De handel met het Verenigd Koninkrijk leverde Nederland 22,7 miljard euro op in 2017, wat neerkomt op 3,1 procent van het Nederlandse bbp. In 2015 en 2016 was dit 3,2 procent. Met deze export waren 218 duizend Nederlandse banen gemoeid. Dit meldt het CBS op basis van onderzoek naar de toegevoegde waarde van export in opdracht van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat.
Groothandel verdient het meest
De groothandel en handelsbemiddeling verdienden in 2017 veruit het meest aan de export naar het Verenigd Koninkrijk (3,8 miljard euro). Andere bedrijfstakken die een miljard euro of meer verdienden waren de holdings en managementadviesbureaus, de opslag en dienstverlening voor vervoer, uitzendbureaus en arbeidsbemiddeling en de landbouw.
Vergeleken met 2015 is de verdeling van de toegevoegde waarde van de export naar het Verenigd Koninkrijk over de verschillende bedrijfstakken veranderd. In de groothandel en handelsbemiddeling was de toegevoegde waarde 314 miljoen hoger, een stijging van ruim 9 procent. Bij de uitzendbureaus en arbeidsbemiddeling was dit 18,9 procent, bij de holdings en managementbureaus 8,8 procent en bij de opslag en dienstverlening voor vervoer 10 procent. Bij de auto- en aanhangwagenindustrie steeg de toegevoegde waarde met 58 procent. Aan de andere kant is de toegevoegde waarde van de uitvoer van aardolie en aardgas naar het VK met 33,6 procent gedaald.
218 duizend banen dankzij export naar Verenigd Koninkrijk
In totaal leverde de uitvoer naar het Verenigd Koninkrijk in 2016 ruim 218 duizend voltijdsbanen op. Deze werden ingevuld door 63 duizend vrouwen en 155 duizend mannen. De meeste van die banen zijn in de zakelijke diensten (62 duizend). Binnen de zakelijke diensten gaat het vooral om banen bij uitzendbureaus en arbeidsbemiddeling (23 duizend) en bij holdings en managementadviesbureaus (12 duizend). De industrie, handel, en vervoer en opslag volgen met respectievelijk 41 duizend, 38 duizend en 25 duizend banen.