Het ministerie van IenW, Rijkswaterstaat en TNO zijn afgelopen donderdag een nieuw partnership aangegaan voor een periode van vier jaar. Daarin zijn afspraken gemaakt over toegepast onderzoek en uitwisseling van kennis tussen beide organisaties op de gebieden circulariteit en milieu, slimme en duurzame mobiliteit, infrastructuur en maritiem-offshore. Er is gekozen voor een nieuwe aanpak waarbij het doel is om meer programmatisch te gaan samenwerken op de beleidsprioriteiten. Daarbij komen zowel de kennisopbouwprogramma’s als aanvullende onderzoeksbehoeften aan bod. Tevens is in de nieuwe aanpak de governance tussen beide organisaties verbeterd.
“De experts van IenW en TNO moeten elkaar blijven verrassen met nieuwe ideeën. Dat bereik je door cross-sectoraal denken en handelen. De samenwerking die we nu hebben gekozen betekent dat we mensen van uiteenlopende disciplines bij elkaar brengen waardoor we de kans op innovaties vergroten. TNO is voor ons een belangrijke strategische kennispartner waar we weer een grote stap mee hebben gezet”, aldus Jan Hendrik Dronkers, loco secretaris-generaal van het ministerie van IenW.
De opgaven waarvoor IenW zich ziet gesteld zijn groot en vergen beslissingen voor lange termijn. Te denken valt aan onderhoud, renovatie en vervanging van wegen, bruggen, viaducten, tunnels en waterkeringen; verduurzaming van transport; smart mobility; maritieme transities; transitie naar een circulaire economie en naar duurzaamheid. Om daarvoor steeds de juiste beslissingen te kunnen nemen is doorlopende kennisopbouw en -uitwisseling meer dan ooit noodzakelijk.
Bestuursvoorzitter Paul de Krom van TNO: “Het gaat hier om beleid waar elke burger en bedrijf van ons land dagelijks mee te maken heeft. Duurzaam, schoon en veilig transport, efficiënt onderhoud aan de infrastructuur, autonoom rijden en varen: allemaal zaken waarover TNO veel kennis in huis heeft. Door onderlinge kennisdeling op een nieuwe leest te schoeien kunnen we de maatschappelijke opgaven samen beter oppakken.”