Fred van Vliet, directeur van Rheinmetall MAN Military Vehicles (RMMV) Nederland, is terughoudend over Smart Base. De ruimte in de Europese aanbestedingsregels 2009/81/EG, waar Hans Damen op doelt, staat in artikel 346. Dat stelt dat aanbestedingen van militaire producten of diensten die wezenlijk zijn voor de nationale veiligheid, nationaal mogen worden aanbesteed. ‘Maar stel dat een onderneming voor eigen risico meedenkt over en meeontwikkelt aan bijvoorbeeld een drone. Als Defensie besluit die drone te gaan aanschaffen, moet er volgens artikel 346 een zeer gedetailleerde specificering van die drone gepubliceerd worden. Vervolgens kan elke Nederlandse dronebouwer de ip die daarin besloten ligt tot zich nemen en een aanbieding doen. Terwijl degene die voor eigen risico heeft meeontwikkeld gewoon in de rij moet aansluiten, omdat weer andere aanbestedingsregels voorschrijven dat meedingen is uitgesloten voor bedrijven met voorkennis. Veel beter zou zijn slechts een zeer beknopte beschrijving van de functionaliteit van die drone te publiceren.’ Dat dan die meeontwikkelende dronebouwer de meeste kans maakt, vindt Van Vliet alleen maar fair.
Wel is de RMMV-directeur te spreken over het convenant dat Thales, KraussMaffei, Van Halteren Metaal, RMMV en Scania in 2012 met de Landmacht sloten. ‘Dat heeft geleid tot regels over hoe de industriële bedrijven en de Landmacht met elkaar omgaan. Niet tot betere contracten, maar wel tot betere contacten.’ Dat ‘Land Maintenance Initiative’ heeft gezorgd voor een veel opener communicatie tussen die partijen. ‘Wij hebben een veel beter inzicht in hun planning: welk type missies en welke wapensystemen daarvoor precies nodig zijn. Dat heeft onder meer geleid tot onze studie naar welke wapentechnische aanpassingen nodig zijn om onze Boxer geschikt te maken voor Mali. Anderzijds weet de Landmacht nu veel beter voor welke technologie en service ze bij wie het best terecht kunnen.’ Daar zijn overigens nog wel stappen in te maken, aldus Van Vliet. ‘Het onderhoud aan bijvoorbeeld de Boxer verloopt veel efficiënter als we dat samen uitvoeren, zodat we onze kennis van het voertuig combineren met hun operationele kennis. Daar staat natuurlijk tegenover dat Defensie voor dat onderhoud al personeel op de loonlijst heeft staan.’ Uitbesteden zou dan dus personele consequenties hebben, begrijpt Van Vliet. Maar uitwisseling of overname van personeel moet wel ‘bespreekbaar worden’. De acht weken durende uitwisseling van onderhoudspersoneel voor de Boxer ziet hij als een eerste goede stap.