De hoge stikstofuitstoot in Nederland bedreigt de natuur. Meerdere sectoren, waaronder de landbouw, dragen bij aan de uitstoot en moeten maatregelen nemen. Wageningse natuur- en landbouwexperts hebben een stappenplan ontwikkeld om per gebied vast te stellen welke acties noodzakelijk zijn. Deze aanpak moet leiden tot lokale en landelijke oplossingen voor natuur en landbouw. Hoe zie jij herstel van natuur en een duurzame toekomst voor boeren?
“De stikstofproblematiek is complex en er zijn veel belangen mee gemoeid die soms lijken te botsen”, zegt onderzoeker Tia Hermans. Ze is voorzitter van een taskforce van Wageningse natuur- en landbouwexperts en economen die de mogelijkheden voor een andere stikstofaanpak hebben onderzocht. Het initiatief hiervoor kwam van Wageningen University & Research zelf. “We wilden vanuit onze expertise op het gebied van landbouw en natuur de stikstofproblematiek vanuit een brede context benaderen en zo een bijdrage leveren om die te helpen oplossen”, verklaart Hermans.
“Met het nieuwe stappenplan kun je echt op gebiedsniveau kijken wat er speelt en hoe je de problemen kunt oplossen. Zowel het herstel van de natuur als de aanpassingen in de landbouw vragen om maatwerk.”
Het Wageningse stikstofteam heeft een stappenplan bedacht dat laat zien in hoeverre landelijke en lokale maatregelen de stikstofuitstoot uit de landbouw zullen verminderen en de natuur verbeteren. “Doorlopen van het stappenplan maakt duidelijk welke keuzes beleidsmakers, boeren en natuurbeheerders hebben. Het maakt een onderbouwd gesprek, en keuzes op basis van feiten mogelijk.”
Samenhang
De eerste stap is een analyse per natuurgebied. “In hoeverre vormt de stikstofbelasting uit de lucht een bedreiging en wat zijn de gevolgen in de toekomst? Vervolgens kijken we in de tweede stap naar de effecten van de verschillende landelijke maatregelen die genomen kunnen worden”, legt Hermans uit. Daarna komt, als derde stap, de kwaliteit van de natuur aan bod.
Natuur heeft veel last van de verzuring en vermesting die ontstaat doordat er stikstof op de grond terechtkomt. Daarnaast is verdroging voor veel natuur een groot probleem. Ook zijn de natuurgebieden vaak klein en staan ze niet met elkaar in verbinding, waardoor de natuur minder veerkrachtig is en dieren en planten geen uitwijkmogelijkheden hebben. Hermans: “Er valt veel te winnen wanneer we ons niet alleen op de stikstofwaarden richten, maar naar het totaalplaatje kijken. Het is dus belangrijk om alle mogelijkheden voor natuurherstel mee te nemen, zoals de grondwaterstand verhogen of natuurlijke buffers aan te leggen om het regenwater vast te houden.”
Lokaal en op maat
Als de stikstofuitstoot nog steeds te hoog is en blijft, en de natuurkwaliteit onvoldoende, toont de vierde stap welke lokale oplossingen kunnen bijdragen aan de verlaging van stikstof en versterking van natuur. “Lokale boeren kunnen bijvoorbeeld oude stallen vervangen door nieuwe emissiearme stallen, eiwit in het veevoer verminderen of omschakelen van intensieve naar meer extensieve landbouwvormen”, vertelt de onderzoeker. Het kan ook gaan om natuurmaatregelen, zoals een natuurgebied vergroten of beter verbinden met andere natuurgebieden.
Mochten deze stappen geen soelaas bieden, dan is het noodzakelijk om de stikstofuitstoot verder te verminderen of de doelen voor de natuur nader te analyseren. “Als de problemen nog niet zijn opgelost, moet je weer teruggaan naar het landelijke beleid of de natuurdoelen. Als je één stap bijstelt, passen de andere stappen zich ook aan. Zo kun je het stappenplan meerdere keren doorlopen om tot de noodzakelijke landelijke maatregelen en lokale oplossingen op maat te komen en deze goed op elkaar af te stemmen.”
Fijn stof en bodemverzuring
Ook industrie, transport, verkeer en bouw kunnen in samenwerking met onze partners eventueel worden meegenomen. De gegevens van deze sectoren kunnen worden toegevoegd aan de modellen waarmee de Wageningse wetenschappers de stikstofwaarden berekenen. “De verlaging van de stikstofuitstoot kan natuurlijk niet alleen van de landbouw komen”, zegt Hermans.
De landbouw veroorzaakt ongeveer 42% van de stikstofdepositie in Nederland, dat is ruim 60% van de Nederlandse stikstofuitstoot. Een aanzienlijk gedeelte van de in Nederland uitgestoten stikstof wordt door de wind afgevoerd naar het buitenland en draagt zo bij aan de stikstofproblemen daar.
De stikstof uit de landbouw komt vrij uit de ammoniak (NH3) die ontstaat wanneer mest en urine met elkaar in contact komen. De industrie, verkeer en transport stoten stikstofoxide (NOx) uit, dat deels in de atmosfeer belandt als fijnstof en smog en dus slecht is voor de volksgezondheid. Deels komen de stikstofoxiden samen met de stikstof uit ammoniak in de grond terecht, waar het zich ophoopt. Dat leidt tot bodemverzuring, waardoor veel planten- en diersoorten niet meer in de aangedane gebieden kunnen leven.
Maatschappelijke waarde
Dat de landbouw nu grotere stappen moet gaan zetten om de stikstofuitstoot te verminderen, blijkt onder meer uit het rapport van de Commissie Remkes dat op 8 juni verscheen. Het is nu zaak dat de sectoren verder kijken dan alleen naar de eigen belangen, meent Hermans. “De agrarische sector is gericht op productie. Boeren, verwerkende bedrijven en toeleveranciers hebben geïnvesteerd om vooruit te komen. Maar de bijeffecten zoals de gevolgen voor natuur en milieu zijn nooit mee berekend in de productieprijzen”, licht Hermans toe. Om tot goede besluiten te komen, moet er breder worden gekeken en moeten ook de maatschappelijke kosten en baten worden afgewogen. “Natuur dient geen direct economisch belang, dus komt niemand ervoor op. Terwijl je het ook kunt koppelen aan gezondheid, recreatie en welbevinden.”
Keuzevrijheid
In sommige gebieden moeten straks boerenbedrijven worden verplaatst of uitgekocht.
Hermans begrijpt dat dit bij veel boeren gevoelig ligt. Toch voorziet het stappenplan in veel gevallen juist in een bepaalde keuzevrijheid, onderstreept ze. “Zo kan een boer die de stikstofuitstoot moet verminderen besluiten of hij inzet op de techniek, zoals emissiearme stallen of op bijvoorbeeld natuurinclusief boeren, een andere extensievere vorm van landbouw of misschien toch op verplaatsing van het bedrijf.” Voor sommige maatregelen zijn subsidies beschikbaar. Verder is er nog onderzoek nodig, bijvoorbeeld naar de stikstofuitstoot van kringlooplandbouw.
Maatwerk
Hermans en haar collega’s voelen de urgentie om de stikstofuitstoot te verlagen, omdat de natuur in Nederland er slecht voor staat. De onderzoekers hopen met het stappenplan de overheid, de landbouw en de natuursector te ondersteunen bij het oplossen van een deel van de stikstofproblematiek. Het stappenplan zorgt voor een nieuwe systematische aanpak, benadrukt Hermans. “Hiermee kun je echt op gebiedsniveau kijken wat er speelt en hoe je de problemen kunt oplossen. Zowel het herstel van de natuur als de aanpassingen in de landbouw vragen om maatwerk.”
Lees meer:
- Over het stappenplan van de Wageningse experts
- Het stikstofprobleem uitgelegd in vijf vragen
- Download het rapport “Ruimtelijke aanpak van het stikstofprobleem – Inzicht in oplossingsrichtingen vanuit landbouw en natuur”
- Dossier stikstof
Bron: WUR