Selo ontwikkelt en bouwt klantspecifieke machines voor food processing en wet petfood processing voor multinationals en kleinere gespecialiseerde bedrijven, ook in Rusland en de Oekraïne. De laatste jaren werd daarmee in Rusland 5 à 10 procent van de omzet behaald; in de Oekraïne was die minder dan 5 procent. Die valt nu weg. De oorlog in Oekraïne raakt het Hengelose bedrijf dus wel, maar de onderneming heeft ‘een gezonde mix’ van klanten over de hele wereld en kan de bedrijfseconomische tik wel verdragen, vertelt managing director Willibrord Woertman.
Wat hem meer raakt is het menselijke drama dat zich er afspeelt. ‘Uit solidariteit met onze relaties daar hebben we hier nu de Oekraïense vlag in top. Ik heb ze de afgelopen jaren leren kennen als ondernemende mensen die lef hebben. Strijdbare mensen die hun nek durven uitsteken. Die houding zie ik nu ook terug in de dappere wijze waarop ze verzet bieden.
Graag Westerse technologie
Ook in Rusland heeft dus behoorlijk persoonlijke contacten met klanten. ‘Op dit moment hadden we er geen lopende projecten, maar wel zaken in de offertefase. Dat ligt nu stil. Met name de laatste jaren is de vraag uit Rusland toegenomen. Ze zijn daar bereid flink te investeren in de foodprocessing industrie, om het eigen land meer zelfvoorzienend te maken. Maar dat willen ze wel heel graag doen met Westerse technologie. De vraag was hersteld nadat de roebel sterker was geworden.’
De klandizie betreft Russische bedrijven en grote multinationals die er vestigingen hebben. ‘Als de oorlog achter de rug is en er weer zaken gedaan kunnen worden verwacht ik niet dat de vraag uit Rusland zich snel herstelt. De consumentenmarkt krijgt er een flinke klap en door de zwakke roebel zijn wij nu veel te duur. Het is voor mij nog de vraag wat de multinationals zullen doen. Of die nu elders gaan investeren en of wij daarvoor dan kunnen gaan leveren.’