Om mondiaal competitief te blijven, moeten de machinebouwers in Duitsland, in West-Europa überhaupt, een ‘complexiteitssprong’ maken. ‘Het engineeren van een machine is voor veel van onze klanten de bottleneck’, weet Thomas Cord, managing director van Lenze Automation. Daarom zet de specialist in motion-centric automation zwaar in op het vullen van een ‘toolbox’ die klanten helpt hun engineering te vereenvoudigen en versnellen. ‘Ons doel is dat ze daar tachtig procent van de motion-functionaliteiten van hun machine uit kunnen halen.’ Lenze is een eind op weg.
Lenze helpt klanten op stoom komen bij implementatie Industrie 4.0
De klantendagen die Lenze Nederland eind juni hield op kantoor in Den Bosch, stonden in het teken van Industrie 4.0. De uitdagingen waarvoor die ‘vierde revolutie’ machinebouwers stelt en de oplossingen die Lenze, vaak samen met andere partijen, daarvoor kan bieden, werden er toegelicht. Met nadruk op aandrijf- en besturingstechnologie, want daarin is Lenze sinds 1947 actief en heeft het wereldwijd een sterke positie opgebouwd: bijna 650 miljoen euro omzet en 3.400 medewerkers.
Thomas Cord, managing director van Lenze Automation: ‘We hebben herkend dat het engineeren van hun machines voor veel van onze klanten de bottleneck is.
Bottleneck
‘Wij leveren de hersenen van de machines van onze klanten’, vertelt Thomas Cord, manager van de businessunit Automation van Lenze, op bezoek in Den Bosch. Op die brains wordt in Industrie 4.0 – of smart industry – een steeds groter beroep gedaan. ‘Om de concurrentie met de opkomende landen aan te kunnen, moet onze maakindustrie toe naar de fabricage van geïndividualiseerde producten van hoge kwaliteit, in kleine series of zelfs eenstuks voor de prijs van massafabricage. Daarvoor moet de complexiteit en intelligentie van machines omhoog – en moeten ze ‘vernetzt’ zijn (in netwerken met elkaar kunnen communiceren om de juiste dingen te doen, red.).’
Enorme druk om de engineeringstijden en -kosten te verlagen en de juiste resources (mensen, red.) te vinden
Pessimistisch over de kans van slagen is Thomas Cord zeker niet. ‘Wel hebben wij herkend dat voor veel van onze klanten het engineeren van hun machines – de enorme druk om de engineeringstijden en -kosten te verlagen en de juiste resources (mensen, red.) te vinden – de bottleneck is. Wij trekken er hard aan dat te vereenvoudigen. Je ziet klanten hun machines modulariseren, opdelen in functionele eenheden. Ook wij doen dat, bijvoorbeeld door motion-functionaliteiten die frequent voorkomen te verzamelen in onze Feasible Application Software Toolbox, Lenze FAST. Nu al kunnen klanten in bepaalde projecten daarmee de engineeringstijd met rond dertig procent reduceren. Ons doel is dat ze zo’n tachtig procent van de standaardfunctionaliteiten daaruit kunnen halen. Zodat ze heel veel tijd en geld overhouden om te besteden aan het engineeren van klantspecifieke ’
Simplexity
In deze ‘complexiteitssprong’ is software(kennis) cruciaal. ‘Het softwareaandeel in de producten van onze klanten én onszelf neemt almaar toe. Met kennis op dat vlak zit het in Duitsland, in West-Europa überhaupt, nog wel goed, alleen is die beperkt beschikbaar. Die pool van deskundigheid vergroten, is een enorme uitdaging. In ons Offshore Development Centre in India hebben we zo’n vijftig software-engineers aan het werk. Niet omdat het daar zo goedkoop is, maar om de knowhow die daar zit aan te wenden om onze toekomst veilig te stellen. In 2019 is de helft van de werknemers in Duitsland vijftig-plus. Een dramatisch verschil met landen zoals India, dat we moeten zien op te heffen.’ Industrie 4.0 helpt daarbij; Thomas Cord ziet de trend van reshoring gaandeweg doorzetten.
De Duitse regering steunt die ontwikkeling, niet alleen financieel. Al wordt die rol volgens Cord soms fout geïnterpreteerd. ‘Angela Merkel heeft het besef teruggebracht dat de maakindustrie – of beter: de digitalisering ervan – de backbone van onze economie is. Daardoor kiezen gaandeweg meer jongeren voor technische studies. Zeer verheugend, dat tikt harder aan dan die financiële steun aan het stimuleren van technologiebevordering die onze Bundesregierung altijd al gaf.’
Productieprestaties
Spannende tijden, met grote kansen voor hightech maakbedrijven die tijdig de juiste keuzes maken, aldus Thomas Cord. Hij wijst op de nieuwe businessmodellen die gaan ontstaan. ‘Voorstelbaar is dat onze klanten straks geen machines meer verkopen, maar productieprestaties – en wij op onze beurt aandrijfprestaties. Of dat wij de energie-efficiency van onze oplossingen gaan vermarkten. Vandaag zijn aandrijfsystemen verantwoordelijk voor zeventig procent van de industriële energieconsumptie. Dat moet en kan omlaag – Lenze zet daar substantiële stappen in.’
De machinebouw is sinds de crisis van 2008-2009 sterk veranderd, aldus de Lenze-topman tot slot. ‘Partijen die het toen zochten in simpele oplossingen, hebben nu grote problemen om tegen concurrenten uit China, Brazilië, enzovoort op te boksen. Maar de bedrijven die toen al hightech machines bouwden, hebben hun omzet allemaal vergroot – en dat waren en zijn klanten van ons.’
