Ondanks een krakende supply chain is fotosensorspecialist Photonis in Roden nog steeds in staat om alternatieven te organiseren. Tot vreugde van de klanten, want de vraag naar onder andere nachtkijkers gaat onverminderd door. Om in de stofarme productieomgeving te kunnen werken zijn handschoenen, mondkapjes en ethanol noodzakelijk. Daarvoor vist het hightechbedrijf in dezelfde vijver als de zorgsector. Plantmanager Rolf Moedt houdt de voorraden met kunst en vliegwerk op peil. ,,We lopen nog niet naar de bouwmarkt voor de tuinhandschoenen, maar als dat de laatste mogelijkheid is doen we dat zeker.’’
Op afstand van elkaar werken is nog het makkelijkst van alle maatregelen. ,,Zolang iedereen maar eenmaal op zijn stoel zit’’, verzucht Moedt. ,,Zodra mensen gaan lopen wordt het spannend. Soms moet je letterlijk je ruimte opeisen om anderhalve meter afstand te kunnen bewaren.’’ Iedereen heeft immers zijn eigen verantwoordelijkheid. Daar wordt een beroep op gedaan. ,,We kunnen nu eenmaal niet bij elke trap en ingang politieagenten neerzetten.’’
Net als in elk bedrijf moeten medewerkers bij Photonis ook wennen aan de nieuwe anderhalve meter samenleving. Het helpt dat een vijfde deel thuiswerkt. Dat gaat volgens Moedt best goed. ,,Op hoogtijdagen werken er zeventig man thuis. We zijn een internationaal bedrijf en gewend om via video te vergaderen. Het thuiswerken ging dan ook bijna vanzelf goed.’’ Met de productie is dat anders. ,,Dat kun je niet vanuit huis doen. Daarom is onze volledige productie op locatie in Roden bezet.’’
Photoniscultuur
Moedt is trots op zijn mensen en overtuigd dat de Photoniscultuur van mouwen opstropen zorgt dat alles tot nu toe goed gaat. Dat lag bij het moeder- en zusterbedrijf in Frankrijk iets anders. ,,Daar bleven direct de eerste week van de lockdown veel medewerkers thuis. Niet omdat ze ziek waren, maar omdat ze het risico niet wilden lopen om ziek te worden.’’ Alsof in Frankrijk werknemers in het algemeen wat angstiger reageren dan hier. ,,Ze vragen daar bijvoorbeeld waarom ze moeten werken als ze de kans lopen om ziek te worden. Die vragen hebben wij niet gehad. Gelukkig is het in Frankrijk weer genormaliseerd en draait de productie voor tachtig procent weer door.’’
Bijeffect
Nu er voorzichtig gedacht wordt aan versoepeling van de maatregelen merkt Moedt dat er ook andere discussies loskomen. Is de globalisering niet te ver doorgeslagen? Moeten we meer lokaal produceren? ,,In Frankrijk gaat het vooral over de eigen autonomie. Of ze bijvoorbeeld voortaan zélf mondkapjes moeten maken.’’ Het bijeffect van deze tijd is volgens Moedt dat er inzicht ontstaat over hoe ver de supply chain nu werkelijk reikt. ,,Daar sta je normaal gesproken niet bij stil. Ik ken het lijstje van landen niet, maar we halen onze spullen echt van over de hele wereld.’’ Een ander bijeffect is het besef dat reizen niet zo noodzakelijk is als altijd gedacht. ,,Alle contacten met klanten en collega’s verlopen nu over het algemeen prima via video. Dat roept de vraag op of het wel noodzakelijk is om met het vliegtuig overal naar toe te gaan.’’ Moedt verwacht hierin een grote verandering. ,,Wereldwijde grote beurzen zijn straks verleden tijd. We gaan veel meer lokaal en regionaal organiseren en minder onnodig vliegen. Vliegtickets waren bizar goedkoop, die tijd komt niet meer terug. Straks is video de eerste keus en wordt er alleen gereisd als het écht noodzakelijk is.’’
Face-to-face
De samenwerking met de andere hightechbedrijven van het ICD staat ook bij Photonis op een lager pitje. ,,We zijn gewoon twee tot drie maanden met onszelf bezig om de boel draaiend te houden. Nu normaliseert het langzaam en krijgen we weer oog voor wat er buiten ons bedrijf gebeurt. Het ICD is een netwerkorganisatie, face-to-face contact is erg belangrijk.’’ Of de samenwerking een rol speelt bij de versoepeling van de maatregelen? ,,We kunnen ervaringen delen en handige praktische dingen van elkaar leren. Maar ja, daar kunnen we elkaar altijd mee helpen.’’ Een grotere rol ziet Moedt niet weggelegd voor de samenwerkende bedrijven. ,,De brancheorganisaties roeren zich al voldoende. Het wordt er niet duidelijker op als ook nog eens onze wensen gaan uiten.’’
Zoenen
Moedt voorziet dat we langere tijd op anderhalve meter met elkaar zullen leven. ,,Kantoortuinen en flexplekken zijn definitief voorbij. Thuiswerken wordt deels een nieuwe norm, zelfs bij bedrijven die medewerkers graag op locatie willen zien om zo controle te houden over wat ze doen.’’ Wat het hem brengt? Bewustzijn op de essentie van waar hij mee bezig is. ,,Bij mij ontstaat er ook een soort rust van back-to-basic. Massaal overleggen doen we al een tijdje niet meer. Misschien moeten we met veel overleggen ook gewoon stoppen. En hebben we straks weer dezelfde files? Of werken we vanuit huis en gaan we om 11.00 uur naar kantoor voor één belangrijke meeting? Vaststaat dat we minder gaan reizen.’’ Benieuwd of het handen schudden ooit weer terugkomt voorziet hij het afscheid van nog een gewoonte. ,,De tijd van elkaar twee zoenen geven is zowel in Nederland als in Frankrijk voorbij.’’