Het World Economic Forum (WEF) lanceerde gisteren de 16e jaargang van het Global Information Technology Report. Daaruit blijkt dat Singapore voor het tweede jaar op rij het beste in staat is om de mogelijkheden van ICT te benutten. Nederland is gezakt van de vierde naar de zesde positie.
Het Global Information Technology Report toont jaarlijks de zogenaamde ‘Networked Readiness Index’. Deze index vergelijkt 139 economieën ter wereld op grond van hun vermogen om ICT aan te wenden voor economische groei, innovatie, werkgelegenheid en maatschappelijk welzijn. INSCOPE – Research for Innovation van de Erasmus Universiteit is partnerinstituut van het World Economic Forum (WEF) en verzamelde onder leiding van Professor Henk Volberda de gegevens voor Nederland. Volgens professor Volberda is het zakken op de ranking van ons land ‘grotendeels veroorzaakt door de gestegen toegangskosten van ICT in Nederland’. Daarnaast stelt hij dat ‘concurrerende economieën als de VS en Noorwegen relatief meer hebben geïnvesteerd in de ICT infrastructuur en deze landen de adoptie van digitale technologieën een hogere prioriteit hebben gegeven.’
Desondanks is de economische en maatschappelijke impact van ICT is in Nederland uitzonderlijk hoog (2e positie) doordat burgers voorop lopen en bedrijven steeds meer ICT omarmen.
Nederland behoort nog steeds tot de top 7 landen waarbij ICT de hoogste economische impact heeft. Volberda stelt dat “Nederland een ‘launching market’ is omdat de Nederlandse burger koploper is in het gebruik van nieuwe ICT ontwikkelingen. Onze digitale populatie neemt de 2e positie in wat betreft huishoudens met een PC, een 3e positie wat betreft breedband internet, een 5e positie ten aanzien van het aantal inwoners met internet en een 4e positie op het gebruik van sociale media”. Volberda stelt tevens dat “vooral bedrijven door de snelle adoptie van ICT en de ontwikkeling van digitale business modellen steeds beter internationaal concurreren wat leidt tot nieuwe bedrijvigheid en banencreatie. Anderzijds worden bedrijven die ICT niet weten te incorporeren in hun verdienmodel steeds sneller uitgeschakeld gepaard gaande met groot verlies aan arbeidsplaatsen (‘winner-take-all’ effect)’.
Het rapport stelt ook dat de overheid de meeste waarde uit digitale innovatie kan halen door nieuwe wet- en regelgeving. Digitale technologieën en innovaties zorgen voor nieuwe snel veranderende sociale en economische dynamiek. Zo leidt de digitalisering van Nederlandse bedrijven enerzijds tot een toenemende uitstoot van arbeidsplaatsen. Anderzijds zijn steeds meer zelfstandigen voor hun werkzaamheden afhankelijk van digitale online platforms. Volberda pleit voor ‘meer adequate wet- en regelgeving en betere bescherming van deze quasi-zelfstandigen.’ Zonder deze arbeidsbescherming ontstaat volgens hem een ‘race-to-the-bottom’ aan de onderkant van de Nederlandse arbeidsmarkt. Tevens zal de overheid blijvend moeten investeren in digitale vaardigheden van de Nederlandse beroepsbevolking, vooral aan de onderkant en het midden segment van de arbeidsmarkt.
Bedrijven en overheden lijken de mogelijkheden van de groeiende digitale populatie niet optimaal te benutten, aldus het rapport. Publiek-private samenwerkingsverbanden kunnen in de toekomst zorgen voor verhoogde maatschappelijke impact. Het ICT-gebruik per individu groeit in Nederland, maar dat het ICT-gebruik van het bedrijfsleven en de overheden blijft constant of daalt. Dit impliceert volgens professor Volberda ‘dat het bedrijfsleven en de overheden de mogelijkheden van ICT niet optimaal benutten’. Nederlandse burgers in het algemeen lopen voorop in het gebruik van nieuwe ICT toepassingen. Volberda pleit dan ook voor ‘gezamenlijke actie van de overheid met het bedrijfsleven om dit gat niet groter te laten worden’. Publiek-private samenwerkingsverbanden kunnen hier uitkomst voor bieden. Het Nederlandse Rechtwijzer 2.0 is een goeds voorbeeld. Dit online platform faciliteert geschillenbeslechting door het beschikbaar stellen van rechtelijke informatie en het aanbieden van ondersteuning van juridische professionals.
Tot slot constateert het Global Information Technology Report dat innovatie staat steeds meer los staat van R&D en gerealiseerde patenten. Digitale business modellen zijn de belangrijkste aanjagers van innovatie. In de nieuwe digitale economie blijkt innovatie steeds minder te kunnen worden verklaard door investeringen in Onderzoek & Ontwikkeling en het aantal gerealiseerde patenten. Innovatie is namelijk steeds meer gebaseerd op digitale, bijna-kosteloze, technologieën en business modellen. Voorbeelden zijn de digitalisering van producten en processen, blockchains en ‘platformisering’ van services (zoals Uber) in verschillende sectoren.