De verkoop van gewalst staal is in de loop van juli en de eerste helft van augustus behoorlijk gedaald. De verklaring hiervan ligt bij een aantal oorzaken in de staalmarkt. In willekeurige volgorde sommen we ze hier op.
Zo zijn levertijden van de staalproducenten behoorlijk uitgelopen. Diverse fabrieken spreken over levertijden van december dit jaar of zelfs januari 2022. Dat heeft ertoe geleid, dat veel afnemers voorgesorteerd hebben op deze extreem lange levertijden. Om zeker te zijn van tijdige materiaalverzorging hebben veel verbruikers zich lang ingedekt, waardoor zij zich voorlopig op de staalmarkt nauwelijks of niet zullen laten zien. Een andere verklaring is, dat de automobielmakers hevig te lijden hebben van het enorme tekort aan halfgeleiders, waardoor ze gedwongen zijn de productieaantallen te matigen. Zo legde Volvo onlangs een lijn in Zweden voor enkele dagen stil, stopt Nissan bij haar fabriek in de VS de productie zelfs gedurende 2 weken tot eind augustus en is de productie in Turkije in juli bijna gehalveerd. Het gebrek aan halfgeleiders wordt veroorzaakt door een brand in de grootste semi-conductor fabriek in Japan. Naar verluidt zal het tekort wel kunnen aanhouden tot medio 2022. Een grote toeleverancier van de autobranche, Bosch, heeft in Duitsland een nieuwe productielijn hiervoor gebouwd, maar die zal pas vanaf september kunnen gaan leveren. Als gevolg van de productiestagneringen bij de diverse autofabrieken is ook het verbruik van staal in deze sector gedaald. Eurofer (de Europese federatie van staalproducenten) heeft mede op grond hiervan de verwachting van de groei in het staalverbruik voor dit jaar onlangs verlaagd van 11,7 naar 11,2%, wat overeenkomt met een afname van ca. 650.000 ton. De wateroverlast in de omgeving van Dortmund en Hagen (Dld) heeft geleid tot een tijdelijke afname van het staalverbruik als gevolg van het onbruikbaar worden van de spoorlijnen. Inmiddels komt het railvervoer wel weer op gang, zij het zeer beperkt. Verder heeft de prijsdaling van warmgewalste en koudgewalste rollen staal in China tot onzekerheid bij de West-Europese inkopers geleid, die, als ze al niet op vakantie waren, zich blijken terughoudend te hebben opgesteld bij het sluiten van nieuwe inkoopopdrachten. Meest belangrijke oorzaak echter lijkt de enorme toevloed van importmateriaal, die de Europese havens de laatste weken heeft bereikt. Vorige maand schreven we al over bijvoorbeeld over de grote hoeveelheid tonnages die vanuit India ingevoerd werden. Inmiddels horen we ook berichten, dat naar verwachting meer materiaal uit o.a. Rusland, Turkije, Korea en Japan richting Europa zal komen, dat al onderweg is of gearriveerd is, maar dat nog ingeklaard moet worden. Naar verluidt is een deel van die hoeveelheid bestemd om pas na 30 september door de douanecontrole te gaan, waardoor het onder de quota’s van het 4e kwartaal zal vallen. De verklaring van die hevig gegroeide hoeveelheid is doordat met name de vraag naar staal in de Oost-Aziatische markten ingezakt is vanwege de toegenomen Covid-19 epidemie en de jaarlijkse moessonperiode. De fabrieken uit de eerdergenoemde landen zoeken daarom alternatieve afzetmarkten en daarbij is Europa natuurlijk interessant in verband met de hoge staalprijzen. Het lijkt erop dat met name India nogal erg actief is met de verkoop van rollen staal in Turkije en wellicht ook in de EU actiever zal gaan worden. Er circuleren echter ook berichten als zou de EU-commissie met argusogen naar de extreem lage prijzen kijken, die door de Indiase fabrieken worden aangeboden, in vergelijking met het Europese niveau. Het laatste wat de EU zal willen is dat de prijzen van gewalste staalproducten onderuitgaan, want dan zou het voor de Europese fabrieken erg moeilijk gaan worden om de transitie naar een meer milieuvriendelijkere wijze staal te produceren gefinancierd te krijgen. De meeste staalmakers hebben al een beroep gedaan op overheidssubsidie en lagere prijzen zou dat beroep op ondersteuning alleen nog maar groter kunnen maken. Zo investeert ArcelorMittal € 1 miljard voor de transitie naar milieuvriendelijker staal maken in haar fabriek in Gijón (Spanje) en heeft daarvoor een overeenkomst gesloten met de Spaanse regering, die de helft van dat bedrag voor haar rekening nemen zal. Voor een soortgelijke investering in Canada, ter waarde van bijna € 1,4 miljard krijgt het concern van de nationale overheid een subsidie van € 300 miljoen en verwacht het ook een subsidie van de provincie Ontario.
Voor de eerdergenoemde exporterende landen is het erg lastig staal naar de Verenigde Staten uit te voeren vanwege door de voormalige President Trump ingevoerde importheffingen.
De staalprijzen in de VS zijn echter voor niet-Amerikaanse producenten wel heel aantrekkelijk te noemen. Alleen al in de afgelopen 30 dagen zijn de prijzen daar al gemiddeld met $ 100 per ton gestegen. Bijvoorbeeld wordt momenteel voor koudgewalste en Sendzimir verzinkte rollen per ton ca. $ 2150 – $ 2200 (ca. € 1775 – € 1820) betaald. In maart 2020 was dat nog ca. $ 640 (ca. € 545).
In komende november wordt een uitkomst verwacht van het overleg tussen de EU en de VS over matiging of wellicht gehele afschaffing van de wederzijdse importheffingen. Daarmee zou er dan voor de Europese fabrieken een nog betere afzetmarkt in Amerika gaan ontstaan, zeker ook met het oog op de naar verwachting toenemende behoefte aan staal vanwege het onlangs door de regering Biden vastgestelde gigantische investeringsprogramma. Als die uitkomst inderdaad leidt tot wijziging van de importrestricties ten faveure van Europa zitten de staalfabrieken in een heel comfortabele situatie. Immers de staalprijzen in Amerika zijn dan veel aantrekkelijker dan in Europa en met de heersende krapte zouden de staalmakers wel eens verleid kunnen worden de prijzen in de EU maar weer te gaan verhogen. Voor de volledigheid en goede orde: het zijn slechts speculaties, die we hier en daar horen, maar kan een scenario zijn!
In de huidige marktsituatie is het erg lastig te voorspellen wat de komende maanden staat te gebeuren. Blijven de prijzen stabiel, gaan ze onder druk van de importen dalen of zouden ze weer kunnen stijgen onder meer vanwege eerdergenoemde mogelijke ontwikkelingen?
Een factor zal zeker een rol spelen en dat is of China daadwerkelijk de productie van ruwstaal zal gaan beperken en daarmee ook de omvang van haar staalexport. Dat was het voornemen, zoals eerder dit jaar door de nationale regering bekend werd gemaakt, maar intussen gaan er ook geluiden rond als zouden economische belangen toch weer een reden kunnen zijn om met die voorgenomen beperkingen wat soepeler om te gaan. Hoe dan ook, in juli heeft China volgens de opgave van het Chinese CBS (NBS) “slechts” 87 miljoen ton ruwstaal geproduceerd, wat een daling betekent van ruim 7,5% t.o.v. juni 2021 en bijna 8,5% vergeleken met juli 2020.
We zien deze maand dat de prijzen in NW-Europa stabiel blijven of slechts minimaal zakken, zeg maar: wat afbrokkelen. Vooral de materialen die in de havens in de landen om de Middellandse Zee binnenkomen hebben de schaarste aan materiaal wat doen verminderen hebben en daarmee een drukkend effect gehad op het prijsniveau. Maar daar moet wel bij aangetekend worden dat die grotere importen plaats vonden net voordat de vakanties aldaar losbarstten. De meningen van onze diverse contacten in de staalwereld lopen uiteen. Sommige menen dat de staalprijzen voorlopig stabiel zullen blijven of wellicht een kleine dip zullen gaan krijgen, bijvoorbeeld omdat er meer productiecapaciteit gebruikt gaat worden. Bijkomende argumenten zouden zijn de daling van de ijzerertsprijzen en die van de schrootprijzen. Anderen echter denken juist dat in de loop van dit jaar, wanneer de Covid-19 epidemie onder controle zal zijn, de economie nog meer gaat opleven, dus de staalbehoefte zal gaan toenemen en waardoor wellicht hogere prijzen te verwachten zijn.
Zodra de vakantieperioden in de zuidelijke Europese landen, zoals Frankrik en Italië, achter de rug zijn zal meer duidelijkheid komen over hoe de markt zich in het najaar zal gaan ontwikkelen.