Singapore is volgens de IMD World Competitiveness Rankings voor het eerst sinds 2010 de meest concurrerende economie ter wereld, terwijl de Verenigde Staten zijn gezakt naar plaats drie en de economische onzekerheid haar tol heeft geëist van het Europese concurrentievermogen. Nederland belandde net buiten de top vijf op plek zes, maar is daarmee nog wel het hoogst gerangschikte EU-lid.
De opkomst van Singapore werd gedreven door de geavanceerde technologische infrastructuur, de beschikbaarheid van geschoolde arbeidskrachten, gunstige immigratiewetgeving en efficiënte manieren om nieuwe bedrijven op te zetten. Hong Kong behield de tweede plaats, geholpen door een goed fiscaal en commercieel beleid en toegang tot bedrijfsfinanciering.
Trump
De effect van het belastingbeleid van president Donald Trump lijkt volgens de ranglijst in de Verenigde Staten te zijn weggeëbd . Hoewel wereldwijd nog steeds het tempo wordt bepaald voor infrastructuurniveaus en economische prestaties, werd het concurrentievermogen van ‘s werelds grootste economie getroffen door hogere brandstofprijzen, zwakkere hi-tech export en schommelingen in de waarde van de dollar.
“In een jaar van grote onzekerheid op de wereldmarkten als gevolg van snelle veranderingen in het internationale politieke landschap en handelsbetrekkingen, lijkt de kwaliteit van de instellingen het verbindende element te zijn voor het vergroten van de welvaart. Een sterk institutioneel kader biedt de stabiliteit voor bedrijven om te investeren en innoveren, zorgen voor een hogere kwaliteit van leven voor burgers”, zei Arturo Bris, professor IMD en directeur van Arturo Bris, het onderzoekscentrum dat de ranglijst samenstelt.
Economische gezondheid
Economen beschouwen concurrentievermogen als essentieel voor de gezondheid op lange termijn van de economie van een land, omdat het bedrijven in staat stelt duurzame groei te bereiken, banen te creëren en uiteindelijk het welzijn van de burgers te vergroten.
De IMD World Competitiveness Rankings, opgericht in 1989, bevatten 235 indicatoren van elk van de 63 gerangschikte economieën. De ranglijst houdt rekening met een breed scala aan ‘harde’ statistieken zoals werkloosheid, bbp en overheidsuitgaven voor gezondheid en onderwijs, evenals ‘zachte’ gegevens van een enquête over het uitvoerend advies over onderwerpen als sociale cohesie, globalisering en corruptie.
Deze informatie is onderverdeeld in vier categorieën – economische prestaties, infrastructuur, efficiëntie van de overheid en bedrijfsefficiëntie – om een ??eindscore te geven voor elk land. Er is geen uniforme oplossing voor het concurrentievermogen, maar de best presterende landen scoren meestal goed in alle vier de categorieën.