De Nevi PMI® daalde 47.9 in oktober naar 46.0 in november, het laagste niveau sinds juni 2020. Desondanks steeg de werkgelegenheid voor de vijfentwintigste achtereenvolgende maand, al was dit wel de kleinste stijging sinds november 2020.
Snellere achteruitgang Nederlandse productiesector, echter wederom minder druk op prijzen en toeleveringen.
De productieomvang daalde voor de vierde maand op rij en dit was het grootste daling sinds mei 2020. Hetzelfde was het geval bij zowel de nieuwe orders als geheel, als de export orders. De achterstanden daalden voor de vierde maand op rij en de verlenging van de levertijden nam af tot onder het langetermijngemiddelde. De inkoop van materialen nam af en het hetzelfde was het geval bij de voorraad ingekochte materialen.
De inkooprijsinflatie daalde en bereikte het laagste in drieëntwintig maanden. De verkoopprijsinflatie blijft op een historisch hoog niveau, al was deze wel het laagst in twintig maanden.
De verwachtingen voor de toekomst waren wederom somber, maar ook het meest positief in drie maanden.
Hoge energieprijzen zorgen voor tweedeling in de industrie
“De score van de Nevi Inkoopmanagersindex is verder gezakt van 47,9 in oktober naar 46,0 in november 2022. Vooral de energie-intensieve industrie die zich richt op de productie van basismetalen, chemie, papier en karton kampt met hoge energieprijzen die moeilijk kunnen worden doorberekend aan afnemers. Het aantal nieuwe orders daalt sterk en de productie wordt daarom afgeschaald of verplaatst naar het buitenland”, zegt David Kemps, sectorbanker Industrie bij ABN AMRO in zijn redactionele commentaar op de Nevi PMI van november.
Drie deelindices uitgelicht:
Nieuwe orders
Er was in november wederom sprake van een fors lagere vraag naar in Nederland geproduceerde goederen. Het aantal ontvangen nieuwe orders daalde voor de vierde achtereenvolgende maand. Dit was de grootste daling sinds mei 2020 en een van de grootste sinds het begin van dit onderzoek drieëntwintig jaar geleden.
De grootste daling van het aantal orders werd genoteerd door de producenten van halffabricaten, gevolgd door de producenten van consumptiegoederen.
Werkgelegenheid
De producenten in Nederland breidden in november hun personeelsbestanden wederom uit. Hiermee komt de huidige periode van groei op vijfentwintig maanden. Dit was echter wel de kleinste toename van het aantal banen sinds november 2020.
De personeelswerving verschilde per subsector. Er was sprake van sterke groei in de subsector investeringsgoederen, beperkte toename in consumptiegoederen en geen verandering in halffabricaten.
Inkoopprijzen
Er waren in november verdere aanwijzingen dat de kostendruk voor de Nederlandse productiebedrijven minder groot was. De inkoopprijsinflatie was voor de zesde keer in zeven maanden lager dan de maand ervoor en het laagst sinds december 2020.
De seizoensmatig aangepaste Inkoopprijzen index bleef echter wel boven het langetermijngemiddelde van 60.1. De bedrijven maakten opnieuw melding van hogere energieprijzen, grondstoftekorten en salarisdruk.
De inkoopprijsinflatie was het laagst in de subsector halffabricaten en het hoogst bij de producenten van investeringsgoederen.