Drie tevreden ogende heren in pak op een rij. De foto is gevoegd bij een persbericht over Hi Delta. Begin deze maand gelanceerd door één van die drie heren, de commissaris van de koning van Zuid-Holland. Hi Delta moet een nieuw cluster van bestaande clusters worden en zo de samenwerking tussen disciplines, organisaties en bedrijven vergroten, de omzet verhogen en – dan komt het – extra banen creëren. Maar liefst 30.000!
Ze komen toch nog steeds met grote regelmaat voorbij: persberichten vol superlatieven over ‘bundelingen van krachten’ om het concurrentievermogen van de (regionale) industrie te verhogen en meer jobs te scheppen. Een voorbeeld daarvan is het investeringsprogramma Nxtgen Hightech van HTSM dat voor de uitvoering uit het Nationaal Groeifonds wil putten. Maar ook het Rotterdamse Cambridge Innovation Center dat het ‘ondernemersklimaat wil versterken’ en TechLeap dat recent nog drie voorstellen deed om met start-ups en scale-ups ‘het economisch herstel’ te bevorderen. Allemaal initiatieven om het industriële ecosysteem te versterken en… werkgelegenheid te creëren.
Maar hét probleem in de industrie is natuurlijk niet de werkgelegenheid, maar de mensen om alle vacatures te vullen. Ook menig ondernemer wil die makke niet zien, of denkt zich sexy genoeg te kunnen profileren om dat schaarse – liefst jonge – technische talent aan te kunnen trekken. Dus kondigen ze hun groeistrategie af met als concrete target een verdubbeling van het personeelsbestand binnen vijf jaar. Met als onvermijdelijk concreet resultaat dat óf dat doel niet gehaald wordt, óf dat collega-bedrijven, die net even te veel waren afgeleid door de waan en de klant van de dag, hun personeel zien vertrekken.
Het faillissement van een concullega of het opdoeken van de Nederlandse divisie door de buitenlandse moeder wordt tegenwoordig in menige directiekamer met heimelijk enthousiasme ontvangen vanwege het daardoor vrijkomende personeel. Ook wordt er arglistig gekeken naar het onbenutte reservoir van 1,6 miljoen landgenoten. Die staan langs de kant met een serieuze lichamelijke handicap, met een leeftijd die een paar jaar geleden allang VUT-gerechtigheid bood of met een uiterst onhandige studiekeuze. In die laatste categorie zouden er in Nederland zo’n 100.000 mbo’ers thuis zitten met in hun bagage een opleiding tot interieuradviseur, medewerker sport en recreatie of dierenartsassistent. ‘Thea Studeert Techniek’ en al die andere, tientallen projecten ten spijt zien de Doekle Terpstra’s hier kansen om van alfa’s bèta’s te maken.
Nu mag je toch aannemen dat al die tevreden ogende heren – CvdK’s, prinsen en andersoortige boegbeelden, die achter deze baanscheppende initiatieven zitten – weten dat ze water naar de zee aan het dragen zijn. Vaak net over de top van hun politieke en bestuurlijke carrière, of in het confronterende besef dat die nooit meer echt van de grond zal komen, zien ze kans zich nog eens te laten fotograferen, glimlachend op een rij, terwijl op de achtergrond de gestage dreun van de subsidiepompen is te horen.
Daarom in de uitgave van Link Magazine die deze week verschijnt aandacht voor een andere, veel relevantere mantra dan ‘banen creëren’: digitalisering. Als antwoord op de centrale vraag in het thema: ‘Ook het mkb moet Parijs halen. Hoe?’ Want dat nieuwe, circulaire businessmodel is alleen uit te rollen en dat gevecht tegen het laagste-prijs-adagium is alleen te winnen door te digitaliseren. Dat het ook een antwoord is op de arbeidsmarktkrapte is dan mooi meegenomen.
Martin van Zaalen
Hoofdredacteur Link Magazine
@MartinvanZaalen
#linkmagazine