Tegen het digitaliseringsgeweld van de Chinese en Amerikaanse industrie kan de Duitse industrie alleen niet op. Onderzoeksinstituut Fraunhofer heeft het op zich genomen de industrie in andere Europese landen mee te nemen in de transitie naar Industrie 4.0. Daartoe zijn in verschillende landen projectcenters opgericht, zoals het Fraunhofer Project Center in Enschede. ‘We zijn hier niet om met wie ook te concurreren, maar om de Nederlandse industrie te helpen en zo de Europese industrie te versterken.’
Fraunhofer wil Nederlandse industrie helpen snel de digitaliseringslag te maken
Ze praat energiek – in het Engels, ofschoon gaandeweg blijkt dat ze de Nederlandse taal ook heel behoorlijk beheerst. Biba Visnjicki, geboren Servische, is sinds de start begin vorig jaar business developer van het Fraunhofer Project Center for Advanced Manufacturing Technologies and Solutions (FPC), een vooruitgeschoven post in Nederland van het grote, befaamde Duitse onderzoeksinstituut. Gedreven vertelt ze dat stilzitten er niet bij is voor haar en de vijf collega’s. Onder hen, één dag in de week, emeritus hoogleraar smart industry Fred van Houten, die de brug sloeg tussen Fraunhofer en FPC’s lokalen op de campus van Universiteit Twente.
Europese industrie versterken
Alles dat FPC tot nog toe heeft gedaan, beklemtoont Visnjicki, is erop gericht de Nederlandse industrie competitief te houden. Net als in vergelijkbare centers die Fraunhofer in Zweden en Ierland opende, is het bovenliggend doel: de Europese industrie versterken. Want de Duitse industrie alleen is te kleinschalig om te kunnen concurreren met China en de VS, waar de overheden vele miljarden investeren in de programma’s Made in China 2025 en Digital Manufacturing. De Europese industriële krachten moeten gebundeld worden om de concurrentiestrijd aan te kunnen met nieuwe, sterke concurrenten, zoals Google.
‘Google, ja’
‘Google ja, want in de industrie-van-de-toekomst staat fysieke producten maken en verkopen minder centraal. Het gaat vooral om het leveren van datagebaseerde diensten. In de toekomst verkoopt een machinebouwer niet alleen machines, maar levert die ook services op basis van de productiedata die zijn installed base genereert. Google was een van de eerste die de macht van data begreep. Het verzamelt via vele wegen grote hoeveelheden data over markten, bedrijven en personen. Om klanten een onafhankelijk en volledig veilig dataplatform te bieden, investeerde Fraunhofer in zijn eigen cloudplatform, open voor de producerende industrie: Fraunhofer Virtual Fort Knox. Dat ondersteunt bedrijven die beseffen dat ze snel en veel moeten investeren in de digitalisering van hun processen. Dat geldt in Duitsland, maar evengoed hier. Wij zijn hier om de Nederlandse industrie te helpen die digitaliseringsstap te maken.’
Snel bewegen
Over niet stilzitten gesproken: Visnjicki en consorten hebben al gesprekken gevoerd met zo’n tweehonderd Nederlandse bedrijven. Kleine en grote, met tien tot vijfduizend medewerkers, waaronder IMS in Almelo, Fokker in Hoogeveen, Thales in Hengelo en, buiten Oost-Nederland, de Limburgse vestiging van de Japanse automotivetoeleverancier EKK Eagle Simrax. Op basis van die input stelt zij onderbouwd dat de Nederlandse industrie zich over het algemeen goed bewust is van de noodzaak van digitalisering. ‘Sommigen denken dat het ver weg is, maar meer en meer bedrijven realiseren zich dat de transitie naar digitaal heel snel gaat, dat ze snel moeten bewegen Dankzij de huidige goede conjunctuur hebben er veel ook het geld voor de noodzakelijke investeringen om de flexibiliteit en agility van de eigen onderneming en hun toeleverketen te vergroten.’
Doorgaande route
Waar het nog aan ontbreekt is: zicht op hoe die transitie door te voeren, aldus Visnjicki. De Industrie 4.0-Audits die FPC bij bedrijven uitvoert, verschaffen een scherp beeld. ‘Die doen we samen met Fraunhofer Institute for Production Technology (IPT). Voor die audits én implementatieprojecten kunnen wij dus beschikken over twaalfhonderd IPT-specialisten in productietechnologie. Mensen met ervaring met projecten in de hele wereld, die hun productietechnologische kennis onder meer aftappen van fundamenteel onderzoek door de Rheinisch-Westfälische Technische Hochschule Aachen.’ Het IPT is nauw verbonden aan deze grote technische universiteit, zoals alle 69 Fraunhofer-instituten nauw met academische instellingen verweven zijn. ‘Zo ontstaat een doorgaande route van fundamenteel naar toegepast onderzoek naar de industrie’, licht Visnjicki toe.
Snel doorschakelen
Met die forse expertise zijn inmiddels ruim tien audits uitgevoerd. ‘Onze IPT-collega’s in Aken gaan naar de bedrijven toe en geven op de werkvloer hun ogen de kost om de status van de diverse processen, ook de logistieke, helder te krijgen. Op basis daarvan wordt een nieuw ontwerp gemaakt van de supply- en productieketen, een innovatie-roadmap gedefinieerd en een implementatieplan opgesteld. Vanzelfsprekend bepaalt het bedrijf het implementatietempo. Sommige willen zo snel mogelijk doorschakelen. Zoals Lionix-spin-off Phix, dat zo snel mogelijk stappen wil maken in de ontwikkeling van flexibele technologie voor het snel produceren en packagen van kleine series chips van steeds weer andere materialen. IPT ontwikkelt momenteel een demonstrator, een modulair opgebouwd prototype. Die komt hier op de campus te staan, voor Phix en voor veel meer bedrijven met behoefte aan flexibele micro-assemblage technologie.’
‘In de industrie-van-de-toekomst staat fysieke producten maken en verkopen minder centraal’
Andere bedrijven gaan eerst aan de slag met ‘laaghangend fruit plukken’, wat zonder veel inspanning en snel resulteert in een (flinke) verhoging van de flexibiliteit en agility. ‘Bij het implementeren kunnen ondernemingen gebruikmaken van onze onafhankelijke pool van technologische toeleveranciers en omvangrijke kennis over technologieën, supply chains, marktontwikkelingen en wet- en regelgeving’, aldus Visnjicki.
Mindset
Om de transitie te versnellen krijgen bedrijven voor de eerste stap – Industrie 4.0-Audit – financiële ondersteuning via de Innovatievouchers die de provincie Overijssel hiervoor uitgeeft. ‘Ook de basisfinanciering van het FPC komt van de provincie’, wil een dankbare Biba Visnjicki graag kwijt. ‘Bedrijven hebben grote financiële belangen bij een tijdige en solide transitie naar gedigitaliseerde productie. Hebben ze een helder beeld van wat wenselijk of noodzakelijk is, dan zijn ze ook bereid daarin te investeren – en kunnen zij op onze hoogwaardige ondersteuning rekenen.’
Dat het FPC gevestigd is op de Enschedese UT-campus heeft niet alleen met de financiering en de lijnen tussen professor Fred van Houten/UT en Fraunhofer te maken, maar ook met de ‘mindset’ van de universiteit: ‘Niet alleen heb je hier vierhonderd onderzoekers op het gebied van productietechnologie en digitalisering, de universiteit staat er ook helemaal open voor om samen met Fraunhofer Project Center de kennis te verrijken en toepasbaar te maken voor de uitdagingen waarvoor de Nederlandse industrie staat. We zijn hier niet om met wie ook te concurreren, maar om de Nederlandse industrie te helpen en zo de Europese industrie te versterken.’
69 Instituten, 25.000 medewerkers
Het Fraunhofer Project Center for Advanced Manufacturing Technologies and Solutions is een samenwerking tussen de Universiteit Twente (UT), Fraunhofer IPT in Aken en Hogeschool Saxion in Enschede. Het richt zich op productietechnologie, één van de acht kernonderzoeksgebieden van Fraunhofer-Gesellschaft, een van de meest toonaangevende onderzoeksinstellingen ter wereld en sinds de oprichting, in 1949, uitgegroeid tot een organisatie met 69 instituten voor toegepast wetenschappelijk onderzoek en 25.000 medewerkers.