Porthos eindelijk van start: ‘Nieuw is dat we CO2 verpompen en dat dat juist een gasveld íngaat’.

0

Afgelopen najaar kwam dan eindelijk het groene licht, zowel in juridisch opzicht als financieel. Sindsdien is de joint venture Porthos, samen met vijf hoofdaannemers, voluit bezig met de eindengineering en de bouwvoorbereiding van het CO2-transport- en ondergronds opslagsysteem. In de eerste helft van 2026 moeten de eerste tonnages het lege gasveld onder de Noordzee ingepompt worden. Natuurlijk om de klimaatdoelen te halen, maar ook om de grote uitstoters in Europa te houden.

Bouw Europees-gesteunde grootschalige onderzeese CO2-opslag Porthos eindelijk van start

De organisatie ademt nog het kwartier maken. Aan de buitenkant van het grote roodstenen kantoorverzamelgebouw aan de oostkant van Rotterdam is nog nergens te lezen dat ook Porthos (Port Of Rotterdam Transport Hub and Offshore Storage, maar ook de naam van één van de Drie Musketiers) hier gevestigd is. Op de vijfde verdieping is – ‘voor nu even’ – een flinke zaal in gebruik, met al gauw zo’n honderd, op dat moment vooral lege werkplekken, wat fantasieloos in rijen opgesteld langs de ramen. ‘Binnenkort verhuizen we naar de etage hierboven’, vertelt Mark Driessen die rekent daar een meer inspirerende werkplek te krijgen. Hij is het afgelopen najaar door zijn werkgever Havenbedrijf Rotterdam bij Porthos gedetacheerd, als teamleider omgeving en communicatie. Ook bij het gesprek aanwezig is Michiel Goosens, als contractmanager gedetacheerd door inkoop- en contractadviesbureau Aratis. Inmiddels hebben zij ruim honderd collega’s, vooral werkvoorbereiders. Nu de realisatiefase aanbreekt wordt dat personeelsbestand de komende maanden snel verder uitgebreid. Tegen de tijd dat het project gereed moet zijn – medio 2026 – zal vooral beherend personeel instromen.

1,3 miljard

Dat project is de ontwikkeling en bouw van een groot CO2-transport- en ondergronds opslagsysteem, alom geduid met de afkorting CCS (carbon capture and storage). In augustus vorig jaar bepaalde de Raad van State dat het gebouwd mocht worden. Dit in uitspraak op een zaak die milieuorganisatie MOB had aangespannen omdat de aanleg met teveel stikstofuitstoot gepaard zou gaan. De Raad oordeelde dus anders waarop Havenbedrijf Rotterdam, EBN en de Gasunie – de participanten in de joint venture die Porthos is – besloten te investeren in het systeem. In totaal is er 1,3 miljard euro mee gemoeid, beduidend meer dan bij de start in 2017 begroot, een stijging die Goosens vooral wijt aan de vertraging opgelopen door beroepszaak plus de forse inflatie. Van die 1,3 miljard is 102 miljoen Brusselse subsidie, onder de noemer Project of Common Interest. Voorts stimuleert de Nederlandse overheid de bouw door de toekomstige gebruikers – Air Liquide, Air Products, ExxonMobil en Shell – een subsidie van maximaal 2 miljard euro te verstrekken als de ETS-marktprijs voor een ton CO2 te laag is om die rendabel te laten opslaan. ‘Afgelopen najaar lag die rond de 80 euro. Bij die prijs hoeft er waarschijnlijk niet of nauwelijks subsidie bij. Nu ligt die op 57 euro en dan zou dat wel nodig zijn’, meldt Driessen tijdens het interview begin maart.

Het behalen van de planning is stevig dichtgetimmerd in de contracten die met de aannemers gesloten zijn en dus primair hun verantwoordelijkheid. ‘Maar we zien het als een gezamenlijke verantwoordelijkheid de planning te halen’, duidt Michiel Goosens. Rechts Mark Driessen

Nieuw: gasveld in

Het eerste werk aan de CCS dateert al van juni 2017, maar nu kan er door de uitspraak van de Raad van State en de investeringsbeslissing van de joint venture dus eindelijk full swing gewerkt worden aan de uitontwikkeling en de bouw zodat het systeem in de eerste helft van 2026 operationeel is. Dan moet er jaarlijks 2,5 miljoen ton CO2 in gasvelden ruim 3 kilometer onder de Noordzeebodem worden opgeslagen, tot die na 15 jaar met 37 miljoen ton vol zitten. Het vergt een onshore-leiding, een koelwaterpompgebouw, een compressorstation, een offshore-leiding en het aanpassen van een bestaand productieplatform. ‘Op zich niets nieuws’, duidt Driessen. ‘Gas comprimeren en verpompen door leidingen wordt al vele jaren gedaan. Nieuw is dat we CO2 verpompen en dat dat juist een gasveld íngaat.’

Gedrag afwachten

In zijn oorspronkelijk staat bestond het gasveld uit poreus gesteente met in de gaatjes aardgas, onder een druk van ongeveer 350 bar. Tijdens de gaswinning is dat weggepompt en is zodoende de druk verlaagd. Straks wordt er CO2 teruggepompt, onder een druk van – maximaal – 310 bar. ‘Wat we niet precies weten’, licht Driessen toe, ‘is hoe dat gas en dat gesteente zich dan gaan gedragen. Dus gaan we de druk straks geleidelijk aan opbouwen, zodat we goed kunnen monitoren.’

Ook speelt dat de CO2 afkomstig is van vier verschillende gebruikers die het gas allemaal net een andere samenstelling meegeven. ‘Het is voor minimaal 98 procent CO2, maar de precieze samenstelling is, afhankelijk van de gebruiker, steeds net anders. Hoe die verschillende soorten CO2 zich samen gedragen is ook afwachten. Want een project als dit is nog nergens in de wereld gedaan. Daarom hebben we uit het oogpunt van veiligheid en zekerheid behoorlijk strenge specificaties opgesteld’, aldus Driessen. ‘Daarom heeft in alle specificaties aan alle hoofdaannemers de veiligheid topprioriteit, zowel tijdens de bouw als de operatie na de oplevering’, benadrukt Goosens in aanvulling.

Vijf hoofdaannemers

Er zijn vijf main contractors – in casu winnaars van de Europese aanbestedingen die Porthos heeft uitgeschreven. Het Italiaanse Bonatti gaat het compressorstation bouwen dat op de Tweede Maasvlakte zijn plek krijgt. Het Nederlandse Van der Ven heeft getekend voor de bouw van het koelwaterpompgebouw dat er op een halve kilometer vanaf komt te staan, aan het water want de koelvloeistof in kwestie is zeewater. Het Belgisch DeNys gaat de onshore leiding aanleggen, over een afstand van ruim 30 kilometer, vanaf Pernis dwars door de drukke Rotterdamse haven. Allseas gaat de offshoreleiding aanleggen naar het gasveld 21 kilometer uit de kust. Het Duitse @LMRDrilling ten slotte verricht het boorwerk onder de harde zeewering op de Maasvlakte waar de leiding van land overgaat in de zee.

Verschillende contractvormen

Met de vijf hoofdaannemers wordt op verschillende manier samengewerkt, schetst contractmanager Goosens. ‘Met Van der Ven is een in Nederland gangbare aannemingsovereenkomst afgesloten op basis van Uniform Administratieve Voorwaarden, UAV 2012. Het koelwatersysteem heeft Porthos zelf ontworpen. Deze aannemer is er om het werk precies volgens dat bestek uit te voeren. Heel traditioneel dus. Natuurlijk is er voor de voorbereiding van de bouw detailengineering nodig. Die doet Van der Ven, in goed overleg moet ons.’

De afspraken met Bonatti voor het compressorstation zijn gemaakt overeenkomstig de internationale FIDIC Yellow Book-standaard van de Fédération Internationale des Ingénieurs-Conseils. ‘In dat geval hebben wij alleen de functionele specificaties en een deel van het ontwerp gemaakt. De verdere uitwerking van het ontwerp laten we aan deze aannemer. Bonatti ontwerpt en bouwt vaker compressorstations voor de olie & gassector vaker en dus willen we graag zoveel mogelijk van hun kennis gebruik maken.’ De realisatie van dat ontwerp vindt plaats in nauwe samenspraak met Porthos. ‘Daarover is dagelijks contact. Dan gaan we samen met hen met een stofkam door de gemaakte contractuele afspraken en hun ontwerpwerk, om te discussiëren over waar het niet synchroon loopt’, aldus Goosens.

Omdat het werk van Bonatti en Van der Ven in feite één groot systeem vormt, waarin het Italiaanse deel dus zorgt voor de compressie en het Nederlandse deel voor de koeling van dat proces, hebben beide partijen in een ‘coördinatie-overeenkomst’ met Porthos ook getekend voor de onderlinge afstemming. ‘Er wordt wekelijks overlegd, opdat we zeker weten dat beide delen optimaal op elkaar aansluiten.’

Link magazine special 2024: The Dutch High-Tech Industry and the European Ecosystem: stronger together. Read this edition digital.

Weinig ruimte

Ook DeNys heeft zowel een ontwerp- als een bouwopdracht, in dat geval vervat in de in Nederland gebruikte vorm van het UAV Geïntegreerd Contract. De uitdagingen voor de Belgische aannemer zijn groot. Voor een buitenstaander mag de Rotterdamse haven dan groot en ruim opgezet lijken, de insider weet dat het er druk en vol is, boven- én ondergronds. Er liggen al heel veel leidingen. Ook de aanleg van een grote waterstofleiding is gestart, als onderdeel van het Nederlandse, nationale waterstofnetwerk. Driessen: ‘Die gaan allemaal door een sleuf waar die van ons – met een diameter van 1 meter – nog nét bijpast. Er moeten krappe bochten genomen worden en tunnels worden geboord onder snelwegen en spoorlijnen. Ook voor de aanleg zelf is weinig ruimte. We hebben daarom gekozen voor een modulair systeem.’ Dat betekent dat leidingdelen van 20 meter in een fabriek geproduceerd worden en niet op de bouwplaats zelf. ‘Dat zorgt voor een betere kwaliteitsbeheersing en snellere aanleg, met minder mensen en materiaal ter plaatse, met minder hinder voor de omgeving en meer veiligheid voor de werklui.’

Ook met Allseas en LMR zijn gestandaardiseerde contracten afgesloten, respectievelijk een LOGIC-contract (Leading Oil and Gas Industry Competitiveness) en een HbR Design & Construct contract.

Internationale supply base

De klus die Allseas heeft toebedeeld gekregen is op papier minder tijdrovend. Naar verluidt kan de Delftse pijplegspecialist de 21 kilometer offshore-leiding in een tijdbestek van zo’n vier maanden leggen. Dus zal het halen van de laatste mijlpaal in het voorjaar 2026 vooral van andere factoren en partijen afhangen, realiseren de twee mannen zich.

Het moeten behalen van de planning is stevig dichtgetimmerd in de contracten die met de aannemers gesloten zijn en dus primair hun verantwoordelijkheid. ‘Maar we zien het als een gezamenlijke verantwoordelijkheid de planning te halen’, duidt Goosens: ’Dit is een scheduled driven project. Vertragingen kunnen altijd ontstaan, maar penalty’s uitdelen is niet onze drijfveer. Porthos is wil het werk samen met de aannemers uitvoeren op basis van een evenwichtige risicoverdeling.’

Om vertragende sourcingsperikelen voor te zijn, zijn al voordat de bouw van de CCS definitief groen licht kreeg kritische delen besteld, waarbij de overheid zich garant heeft gesteld. De klantspecifieke compressoren en de transformatoren zijn door Porthos zelf aangevraagd, respectievelijk bij het Duitse MAN en Portugese EFACEC. Voor andere zaken kunnen de aannemers hun eigen supply base aanspreken. ‘Op voorwaarde dat uitsluitend gerenommeerde, bekende partijen wordt ingekocht. Nee, Bonatti heeft zijn supply base niet alleen in Italië. Er komt veel uit Duitsland, Oost-Europa… Van der Ven heeft de nodige leveranciers juist in Italië’, duidt Goosens het internationale karakter van de toelever-ecosysteem.

De-industrialisatie van Europa tegengaan

‘De Rotterdamse haven is allang niet meer de grootste van de wereld, maar wel de meest servicegerichte haven. Met de CCS wordt het servicepakket verder uitgebreid’, aldus Driessen. En het haakt ook aan op actuele maatschappelijke vraagstukken. Natuurlijk omdat de opslag direct de klimaatdoelen dient, maar ook omdat het de de-industrialisatie van Europa kan tegengaan. Door de relatief hoge reductiedoelen en de hoge energie- en CO2-prijzen neigen/dreigen energie-intensieve bedrijven naar elders te trekken. Behoefte is er genoeg. Alleen al in het Roergebied zitten bedrijven met een CO2-emissie van naar schatting 40 tot 50 miljoen ton per jaar. Maar met de opslag van de 2,5 miljoen ton CO2 per jaar van de vier klanten zit Porthos al vol. Dus heeft zich inmiddels een tweede megaproject aangediend: Aramis, vernoemd naar één van de andere Drie Musketiers. Het CCS-project in de Amsterdamse haven, vernoemd naar de derde, Athos, is eerder juist on hold gezet toen Tata Steel in IJmuiden besloot te switchen naar waterstof.

Share.

Reageer

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Geverifieerd door ExactMetrics