Na een bouwperiode van een jaar is de Clean Manufacturing Facility (CMF) van industrieel dienstverlener ERIKS in Alkmaar op 21 november officieel geopend. Met klanten uit de semiconductor-, voedingsmiddelen- en farmaceutische industrie en sprekers van Heineken, ASML en ERIKS werd de visie op en het belang van schoon produceren en een goede ketensamenwerking uitvoerig besproken. Sander Splinter, algemeen directeur bij ERIKS: ‘Hiermee kunnen we onze klanten nog meer maatwerk en toegevoegde waarde bieden.’
– ERIKS ontwikkelde zich de afgelopen jaren van leverancier naar probleemoplosser.
– ‘Onze oplossingen moeten leiden tot minder kosten voor de klant.’
– De CMF beslaat twee verdiepingen en omvat in totaal meer dan 1.000 vierkante meter.
– ‘De vraag naar schoon geproduceerde en schoon verpakte artikelen en producten neemt toe’
– ‘Als het niet lekker loopt, moet je eerst naar jezelf kijken’
Vraag naar schone productie neemt in steeds meer industrieën toe
De Clean Manufacturing Facility, waar producten onder beschermende omstandigheden worden geassembleerd en verpakt – waarover straks meer –, was, zoals Splinter het tijdens de opening verwoordde, ‘een grote stap voorwaarts’ voor ERIKS.
Het Alkmaarse bedrijf is van oorsprong een industrieel toeleverancier. ERIKS levert nog altijd, al dan niet uit eigen voorraad, zo’n 900.000 verschillende producten aan de ruim 90.000 klanten wereldwijd. Maar de afgelopen jaren heeft het bedrijf zich volgens Splinter ontwikkeld van leverancier naar probleemoplosser. De trefwoorden daarbij, zo zei de directeur vorig jaar in Link Magazine, zijn maatwerk en co-engineering: ‘Door vroegtijdig mee te denken, kunnen we de focus leggen op het verlagen van de total cost of ownership, de tco. Onze oplossingen moeten leiden tot minder kosten voor de klant. Ik ben ervan overtuigd dat daar een deel van onze meerwaarde zit. We hebben veel kennis van en ervaring in de industrie, en we weten hoe we de klant met de juiste producten en toepassingen kunnen ontzorgen.’
Capaciteitsuitbreiding
Omdat die klanten steeds vaker vroegen (en vragen) om schone producten en schoon verpakte producten, past de komst van de schone productiefaciliteit in de strategie van ERIKS, aldus Splinter. Of eigenlijk een nieuwe CMF, want er was al jaren een cleanroom in het pand in Alkmaar. Die werd te klein, waarna er een jaar of drie geleden besloten werd tot de bouw van een nieuwe faciliteit.
‘De relatie tussen de machinebouwers en hun toeleveranciers wordt steeds belangrijker’
Een deel van de productielocatie is daarvoor uitgeruimd en vrijgemaakt. Daar werd het afgelopen jaar een strak en glimmend pand opgebouwd. De eerste paal werd op 26 november vorig jaar geboord. De CMF – met name bedoeld voor de klanten uit de food, farma en de semicon – beslaat twee verdiepingen en omvat in totaal meer dan 1.000 vierkante meter. Op de begane grond is de zogeheten schone productie gehuisvest en op de eerste verdieping de feitelijke cleanroom van zo’n 320 vierkante meter. ‘Een knap staaltje werk’, meent directeur Splinter. ‘Ga maar na: we moesten de ruimte herinrichten en de faciliteit bouwen, terwijl alle bestaande productie en logistiek gewoon door moest draaien. En dat is goed gelukt.’
Schone productie en cleanrooms
De CMF is, zo blijkt tijdens de uitgebreide rondleiding, met zijn 1.000 vierkante meter echt groot: een aantal zeer ruime vertrekken, met veel licht, veel apparatuur en medewerkers in beschermende kleding die druk aan het werk zijn. In alle ruimtes wordt er overdruk gecreëerd, zodat er nooit vervuilde lucht van buiten naar binnen kan komen. En er zijn sluizen die als ‘tussenstop’ dienen voor de medewerkers. Op de begane grond wordt de lucht tien keer per uur helemaal ververst, op de eerste verdieping maar liefst veertig keer. De gehele CMF is ISO-klasse 6 gecertificeerd.
Pakkingen plotten
De begane grond is, zoals gezegd, ingeruimd voor de schone productie. Zo is er een ruimte voor de productie van rvs-slangen, voorzien van een lasrobot en meerdere orbitaal lasmachines om volgens de laatste ISO-normen te kunnen lassen. En er is een ruimte voor de assemblage van PTFE- en rubber slangen, maar ook een ruimte waar voedselveilige pakkingen worden geplot. Voor de semicon-, farma- en voedingsmiddelenindustrie worden – in weer een aparte ruimte – uiterst gevoelige afdichtingen en rubber- of metaalcomponenten geproduceerd.
Op de eerste verdieping bevinden zich de echte cleanrooms. Hier worden producten (al dan niet beneden geproduceerd) 100 procent schoongemaakt en verpakt. Dit kan op twee manieren: via de natte cleanroom worden slangen volledig schoongespoeld in verschillende ultrasoon baden (tot maximaal ISO-klasse 2), in ovens gedroogd om vervolgens naar de droge cleanroom te gaan. Of producten, zoals rubber en rubber- of metaalcomponenten, gaan rechtstreeks naar de droge cleanroom. Alle producten worden verpakt in speciale transparante of roze plastic cleane zakken, voorzien van stickers met klantspecifieke productinformatie. Zo zijn ze klaar voor verzending naar de klant en daar direct inzetbaar.
Opening met relaties en sprekers
Tijdens de officiële opening op 21 november zijn er verschillende speeches van zowel klanten als van experts van ERIKS zelf. Om te beginnen algemeen directeur Sander Splinter, die een toelichting geeft op de ontwikkeling van ERIKS tot multi-productspecialist. ‘We leveren al jaren werktuigbouwkundige producten aan de industrie. Voor een deel zijn en blijven dat natuurlijk standaardproducten, maar wij zijn ook in staat zelf producten te engineeren, hier in huis te produceren – en we kunnen zelfs samen met onze klanten nieuwe producten ontwikkelen en maken.’
ERIKS gebruikt volgens Splinter zijn kennis en ervaring ook om de kosten van de klant te verlagen. ‘Bijvoorbeeld door de juiste producten te gebruiken, met een langere levensduur, met een beduidend lager energieverbruik en minder ongeplande uitval.’
Elimineren van verspilling
Sjoerd Houtman, sales director bij ERIKS, heeft het tijdens het lezingenprogramma over een nieuwe kijk op schone productie onder de titel ‘Lean in Clean’. Dat zijn niet zomaar buzzwords, meent Houtman. ‘Lean heeft te maken met het creëren van waarde en het elimineren van verspilling. Clean heeft betrekking op de reinheid van producten, zowel wat betreft voedselveiligheid als wat betreft zaken als fijnstof.’
Het zijn aspecten die steeds meer klanten van ERIKS aangaan, merkt Houtman. ‘In steeds meer industrieën neemt de vraag naar schoon geproduceerde en schoon verpakte artikelen en producten toe. De komst van onze nieuwe faciliteit zorgt ervoor dat we aan die vraag kunnen voldoen. We nemen onze klanten de complete schone productie uit handen, maken hun processen efficiënter en proberen hen volledig te ontzorgen.’
Continue productverbeteringen
Dennis Boeijer, businessunitmanager sealing & polymer technology bij ERIKS, benadrukt in zijn speech de voordelen van technische ontwikkelingen als co-engineering en additive manufacturing. Voor elke klant is er maatwerk nodig voor de juiste oplossing, zo zegt hij. En dat maatwerk komt het beste tot stand als ERIKS en de klant vanaf het begin samenwerken – en als er vervolgens ook snel kan worden geschakeld.
Daarmee, met dat samenwerken, snijdt Boeijer een thema aan dat één van de rode draden van de dag is. Zonder samenwerking geen succes, klinkt het in bijna elke presentatie en toespraak. Boeijer daarover: ‘We zien dat de relatie tussen de machinebouwers en hun toeleveranciers in de keten, zoals ERIKS, steeds belangrijker wordt. Een goede samenwerking is cruciaal, en daarvoor moeten we de processen in de keten zo optimaal mogelijk op elkaar afstemmen.’
‘Continue verbetering vraagt om een andere organisatiecultuur’
Aan het ‘traditionele drietrapstraject van ontwikkeling, productintroductie en serieproductie’ wil Boeijer – zo zegt hij – graag een fase toevoegen: de continue verbetering. Dat betekent in zijn ogen dat een product of ontwerp telkens aangepast en verbeterd wordt – onder andere met technologieën als rapid prototyping, additive manufacturing en 3D-printing. ‘Dat is in onze optiek de enige manier om goede producten te kunnen blijven leveren. Het vraagt wel om een andere organisatiecultuur, zowel bij ERIKS als bij de klant. Je moet willen blijven leren, je moet snel kunnen omschakelen en de lijnen zo kort mogelijk houden.’
Partnership belangrijk
En dan is het podium voor Wim Waeghe, vice president strategic sourcing bij ASML, één van de klanten van ERIKS. Hij reageert op een aantal vragen van dagvoorzitter Pauline de Wilde en op vragen uit de zaal. En ook die vragen gaan voor een groot deel over het belang van een goede samenwerking. ASML heeft op het moment zo’n 25.000 werknemers – en dat zijn er maar liefst 10.000 (!) meer dan een jaar of vijf geleden. Zo’n groei trekt ook een zware wissel op de relatie met de toeleverancier, zegt Waeghe. ‘Het is en blijft voor ons de uitdaging de best mogelijke machine te ontwikkelen en tegelijkertijd steeds te blijven voldoen aan de verwachtingen van de klant. Toeleveranciers als ERIKS moeten ons helpen die kwaliteit te borgen.’
De leverancier moet kunnen inspelen op de verandering bij ASML, aldus Waeghe. ‘Hoe kan hij bijdragen aan onze betrouwbaarheid? Daar zit voor mij de toegevoegde waarde van de toeleverancier. Wij beoordelen de toeleverancier op zijn performance. Hij moet de doelstelling hebben ons snel te helpen en onze kwaliteit te waarborgen. En daarvoor geldt eigenlijk altijd: je moet het verdienen. En als het niet lekker loopt, moet je eerst naar jezelf kijken – niet naar de ander. Het partnership tussen ASML en de toeleverancier is het resultaat van een goede samenwerking.’
Trots
Aan het eind van de openingsactiviteiten toont directeur Splinter zich trots en zeer tevreden. ‘Het is precies geworden wat we er van tevoren van verwachtten. Met de CMF kunnen we onze toegevoegde waarde voor onze klanten verder uitbouwen. Bezoekers zijn zonder uitzondering onder de indruk van de nieuwe productiefaciliteiten die ze hebben gezien.’
Joint Improvement Program
Eén van de nieuwe diensten die ERIKS sinds dit jaar aanbiedt, en waar tijdens deze officiële opening ook aandacht aan werd besteed, is het zogeheten Joint Improvement Program (JIP). Dat betekent: in vijf dagen tijd met een team van ERIKS-medewerkers bij een klant een aantal productieprocessen onderzoeken en op basis daarvan concrete verbetervoorstellen doen. Bijvoorbeeld waar het gaat om ongeplande stilstand, lekkages en veiligheidsissues door falende componenten. De eerste pilot werd bij Royal Bel Leerdammer gedaan, een tweede pilot vond plaats bij Heineken.
Peter Oosterveld van Heineken is naar Alkmaar gekomen om te vertellen over het programma. Het is goed bevallen, aldus de manager innovations & investments van de brouwerij in Den Bosch. ‘Je laat een aantal specialisten van een externe partij in de keuken kijken en met mogelijk nieuwe oplossingen komen. Dat was natuurlijk een uitdaging, want onze productieprocessen zijn omvangrijk en vaak ingewikkeld. Maar de sfeer was goed en ik kijk er heel positief op terug.’
Was het niet confronterend om te horen dat er allerlei dingen beter konden? Nee, oordeelt Oosterveld. En dat lag volgens hem ook aan de ‘respectvolle manier’ waarop het ERIKS-team de verbeteringen voorstelde. Belangrijk is wel, aldus Oosterveld, dat een klant intern zijn eigen techneuten goed moet meenemen in het hele proces. Die moeten zich niet voor het blok gezet voelen. ‘Je moet je kwetsbaar opstellen. Over je eigen schaduw heenstappen. Je mensen duidelijk maken dat ERIKS aanwezig is om ons te helpen de processen te verbeteren. En dat is in ons geval gelukkig goed gelukt.’
Oosterveld was, zo zegt hij, in ieder geval onder de indruk van de kennis van het team van ERIKS-specialisten. ‘Ze waren toch in staat om in vijf dagen alle benodigde informatie boven tafel te krijgen, deze op een goede manier te analyseren en met verbetervoorstellen te komen. Dat zegt toch wel iets over de kwaliteit van de mensen.’