Als ik de statistieken er op nasla – en als ik gewoon om me heen kijk – constateer ik dat steeds meer mensen last hebben van burn-out en aanverwante kwalen. De vriendin (96) van mijn vader was dat ook opgevallen en als Rotterdamse ondernemer die tot haar 70e heeft doorgewerkt, kon ze dat niet plaatsen. ‘Dat komt doordat alles steeds sneller gaat’, gaf ik als uitleg. ‘Maar waaróm moet het dan sneller’, vroeg ze, scherp als altijd. ‘Als ik nu de Valys-taxi bel, staat ie er binnen een half uur…’ ‘Da’s mooi, maar over een paar jaar rijdt de taxi al je straat binnen nog voordat jij bedenkt dat je ’m nodig hebt’, blufte ik terug. Ze leek niet onder de indruk. ‘Mwah.’
In de juni-uitgave van Link Magazine (die de 17e verschijnt) gaat het vaak over sneller: over kortere doorlooptijd en dito time-to-market. Want met de toenemende implementatie van alle Industrie 4.0-technologie kan het sneller en dus – om de concurrentie voor te blijven – moet het sneller. Behalve burn-out heeft dat een toenemende volatiliteit tot gevolg. De schommelingen in vraag en aanbod volgen elkaar steeds sneller op en pieken worden ook nog ’ns hoger en de dalen dieper. Door het smarter worden van de ontwikkelings-, productie-, sales- en logistieke processen wordt het technisch mogelijk razendsnel op en af te schalen en dat lokt in de keten de behoefte uit dat ook te doen.
Behalve over sneller en korter gaat het in deze uitgave op meerdere plaatsen ook over conservatisme. DSM had maar liefst acht jaar en een heus experience center nodig om de coaters te laten inzien dat hun nieuwe poeder voor het coaten van hout zo gek nog niet is. VMI kon pas dit jaar zijn nieuwe volautomatische bandenproductiemachine voor de conservatieve truckmarkt presenteren. En een bedrijf als Weener Plastics merkt dat het lastig is om zijn biodegradeerbare materialen op de markt te krijgen. De voordelen van al die innovaties zijn onweerlegbaar, maar de tijd is nog niet rijp. Mutracx ging aan dat getreuzel eerder failliet.
Nu is er natuurlijk een verschil tussen dit soort disruptive innovaties en de zoveelste nieuwe smartphone. Die laatste categorie van nieuwigheden wordt rap omarmd, maar die van het disruptieve type hebben tijd nodig. Nu is je innovatie disruptief als de concurrent over een lange periode heel veel inspanning moet plegen om de achterstand op jou in te lopen. Je zou zeggen, gegeven het conservatisme in de markt heeft ie daar dan ook alle tijd voor. Het disruptieve businessmodel schrijft de ondernemer echter voor met inzet van alle smart technologie die er voorhanden is en ten koste van vele burn-outs zo snel mogelijk naar de markt te racen, waar de klant hem opwacht met een ‘mwah.’
In de marge van een voordracht van circulariteitsdenker Thomas Rau sprak ik een financieel controller die de automatiseringsbui voor zijn beroepsgroep zag hangen. Hij keek al uit naar Industrie 5.0, naar de fase waarin slimme machines alleen elkáár nog maar opjagen en al doende ons basisinkomen bijeen verdienen… Mwah.
Martin van Zaalen
Hoofdredacteur Link Magazine
@martinvanzaalen
#linkmagazine