatie van het conflict tussen de beide landen. Een mogelijke escalatie kan grote gevolgen hebben voor het staalaanbod vanuit deze twee landen. Rusland zal, indien het werkelijk tot militaire actie overgaat, geconfronteerd worden met enorme economische sancties opgelegd door de EU en de VS, waaronder wellicht een totaal verbod op de aankoop van Russisch staal of middels torenhoge importheffingen. Daardoor dreigen dus staalleveringen naar de EU, wat voor Rusland een belangrijke afzetmarkt is, compleet weg te vallen. Echter ook Oekraïne kan vanwege het mogelijke oorlogsgeweld in een situatie komen waarbij niet alleen de eigen staalproductie stilvalt, maar ook het weg- en watertransport belemmerd zou kunnen worden. Mogelijk merken fabrieken in beide landen nu al, dat er vanuit Europa vanwege de bovengenoemde onzekerheden weinig animo is aldaar orders te gaan plaatsen. Een andere factor die tot prijsstijging binnen de EU kan leiden is het wispelturige gedrag van de US Dollar. Veel importmateriaal wordt besteld op basis van de Amerikaanse Dollar en de koersverhouding met de Euro vertoont de laatste weken behoorlijk wat schommelingen. Dus is de vraag of staalinkopers vanwege die schommelingen het risico van willen lopen uiteindelijk duurder importmateriaal te kopen, terwijl men tegelijkertijd voor ongeveer gelijke prijzen en bovendien qua levertijd sneller in Europa kan bestellen. Die fluctuatie van de Dollar wordt veroorzaakt vanwege mogelijke renteverhogingen in de Verenigde Staten. Rentestijging in Europa behoort intussen ook tot de mogelijkheden, maar, zo speculeren diverse financiële specialisten en economen, pas in de tweede helft van dit jaar. Een verhoging van de rente binnen de EU kan echter weer leiden tot afname van de investeringsbereidheid, wat dus voor de Europese Centrale Bank een lastig te nemen besluit zal zijn, maar een mogelijke renteverhoging zal pas later in 2022 een wellicht negatief effect kunnen hebben.
In de markt is de vraag naar staalproducten vanuit de verwerkende sector goed te noemen, maar de voorraadhoudende handel en servicecenters beschikken in het algemeen nog over een hoge en deels veel te hoge voorraad. Dat is niet alleen de situatie in de eigen opslaghallen, maar ook in de diverse Europese havens, waar nog veel uit te leveren importmateriaal ligt. Bovendien is dat staal deels wel en deels nog niet ingeklaard, wat de vrije verkoop bemoeilijkt, mede ook vanwege een tekort aan transportcapaciteit. Vanuit de distributiehoek krijgen de staalfabrikanten nog immer wat minder aanvragen, net zoals overigens vanuit de automobielsector. Dat laatste vanwege het aanhoudende tekort aan halfgeleiders, waarvan men verwacht dat dit zal aanhouden tot medio 2022. Daar staat tegenover dat de prijzen van actueel aangeboden importhoeveelheden aan het stijgen zijn, want ook in de diverse exporterende landen lopen de productiekosten op wegens de dure energie en andere duurder geworden grondstoffen. Tegelijkertijd rekenen staalproducenten in China op een herstel van de vraag na afloop van de Olympische Spelen in combinatie met de naderende lente, wanneer traditioneel de staalbehoefte toeneemt. Bovendien wordt er gespeculeerd dat de Chinese overheid diverse economie stimulerende maatregelen zal gaan nemen. Alle bovengenoemde ontwikkelingen kunnen ertoe leiden, dat de hoeveelheid van nieuw aan te bieden importstaal zal gaan verminderen met als gevolg dat de binnenlandse vraag in de EU zal gaan toenemen. Weliswaar verschijnen hier en daar nog wat offertes met concurrerende en relatief lage basisprijzen, maar het aantal neemt af. Enkele fabrieken sorteren al voor op de verwachte toenemende vraag door offertes met verhoogde prijzen af te geven, zoals de grootste staalproducent van Europa begin februari al probeerde. Ook enkele kleinere fabrieken in Midden-Europa bieden momenteel op een hoger niveau aan. Het is daarom alleszins te verwachten, dat we in de komende periode een opwaartse trend van de staalprijzen zullen blijven zien.
Autoproductie en -verkoop (Spanje, Italië, EU, Japan, Verenigd Koninkrijk, Turkije):
Het aanhoudende tekort van halfgeleiders blijft de automobielindustrie teisteren en volgens diverse bronnen zal dit aanhouden tot ergens medio 2022 of volgens de meest pessimistische scenario’s wellicht zelfs tot begin 2023. De Spaanse autoproductie dipte in december met 25% tot ruim 147.000 voertuigen. Over heel 2021 bekeken daalde de productie met ca. 7,5% in vergelijking met 2020.
De Italiaanse cijfers over 2021 laten een daling zien van ca. 90.000 stuks of te wel een daling van ca. 17% t.o.v. 2020.
Japan heeft naar schatting ca. 7,7 miljoen wagens geproduceerd in 2021, terwijl in 2020 nog 8 miljoen werden afgeleverd. De binnenlandse verkoop daalde met 3,3% naar 4,4 miljoen stuks, terwijl de export toenam met 2% tot 3,8 miljoen. Het Japanse autoconcern Toyota heeft onlangs, vanwege het aanhoudende tekort aan chips en de problemen rond Covid-19, haar eerder bekendgemaakte productieplanning voor dit jaar met 500.000 stuks neerwaartse bijgesteld. De groep verwacht nu in 2022 ca. 8,5 miljoen auto’s te produceren. Betere berichten kwamen onlangs uit het Verenigd Koninkrijk, waar de autoverkopen in januari 2022 met ruim 27% toenamen in vergelijking met januari 2021. Wel dient erbij vermeld te worden, dat het groeicijfer van vorige maand nog steeds een afname betekent vergeleken met januari 2020 (-22,9%). In Turkije daalde de productie gedurende de maand januari vergeleken met dezelfde maand 2021 met ruim 14,5% naar ca. 90.000 stuks.
Autobranche:
Binnen de Europese Unie worden steeds meer elektrische en hybride auto’s verkocht. In heel 2021 werden ca. 1,7 miljoen E-auto’s verkocht, waarvan ruim de helft 100% elektrisch. Van het vorig jaar totaalaantal verkochte automobielen hebben de E- en hybride versies samen een aandeel van 18% (2020: 10,5%).
Indicatieve basisprijzen per ton |
Warmgewalste coils | Koudgewalste coils | Sendzimir verz. coils | Kwartoplaat |
December 2021 | € 890 – 970 | € 1100 – 1130 | € 1130 – 1155 | € 940 – 980 |
Januari 2022 | € 880 – 930 | € 1080 – 1110 | € 1090 – 1120 | € 930 – 960 |
Februari 2022 | € 920 – 980 | € 1085 – 1110 | € 1090 – 1120 | € 940 – 980 |
* Bij deze prijzen dienen nog toeslagen voor kwaliteit, dikte/breedte/lengte en eventueel beitsen, evenals
vrachtkosten gerekend te worden.
*** Genoemde prijzen zijn indicatief, circa en geheel vrijblijvend.
Bron: Noviostaal