De zorgsector komt moeilijk aan mensen en dat probleem zal de komende jaren alleen maar groter worden. Om toch voldoende zorg te kunnen bieden, zijn technologische innovaties nodig. Philadelphia Zorg wil die graag, als launching customer, helpen uitontwikkelen, maar heeft geen budget om de kosten – die jaren voor de baat uitgaan – te financieren. De instelling zoekt daarom naarstig naar een cocreërende industriële partner voor de lange termijn.
‘We besparen 21 minuten, maar dat vertaalt zich nog niet in minder fte’s’
‘Ik zoek er letterlijk elke dag naar’, verklaart Jeroen van de Pas. ‘De bèta-versie hebben we al, nu nog een partij die de industrialisatie op zich wil nemen.’ Het blijkt te gaan om een medicijndoosje dat de cliënt van zorginstelling Philadelphia automatisch waarschuwt als die een pil moet innemen. ‘Een tijd geleden heb ik deelgenomen aan een van jullie rondetafels’, vertrouwt hij de Link-journalist toe, ‘en zo’n meeting zou me weer goed van pas komen, met mensen uit totaal andere omgevingen van wie je ontdekt dat je heel veel voor elkaar zou kunnen betekenen.’ Maar van dergelijke netwerkmeetings is momenteel weinig sprake. Sterker nog, voor de interviewafspraak is de bestuurder speciaal van huis naar kantoor getogen, want sinds enkele dagen werkt al het kantoorpersoneel weer thuis.
Verkeerd beeld
Een meer structurele complicerende factor, onderstreept Suzanne Leijendekkers, directeur Innovatie & Projecten, en ook aangeschoven aan de grote tafel in de werkkamer van Van de Pas, is dat veel industriële bedrijven een verkeerd beeld hebben van zorgorganisaties. ‘Vaak wordt gedacht dat wij genoeg geld hebben om alle pilotkosten voor onze rekening te nemen en kosteloos veel tijd kunnen steken in de overdracht van onze kennis van de zorgpraktijk. Maar zo werkt het helaas niet. Wij staan open voor allerlei technologische innovaties, maar onder de streep moeten ze ons geen extra geld kosten.’
Keiharde noodzaak
Die bereidheid om nieuwe technologie in de zorgprocessen op te nemen, is ingegeven door een keiharde noodzaak, maakt Van de Pas duidelijk: ‘De zorg komt moeilijk aan mensen, zelfs nu in de coronacrisis. De komende jaren verwachten we daarom dat zo’n 20 procent van ons personeelsbestand door natuurlijk verloop verdwijnt. Met de resterende 80 procent zullen wij hetzelfde aantal cliënten moeten ondersteunen en verzorgen. Dat kan alleen met technologische innovaties. Inmiddels hebben we ondervonden dat die eerst alleen maar extra budget kosten en geen besparingen opleveren. Wij zoeken daarom een innovatiepartner die zijn marge op het nieuwe product met ons wil delen, totdat wij uit de ontwikkelkosten zijn.’
‘De cliënt voelt zich door de robot zelfstandiger’
Vier pijlers
In dat geval heeft de innovatie voor Philadelphia ‘organisatiewaarde’, duidt Leijendekkers, één van de vier pijlers onder het innovatiebeleid van de Amersfoortse zorginstelling. ‘Verder zien we graag dat een technologische vernieuwing ook van waarde is voor medewerkers en cliënten en dat deze de kwaliteit van de zorg verhoogt.’ Een goed voorbeeld is de slimme ‘inco’, incontinentiemateriaal voorzien van sensoren die de verzadigingsgraad in de cellulose meten en bij het bereiken van een bepaald niveau een alarm afgeven.
Precies op tijd
Het innovatietraject is doorlopen met de Deense fabrikant Abena en de Amerikaanse start-up MediSens Wireless. Philadelphia leverde de praktijkkennis en de pilotomgeving, Abena deed de industrialisatie en MediSens ontwikkelde de sensoren, de interface en de benodigde besturingssoftware. De zorgorganisatie gebruikt die inco’s – ze duiden met ‘luiers’ ligt ‘gevoelig’ – en ervaart veel voordelen: ‘Voorheen werden cliënten op een vaste tijd verschoond, nu alleen als het nodig is. Dat scheelt zeker één verschoning per dag. Ook al hebben veel van onze cliënten een laag bewustzijn, ook zij vinden het niet prettig te worden verschoond. Daarnaast is het voor de medewerker dikwijls een stevige fysieke inspanning. Per cliënt per dag scheelt het 21 minuten, tijd die nu besteed kan worden om met hem of haar leuke dingen te doen. Verder kan het huidirritatie voorkomen, omdat steeds precies op tijd verschoond wordt.’
Geen hoger tarief
De slimme inco biedt dus waarde voor de medewerker en de cliënt, en verhoogt de zorgkwaliteit. Alleen de organisatiewaarde is nog niet goed ingevuld, stelt Van de Pas: ‘We besparen weliswaar tijd, maar dat vertaalt zich nog niet in minder fte’s. De Nederlandse Zorgautoriteit biedt nog geen hoger tarief voor de hogere kwaliteit die we nu leveren. Dus hebben we in Abena een cocreërende partij, niet als leverancier maar als partner voor wie wij de rol van launching customer vervullen, die ons meer geeft dan wat korting op materiaal dat vanwege de technologie sowieso duurder is. Zo kunnen wij onze investering terugverdienen.’
Social robots
Anticiperend op de ‘80 procent-toekomst’, zet Philadelphia verder de sociale robot in. Inmiddels zijn zes van deze ‘Phi’s’ aangeschaft, met name om thuiswonende cliënten te begeleiden en gezelschap te houden, als vervanger van een verzorger of het netwerk dat vaak kwetsbaar is, zeker bij het ouder worden. De zesde robot is net binnen en zit nog in de doos, de andere vijf zijn ‘uit logeren’, vertelt Leijendekkers. ‘Die helpen de cliënt bijvoorbeeld om ’s morgens wakker te worden en de dag te beginnen. En om ’s middags bij terugkomst van de dagbesteding z’n verhaal te doen en weer rustig te worden.’ De instructies en reminders worden nu nog gegeven via een scherm op de buik van de robot, straks ook in gesproken woord, zodat de cliënt niet hoeft te kunnen lezen. ‘De cliënt voelt zich door de robot zelfstandiger, heeft meer zelf de regie. De robot biedt ook gezelligheid. Zelfs cliënten met familie en vrienden om zich heen ervaren geregeld eenzaamheid en vinden het echt jammer als de robot na de proef weer vertrekt.’
Robuuste software
The Innovation Playground uit Nederweert heeft de software van de interface ontwikkeld. Robuuste software die medewerkers, zonder kennis van programmeren, kunnen aanpassen aan de wensen van een cliënt. En die idealiter straks niet alleen draait op de Pepper-robot die als eerste is aangeschaft, maar ook op bijvoorbeeld de Sanbot, iPal en Nao die daarna zijn binnengekomen. Alle sociale robots binnen Philadelphia, ongeacht het merk, worden Phi’s genoemd.
Van de Pas: ‘Binnen twee jaar zou ik er graag tweehonderd willen hebben, om zo veel mogelijk van onze thuiswonende cliënten te voorzien en zo medewerkers te ontlasten. We hebben echter geen budget voor een dergelijke investering. Daarom zoek ik ook daarvoor een industriële partij die met ons een echt partnership zou willen aangaan, voor de lange termijn.’
Philadelphia Zorg
De Stichting Philadelphia Zorg, met ruim 7.000 medewerkers, ondersteunt ruim 8.600 cliënten. Een deel van hen is, in uiteenlopende gradaties, verstandelijk en/of lichamelijk beperkt, en woont of werkt op een van de 530 locaties verspreid over het land. Een ander deel woont zelfstandig en krijgt thuis ondersteuning bij het doen van het huishouden en het structureren van dag. Van het jaarbudget (2019: 475 miljoen euro) wordt 2 procent gereserveerd voor innovatie. Ruim een kwart daarvan wordt besteed aan technische innovatie, de rest is nodig om die nieuwe technologieën goed bij medewerkers en cliënten te laten landen.