Shell heeft een ambitieuze investeringsagenda als het om haar raffinaderij in Pernis gaat. Door de bouw van een Solvent Deasphalter (SDA) kunnen zwaardere fracties uit aardolie verwijderd worden, zodat een groter deel van de olie verwerkt kan worden tot lichtere, hoogwaardige producten. Voordat deze innovatieve unit later dit jaar vol in werking gaat, moeten de gigantische installaties nog wel even op hun plek gezet worden. Een kolfje naar de hand van het Rotterdamse heavy lift- en breakbulkcluster.
Shell Pernis is het grootste geïntegreerde raffinagecomplex in Europa en bekleedt daarmee een sleutelpositie in de Europese markt. “Het belangrijkste van deze grote investering in de SDA-unit is dat we meer schone producten maken uit een vat olie”, aldus Jos van Winsen, general manager van Shell Pernis. “Door de verwijdering van asfalt uit een stroom aardolieproducten kunnen in andere fabrieken meer lichtere, hoogwaardige producten, zoals benzine en diesel, worden gemaakt. Daarmee vergroten we de flexibiliteit van de raffinaderij, terwijl tegelijkertijd de milieubelasting van het productportfolio afneemt.”
Flatgebouw
“De keuze voor Rotterdam lag daarbij voor de hand”, voegt Arthur de Leeuw, commissioning & start-up manager van het SDA-project Shell Pernis toe. “Onder andere door de hele goede logistieke verbindingen die er zijn, zowel over water als over land.” En die kwamen dan ook goed van pas. De SDA bestaat namelijk uit tien modules, elk ter grootte van een aardig flatgebouw, die over zee naar Rotterdam werden getransporteerd.
Stabiliteit
“Met dat transport, inclusief alle voorbereidingen zijn we ruim anderhalf jaar bezig geweest”, blikt Leon van Veenendaal, operations manager van Agility Project Logistics terug. “Met name qua stabiliteit is het een uitdagende klus. Met afmetingen van dertig meter hoog, 35 meter lang en veertien meter breed zijn de units heel hoog en smal. Dankzij de goede samenwerking binnen het Rotterdamse heavy lift- en breakbulkcluster is het project echter vlekkeloos verlopen.”
Mentaliteit
Rolldock zorgde voor het transport per schip, Mammoet uit Schiedam nam het laatste stuk over land voor haar rekening en Agility zorgde voor de algehele coördinatie. “Dan zie je goed in de praktijk wat een fantastische breakbulkhaven Rotterdam eigenlijk is”, aldus Van Veenendaal. “Niet alleen zijn de kades geschikt en zijn alle kennis en equipment voorhanden, maar je merkt gewoon dat hier de juiste mentaliteit heerst om dit soort megaprojecten tot een goed einde te brengen. Ik ben echt trots op de samenwerking en het resultaat.”
Bron: Shell, Agility, HbR