Siemens, SAP en T-Systems hebben de handen ineengeslagen om de digitale transformatie in de Nederlandse industrie te versnellen onder de noemer ‘Together for Industry 4.0’. Samen met Link Magazine gaan de drie partijen het gesprek aan met managers uit de industrie over de vraag: wat drijft hen om digitalisering te versnellen, waar lopen ze tegenaan en hoe kan er beter worden samengewerkt tussen de verschillende marktpartijen? Half november was de kick-off bij de Link-uitgever in Drunen. ‘Digitalisering heeft alles te maken met verandermanagement.’
– ‘Er moet nog veel gebeuren voordat alle digitale systemen met elkaar kunnen communiceren.’
– ‘We helpen onze klanten hun ketens slimmer in te richten, door onze data slim toe te passen.’
– ‘Wat wordt onderschat zijn de enorme investeringen die mkb’ers moeten doen.’
– ‘Om te digitaliseren moet er eerst gestandaardiseerd worden.’
– ‘Ik loop tegen grenzen aan van wat de organisatie slikt en aankan.’
‘Digitalisering in eigen huis of in de keten is nooit one-size-fits-all’
Selmers uit Beverwijk, producent van installaties voor het coaten en behandelen van stalen buizen voor onshore en offshore pijpleidingen voor het transport van olie, gas en water, heeft zijn organisatie de afgelopen drie jaar compleet heringericht, waarbij veel is geïnvesteerd in digitalisering. ‘We werken met één waarheid en doen aan fact-based decision making’, zegt operationeel directeur Rob Schouten. ‘We hebben vol gas gegeven met een nieuw ERP-systeem, met modularisatie, smart customization. Maar hoe kunnen we écht geld verdienen met onze data? Dat is nu de grote vraag.’
Ander voorbeeld: Marel, met onder meer een vestiging in Lichtenvoorde en Boxmeer, onderdeel van een wereldwijd concern met het hoofdkantoor in IJsland, produceert machines voor vis-, vlees- en pluimveeverwerking. Eén van de taken van operationeel directeur Nina Wessels is te kijken hoe de Marel-locaties verspreid over de wereld goed klaargestoomd kunnen worden voor de toekomst: de onderdelen zijn door vele acquisities bij elkaar gekomen en gebruiken zeer uiteenlopende digitale systemen en tools. Wessels: ‘We zijn ver met digitale oplossingen voor onze klanten: we wisselen veel uit, verzamelen continu data en kijken proactief naar onderhoud. Maar als we het terugvertalen naar onze eigen organisatie, moet er nog veel gebeuren voordat alles intern met elkaar kan communiceren.’
Wat levert het op?
Selmers en Marel zijn twee van de bedrijven die bij het initiatief Together for Industry 4.0 van Siemens, SAP en T-Systems aanhaakten om inspiratie en kennis op te doen, en verder te komen op hun eigen digitaliseringspad. Digitalisering is niet meer weg te denken in de industrie, maar wat levert het eigenlijk op? Het is misschien allemaal toch niet zo makkelijk als het lijkt. ‘De snelheid en de omvang van digitalisering lopen achter bij de kansen en verwachtingen’, aldus Siemens, SAP en T-Systems. Het gaat ook niet alleen over verder automatiseren en het aan elkaar knopen van processen, maar ook om het overstappen op nieuwe businessmodellen. ‘Je hebt het over een technologie met vele facetten. Hoe laat je die nu goed landen, hoe kun je daar daadwerkelijk waarde mee creëren?’, stelt Joes Wigman, managing director Digital & Data bij Berenschot. Hij zei ja op het verzoek de bijeenkomsten van het nieuwe platform te gaan leiden ‘juist omdat bedrijven van elkaar kunnen leren. We zijn niet alleen.’ Iedereen worstelt met deze materie.
Open en eerlijk
‘Anderhalf jaar geleden zijn we met SAP en T-Systems gaan praten’, zegt Zeljko Simic, hoofd van de businessunits Factory Automation en Process Automation bij Siemens Digital Industries. ‘Er wordt veel gesproken over digitale transformatie, niemand hoeft het belang ervan uit te leggen. Door de krachten en kennis te bundelen willen we bedrijven verder helpen. We willen gezamenlijke uitdagingen formuleren en door samenwerking concrete oplossingen realiseren.’
‘De kracht moet nu komen uit samenwerking’
Naast genoemde organiserende partijen zijn tijdens deze eerste bijeenkomst managers van Selmers, Marel, MCB en Koole Terminals te gast, maar wellicht schuiven ook andere organisaties komende tijd aan, al naar gelang de onderwerpen. Ze gaan daarbij open en eerlijk het gesprek aan, beloven ze elkaar.
‘De huidige manier van werken volstaat niet meer, gezien de uitdagingen waarmee we te maken hebben’, stelt Astrid Buijssen, directeur digitale transformatie bij Koole Terminals, een opslag-, verwerkings- en logistiek bedrijf voor vloeibare bulkgoederen, met het hoofdkantoor in Zaandam. ‘Er is een enorme behoefte om betere tools in te zetten, data te verzamelen en zo betere beslissingen te nemen. We benoemen wat we doen vaak vanuit onze assets: we hebben opslag in tanks, we beschikken over boten en treinen. Maar in feite helpen we onze klanten hun ketens slimmer in te richten, niet alleen door onze fysieke infrastructuur, maar ook door onze data slim toe te passen. Die digitale kant brengen we meer en meer in. Wat is dan onze corebusiness in een wereld die enorm verandert?’
Complexer
Digitalisering vraagt per definitie om samenwerking in de keten. En dat drijft allang niet meer op één oem’er die zijn toeleveranciers iets oplegt. Adriaan van Kalkeren, marketing & business development manager bij metaalgroothandel MCB in Valkenswaard: ‘Begin deze eeuw verplichtte Albert Heijn zijn leveranciers tot digitaal ondernemen via EDI. Dat was een compleet andere tijd. Inmiddels zijn de supplychains complexer en veel meer versnipperd. De kracht moet nu komen uit samenwerking. Alle partijen in de keten leggen hun behoeften en mogelijkheden op tafel.’
Het is duidelijk dat bij deze bijeenkomst mensen aangeschoven zijn ‘die het licht qua digitalisering al hebben gezien’, zoals Buijssen het zegt. Maar zelfs de koplopers staan voor uitdagingen. ‘Wat maakt het dan zo lastig?’, wil Wigman weten. Schouten weet het wel: ‘Wat wordt onderschat zijn de enorme investeringen die mkb’ers moeten doen. We zijn bij Selmers twee jaar bezig geweest om alles goed in te richten, er ging een schok door de organisatie. Digitalisering is een enorme opgave, terwijl we intussen gewoon bleven produceren.’
Verandermanagement
Volgens Buijssen speelt ook legacy een grote rol: ‘Elk bedrijf heeft zijn eigen systemen, zijn eigen manier van werken. In het verleden – een ander tijdperk, zo lijkt het – zijn keuzes gemaakt en vaak sterk klantspecifieke IT-systemen gebouwd. De mensen die die systemen ooit bedacht hebben, werken er misschien niet eens meer. Niemand kan zo’n systeem nog goed doorgronden.’
En dan moeten organisaties nu niet gaan rennen en ineens iets nieuws implementeren, benadrukt ze, maar eerst goed kijken naar de uitgangspunten. ‘Waar wil je over vijf jaar staan qua IT-landschap? Bedrijven die al verder zijn dan andere gaan er in eerste instantie misschien alleen maar op achteruit gezien de kosten en inspanningen. Digitalisering heeft alles te maken met verandermanagement.’
Op allerlei plekken in het eigen bedrijf en in de keten werken ook nog mensen die uit een andere tijd komen. Die moeten nu beslissingen nemen over digitalisering, terwijl dat niet in hun systeem zit; ze hebben er geen gevoel bij. Schouten: ‘Hoe zorg je dat ceo’s en cio’s het snappen? Het zijn best grote stappen en niemand kan van tevoren precies vertellen wat het gaat opleveren.’
Digital readiness
Zijn we klaar voor digitalisering? Van Kalkeren heeft langdurige trajecten meegemaakt. ‘Om te digitaliseren moet er eerst gestandaardiseerd worden. Dat kan veel vergen van een organisatie. Daarnaast gaan organisaties door een digitale transformatie waarbij functies of rollen veranderen, elk individu doorloopt en ervaart zo’n verandertraject anders. De snelheid van de technologische ontwikkeling en de menselijke verandering moeten in evenwicht zijn. Toen MCB ging digitaliseren met onze toeleveranciers, hadden we het over digital readiness. Hier zat veel verschil in, waardoor trajecten van twee weken tot ruim tweeënhalf jaar liepen om digitaal met elkaar zaken te doen. Er zijn altijd koplopers in de keten waarna de rest volgt. We dragen onze ideeën uit en zeggen erbij: “Haak aan, het is later dan je denkt.”’
Allesomvattend plan
Marja Thomassen, director Strategic Programs bij SAP vertelt over het Quorum Principle dat goede diensten kan bewijzen om standaardisatie en digitalisering te versnellen. ‘Bedrijven hebben één of meer IT-leveranciers, er draaien meerdere machines met OT-oplossingen van diverse merken, ze gaan te rade bij adviseurs over hun strategie en zijn bezig met operational excellence.’ Kortom: ze doen alles om de organisatie te laten groeien en bloeien. Overal gebeurt wat. Voor bedrijven is het heel moeilijk om het overzicht te houden op alle gebieden. ‘Zet al die betrokkenen nou eens bij elkaar en kijk samen of je één allesomvattend, toekomstbestendig plan kunt maken en uitvoeren. Ook al is dat niet simpel’, zegt Thomassen. ‘Ga als ecosysteem gezamenlijk zo’n project aan’, zegt ook Mark van Boxsel, industry architect manufacturing bij T-Systems.
Orchestrator
T-Systems, SAP en Siemens zijn al met aantal concrete cases in de industrie bezig. Steeds staat voorop: IT is een middel, geen doel. ‘Het draait om de business. We zijn geen filantropische instellingen, er moet wel een businesscase achter zitten’, klinkt het aan tafel. Hoe kom je tot een model waarmee je waarde creëert door data in te zetten, werpt Wigman een nieuwe vraag op. ‘Als je data hebt, kun je orchestrator van jouw markt worden’, reageert Van Boxsel. In veel ketens is het gevecht om data bezig. Wie is die orchestrator?
‘Zou een slimme partij de Google van de industrie kunnen worden?’, vraagt Jan-Erik Ouwehand, hoofd Market Communications bij Siemens Nederland, zich af. ‘Kun je door centraal en wereldwijd data te verzamelen, bijvoorbeeld over treinen, beter innoveren en wellicht tot betere mobiliteitsoplossingen komen?’
Fantastische inzichten
Welnee, data zijn er om te delen, en moeten niet in de handen van één partij belanden, benadrukt Buijssen. ‘Slimme organisaties werken met data, zonder zelf per se eigenaar te zijn. Ik zie het in de haven. Daar worden allerlei geweldige initiatieven gelanceerd. “We gaan platformen ontwikkelen en willen al jullie data, dan kunnen wij jullie fantastische inzichten geven”, hoor ik dan. Maar vervolgens denk ik: waarom zou jij geld gaan verdienen aan mijn data? We moeten toe naar modellen waarin bedrijven toegang krijgen tot de data die zij nodig hebben en waartoe zij het recht hebben die in te zien. Die data kunnen ze dan gebruiken om processen effectiever en efficiënter te maken. Dat vraagt een heel andere manier van denken dan wanneer je zegt: “Ik ben de allerslimste, geef maar hier die data.”’ Iedereen blijft eigenaar van zijn eigen data en houdt zelf de controle over wat hij deelt, met wie en wanneer. Buijssen: ‘Er zijn vast online platforms om dat te faciliteren, met autorisatieregisters en de juiste infrastructuur.’
Prijs en toegevoegde waarde
Ook Van Kalkeren heeft de afgelopen jaren allerlei initiatieven voorbij zien komen, maar dat was volgens hem allemaal volgens het principe ‘Wij van WC-Eend adviseren WC-Eend’: het eigenbelang stond voorop. ‘Hoe goed ze het misschien ook bedoelden, die initiatieven werden altijd als te commercieel en niet onafhankelijk gezien.’ Hij is deze avond in Drunen zelf een ware promotor van het Smart Connected Supplier Network, dat in Brabant van de grond kwam: een open-source datastandaard die het uitwisselen van informatie in de toeleverketen efficiënter maakt en waaraan inmiddels al 250 bedrijven verbonden zijn. Van Kalkeren en zijn werkgever MCB zijn sowieso erg geneigd kennis en informatie te delen. ‘Vroeger lag de focus sterker op het verkopen van metalen, waarbij gesprekken meer prijs- en transactiegeoriënteerd waren. Tegenwoordig zijn we veelal bezig onze klanten te helpen, onder meer door marktinformatie te verzamelen en te verstrekken. We ondersteunen ze graag om te groeien. We willen een schakel in de keten zijn die waarde toevoegt en onze in- en verkoop optimaal afstemt om onze klanten continuïteit te bieden.’
Wigman: ‘Dan is data delen geen direct verdienmodel voor jullie maar wel een unique selling point. Je biedt toegevoegde waarde door intelligentie te delen. Maar ervaren klanten dat ook zo?’ ‘Of klanten de waarde inzien van wat hun toeleveranciers met data doen, hangt altijd af van de keten en de corebusiness, reageert Buijssen. ‘I couldn’t care less als leveranciers bij ons met bijvoorbeeld predictive maintenance aan komen zetten, dat heeft voor ons geen toegevoegde waarde. In ons type processen zit een andere snelheid en dynamiek. Als we in de overslag van vloeistoffen een keer een dag vertraging oplopen door een storing, is dat niet relevant.’
Mitsen en maren
Wat een bedrijf wil of kan met digitalisering in eigen huis of in de keten, is nooit one-size-fits-all. Wat is de aard van de keten, hoe zit de markt in elkaar, wat verlangen de klanten, wat kenmerkt de eigen organisatie en de bedrijfscultuur? Het speelt allemaal mee. Wessels: ‘Hoe groot maak je het, wat knoop je allemaal aan elkaar? We hebben binnen Marel veel ideeën, ik probeer stappen te zetten, maar loop wel tegen grenzen aan van wat de organisatie slikt en aankan. Het wereldwijd standaardiseren van onze IT-infrastructuur is mooi, maar we komen veel mitsen en maren tegen, al onze fabrieken verschillen enorm in wat ze doen en willen.’
Digitalisering vraagt andere systemen en structuren én aandacht voor de menselijke kant. In verdiepingssessies van het platform moeten onderwerpen als visie, standaardisatie, cultuur, communicatie, mindshift, marktbewerking, businessmodellen en randvoorwaarden aan bod komen. ‘Hoe zet je de verandering echt in gang met zijn allen?’, zegt Bert van Dam, global businessmanager Tank Terminals bij Siemens. ‘Hoe maken we het uiteindelijk heel concreet?’ In 2023 komen de leden van het nieuwe platform weer bij elkaar. Dan worden de resultaten vast tastbaarder. Iedereen is het eens over de rode draad: ‘Digitaliseren vraagt samenwerken.’
Discovery workshop
Siemens, SAP en T-Systems willen gezamenlijk industriële bedrijven ondersteunen bij een snellere digitale transformatie. De industrie heeft grote behoefte aan transparante productieprocessen en logistieke ketens, kwaliteitsverbetering, het voorkomen van downtime en het behalen van duurzaamheidsdoelen, stellen ze. Digitale tools als Industrial IoT, artificiële intelligentie en machine learning dragen daaraan bij.
Siemens, SAP en T-Systems helpen bedrijven door innovatieve use cases op te zetten, die uiteindelijk omgezet kunnen worden in concrete, schaalbare businessmodellen. De drie organisaties combineren daarbij hun expertise op het gebied van operationele technologie, IT en systeemintegratie:
- Siemens Digital Industries helpt bedrijven om industriële processen te automatiseren en te digitaliseren, waarbij de integratie van IT/OT, cybersecurity en kennisdeling tussen partners en eindklanten in het ecosysteem essentieel is om best in class te worden.
- SAP levert Industry 4.0-oplossingen en technologieën zodat bedrijven datagedreven processen en operationele flexibiliteit kunnen inbouwen. De geintegreerde, standaard supplychainmanagement-systemen (inclusief AI en predictive analytics) ondersteunen processen van ontwerp, planning, productie tot logistiek.
- T-Systems levert technische consulting, solution design en een transformatieroadmap met een concreet stappenplan, plus ICT-oplossingen die ook daadwerkelijk gebruikt worden tijdens de pilot- en executiefase.