Productie AAF International naar Oost-Europa

0

AAF International, fabrikant van luchtfilteroplossingen, beschikt over productie-, opslag- en distributievestigingen in 22 landen. De vestiging in Nederland is het laatste jaar echter fors afgebouwd. In Emmen beschikte de onderneming over een omvangrijke productieplant waar recent nog meer dan 180 mensen werkten. Eind vorig jaar echter startte een operatie om de productiecapaciteit te verhuizen naar de fabrieken in Letland en Slowakije. In mei zijn de laatste machines overgebracht naar de locaties in Oost-Europa. In Emmen en in Veenoord – de tweede vestiging in Nederland – zijn nu nog ruim dertig mensen werkzaam in de verkoop en administratie. Voor de overige personeelsleden is ‘een regeling getroffen’, die FNV-man Ron Vos eerder duidde als ‘netjes’. Reden voor de verplaatsing is kostenbesparing, bevestigt Dagmar Bos, vice president HR AAF Europe. Maar dat is niet het hele verhaal. ‘Natuurlijk liggen de lonen daar nog substantieel lager. Maar ook telt dat de arbeidsmoraal in de Oost-Europese landen heel goed is. Daar willen mensen vooruit door hard te werken. In ons welvarende Nederland ontbreekt die motivatie nog wel eens. AAF had daar ook wel last van, maar was er zelf ook debet aan. Er had eerder en meer geïnvesteerd moeten worden in de ontwikkeling van de mensen’, constateert ze.

AAF gaat door de sluiting nu van drie naar twee ‘hoofdfabrieken’, wat ‘efficiënter’ is. In Riga staat die voor Scandinavië, in Trencin voor de rest van Europa. Het verhogen van de automatiseringsgraad in Emmen was geen optie: ‘De fabriek hier was behoorlijk verouderd, de fabrieken in Letland en Slowakije zijn of worden moderner. We hebben wel equipment daar naartoe verhuisd, maar die is vooral bron van reserveonderdelen. Het handwerk voor de kleinere batches blijft nodig, maar de productiviteit zal daar hoger liggen, verwachten wij.’

‘Belediging’

Hans Bosma, in de laatste actieve periode (juli 2017 – aug 2018) van de fabriek in Emmen plantmanager van AAF te Emmen wil graag de uitlatingen van Bos ’ten faveure van het personeel corrigeren’. ‘Dagmar geeft in het interview aan dat een hoofdreden voor de verplaatsing kostenbesparing is. Dat is dubieus.  Ten eerste werden er kosten – voor ontwikkeling, opslag en dergelijk – op de fabriek geboekt die daar niet thuishoorden en op die manier werd het beeld gekleurd. Ten tweede was de efficiency in Emmen bijzonder hoog. Zeker twee maal zo hoog als op de locaties (Trencin, Riga) waar nu geproduceerd wordt.’

‘Daarnaast suggereert Dagmar dat de arbeidsmoraal in Emmen lager was. Dat is een flagrante belediging en trap na van de mensen die in Emmen gewerkt hebben. In Emmen liep een fantastische ploeg die geweldig gemotiveerd was ondanks de jarenlange ‘dreiging’ van verplaatsing van de productie. De dag na de mededeling in november 2017 dat de fabriek zou sluiten stond de ploeg om 06.00 uur al weer te popelen om aan de gang te gaan. De nachtploeg is op mijn strikte aanwijzing thuisgebleven want die wilden ook al weer aan de gang. En in de periode tot aan de daadwerkelijke sluiting is er niet 1 moment van rottigheid of sabotage geweest.’ Aldus Bosma, tegenwoordig werkzaam als operations director bij Resato International.

 

Share.

Reageer

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Verified by ExactMetrics